Het Liegend Konijn. Jaargang 10(2012)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 262] [p. 262] Zomaar appeltaart I In zijn hand draaide een appel voor de wereld uit. Het werd dag. De schillen vielen op het bord. Hij was er voor de appel, de kachel, de lucht in de banden en tegen het donker, al rook hij naar slaap. We tikten met messen, kauwden en slikten, wantrouwden de ijskoude dag. Gewoon, omdat hij er was, geen blik op de schillen die daar dun onze namen spelden. [pagina 263] [p. 263] II Het was zomaar vandaag en iedereen wist het, al leek het nog op gisteren. De bomen waren weer opgezet, het gordijn ging open: hallo lieverd, dit is jouw dag, van harte gefeliciteerd! Haar stem galmde door de gang, haar lach liep haar ogen uit. De ochtendzon was oogverblindend. Ik glom en keek omlaag. Mijn hals was bloot, de hare dun en had een kuiltje waarin ik graag gebleven was. Vorige Volgende