Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Martijn den Ouden o Nieuw-Lekkerland, 1983 Recentste bundel: Melktanden (2010) [pagina 140] [p. 140] [de maan geeft melk] de maan geeft melk het is heel gezond rode melk in zilverlicht dat licht trilt om je mond liefje blijf zo staan als ik drink wil ik naar je kijken het bloed achter je lippen zien stromen het einde van je ogen zien bewegen je kan ook stil zijn ik vind je mooi als je stil bent mooi en verdrietig het mooiste ben je met iets scherps in je handen iets wat je niet mag gooien wat je toch gooit de hele avond moeten we opruimen wat je gooide jij houdt van een schoon huis en koffie in de ochtend en van boodschappen voor het schone huis gaan we boodschappen doen liefje KIJK DAN het trottoir geeft melk zachtjes lopen geef me je hand [pagina 141] [p. 141] twee duiven doen het op een meerpaal onder het brugje liefje jij ziet het niet jij praat en ik wil dat je me pijpt omdat je niet luistert we lopen over het brugje hier mag je mij niet pijpen en je begint me te pijpen tot mijn ogen bloeden in de auto ben ik bestuurder van de Saab van je moeder je moeder heeft geen handen je moeder heeft geen Saab we dromen we dromen in jouw bed ik moet ijsbloemen eten sla me wakker met de vuisten van de liefde sla het bloed uit mijn ogen pijp me waar de honden geen brood van de duiven van opvliegen op op op hoger hoger waar het vriest sla met de kracht van de liefde het bloed uit mijn ogen je weet dat ik graag naar je kijk in de winkelstraat je gebarsten handen je tranen [pagina 142] [p. 142] het maakt me geen fuck uit wat de mensen ervan vinden ik blijf hier net zo lang liggen als ik zelf wil ik slaap niet meer in je haren in je haren slaap ik niet meer want alles wordt winter alles je haren de straten de vogels de winkels de lucht je haren de huizen de daken de rook je haren de muizen de ramen je haren de auto's de torens de kerk alles wordt winter het bloed stroomt uit je vingers liefje je vuisten van liefde zijn wit en leeg de tuin met het graf is mijn hart je bent niet dood je graaft [pagina 143] [p. 143] mag ik je mond bewaren als je lacht in mijn hart in jouw graf doen we nog één keer dat ritje ik fiets door de sneeuw jij huilt alles is winter je staat naast je fiets naakt op een hoek van een gracht om je hoofd een sjaal de winter in je ogen Vorige Volgende