Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Vertegenwoordiger De wind is uitgezwaaid als late gast. Tegen middernacht hangt een dwaallicht tussen de wolken. We morsen op het leven. Dronken te zijn. Dronken te willen worden. Wie in de tuin verdwijnt, verstuift. Geen stoelen nodig. We veinzen zitplaatsen en schuiven dichter bij elkaar. Gelach gaat rond aan de lopende band en gutst over de rand van de glazen. Het geblaf van een hond groeit boven de daken. Iemand roept rust af, maar we dansen onder een stolp. Dit heeft het feest te bieden: we zitten bij de vijver en worden bekeken door dat oog. In amper licht zijn we samengeklitte entiteiten. Zolang het donker ons dichtschroeit, vergast het ons op groepszin. Het laat ons ongemoeid er aan de randen in. Stappen we op, kwijnt godsbewijs. We verdwijnen naamloos uit het oog. Gefrons van ongeloof geeft de vijver door een briesje prijs. Vorige Volgende