Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Wit Sneeuw op de velden, magere zwarte bomen op een rij, ik moet mij haasten, het gaat dooien, zegt de weerman. Straks is al dit wit weg, moet ik het uit mijn herinnering putten. Je weet hoe onnauwkeurig die is. De huizen die verderop in de velden staan, hebben witte daken. De voetsporen over het veld zijn wit. De fijne sporen van een duif of een fazant, de dikke sporen van een hond, wit, wit, wit. Het eerste licht gaat aan, ginder in dat huis, terwijl ik dit opteken. Begin van de vallende avond. Ik mag niet langer wachten. Die witheid, acht centimeter dik. Gemiddeld. Bijna oneindig, bijna zuiver, bijna gebroken. Deze schoonheid voor haar dooi. Bijna verbleekt. Vorige Volgende