Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Katten Het was de maand van het krijsen. De grauwe kater dook op - en ook de zwarte. Ze deden het om beurten. We konden ze horen vechten als het nacht was en je de zwarte niet zag - het maanlicht hielp niet. De grauwe hurkte zich schuin over de jonge kattin en beet haar in het nekvel. Het duurde lang eer zij goed voor hem lang, buik op de grond, poten uiteen, de staart opzij, de spleet vrij, en hij op de tast met zijn onderlijf. Plots ging het snel. Zij klauwde naar hem, hij sloeg op de vlucht. Er zitten weerhaakjes aan zijn penis. Met de zwarte ging het niet anders. Zij beulen haar af, vond jij. Ze wentelt zich in het stof, ze scheidt een geur af, las ik je voor. De natuur krijgt alles gedaan. Jij opende jouw benen en ik nam er voorzichtig mijn plaats in. Vorige Volgende