Het Liegend Konijn. Jaargang 9(2011)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 156] [p. 156] Toerist zijn in een elandloze stad Er bestaat een snoeverige duif Deze ochtend bestond hij nog Hij at de peperkoekkruimels van een matroos De matroos had een blauw oog Hij sprak mij aan in het Duits Ik zei in het Frans dat ik ook maar een toerist was Hulpeloos en panisch ‘J'ai tellement soif’, zei ik nog Maar hij bood me zijn thermosfles niet aan. Ik ben thuis In de stad van de verslagen duiven Zo worden ze geboren Geniepig en ambitieloos Profiteer ik van de warmte van een wachtkamer Zonder eczeem heb ik hier niets te zoeken Ik blader in een tijdschrift Een artikel over Lapland kan mij boeien Omdat ik er nooit zal geraken Een vrouw met vettig haar mag mijn knie aanraken Het is onwillekeurig en ze bloost Ik bied haar mijn fles aan. Mijn fles is gevuld met jenever Ik zeul die fles al jaren mee Samen worden we oud Drinken kan iedereen Geruststellende klopjes geven is veel moeilijker. [pagina 157] [p. 157] Fier trotseer ik de koude Die eigenlijk mild herfstweer is Ik kom een visser tegen Die mij aanspreekt in het Frans Ik zeg in het Nederlands dat ik honger heb Hij geeft mij zijn volledige peperkoekreep En neemt mijn fles jenever aan In het buitenland zingt een snoeverige duif Een toontje lager op een dode matroos. Vorige Volgende