Het Liegend Konijn. Jaargang 7(2009)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Bezoek nr 12 620 Ik tref haar aan als een zwarte hond in de nacht, hoe ze met de kromming in haar rug het ijskoude water uit de lekkende kraan likt en vergat dat ik het gat van de deur ook ken. Ze maakt zich zachtjes recht zonder me te verlaten, we zijn de slapelozen van dit koude land. Ooit hadden we onze kiertuin al in het klad bedacht, maar de faalangst maakt van ons de sluipende nachtwacht. Ik vraag of er nog steeds plaats is in haar bloed, of ik me mag vlechten met haar knoken, of ze me nog moet, nu in deze kamer het behang spreekt, het plafond alles weet. Daar, in de keuken, tussen het aanrecht en de oven, de spoelbak en de ijskast, gaan we zitten. Onder de tafel wintert het bij haar, erboven durven onze lippen niet meer te synchroniseren. Maar wat weten het bestek, de klok, de borden of de lekkende kraan, wat weet dit vlakke land, van het afscheid? Vorige Volgende