Prins Hendrik, de Zeevaarder
Tronend in de schittering der sferen,
In zijn kleed met nacht en eenzaamheid omrand,
Met aan zijn voet de nieuwe zee, de dode eeuwen -
Is hij de een'ge vorst die werkelijk de wereld
Houdt in de holte van zijn hand.
Fernando Pessoa (16.9.1928)
Als een donkerblauw uniform door mariniers gedragen
valt om de schouders van het land het water.
Zijn kraag van forten slaat hij op tegen de wind
van vijandelijke belegering, gestrikt naar Franse snit.
Een anker houdt het knoopsgat van zijn jas, het zeegat, dicht.
Zijn hand reikt tot zijn pet, een eiland,
richt in het duister zijn vuurtorenlantaarn
op waar hij eeuwen oog in oog mee staat:
het schuimen van zee, de zeewering zijn arm
die hij gestrekt langs zijn lichaam in de houding houdt.
Zijn hoofd, Kop van Holland, rekt zich uit
en tuurt de einder af naar verre schepen
die vooruitzicht bergen in hun ruimen
maar halverwege schipbreuk leden en hier zijn gestrand.