Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Een brief om achteraf te vinden We hebben de kosten beraamd en besloten dat de kozijnen beter uitkijkposten zijn en we onze adem op ruiten gekristalliseerd moeten weten, en koesteren. We zien de aanlegsteigers, dat wel, maar staan tegelijk op de spaanders als vermanende vingers - de wereld langszij en toch tussen de wal en het schip moeten kijken. Het water is niets om bang voor te zijn, dat is wat je hoort als het kabbelt. Onze tenen zullen niet smelten, onze ogen kunnen uitgewreven en ook neuzen dichtgeknepen. Het zijn onze knieën waar onze zorgen naar uitgaan - zo een steiger is een brug naar waar het water diep genoeg is om te drijven of verdrinken; raken zal het je hoe dan ook. Onze gewrichten zijn al sinds lang hun soepelheid kwijt, ze corroderen door de minste druppels van een zee wier golven enkel elkaar hebben om in over te stromen - wij hebben enkel elkaar, we bewonen waar we aan hechten en blijven. Vorige Volgende