Het Liegend Konijn. Jaargang 6(2008)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Erfenis Hij was de muzikant onder de makelaars, De voorzanger in zaken, de sociale solist. Citeerde soms Stendhal, het leven bestaat Uit ochtenden, en ging op zondagmorgen stiekem Naar de kelder om een slok jenever, een lepel Honing om zijn keel te smeren voor de hoogmis. Een halfuur later al onzienlijk op doksalen Te horen beneden, vrouwen bekruisten zich, baden Dat hij niet ophield. Verder volstrekt monogaam. Ik was toen acht. Bij het verlaten van de kerk Nam hij mijn hand, wij vatten met springmessen Post aan de voet van de heuvel, gregoriaans Zingend beklom hij zijn opgaande bossen met mij Op zijn rug, sneed zieke plekken uit de bast Van canada's. En in de Volvo lag zijn jachtgeweer Te wachten op fazanten, hazen, patrijzen en hem. Zingend en snijdend liep hij onder mij te zwijgen Tegen mij. Ik heb zijn bariton nu ik dit lees. Vorige Volgende