Het Liegend Konijn. Jaargang 5(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] Wiel Kusters De hitte zegt De katten verliezen hun haren hele plukken op de blauwe mat die niet de hemel is waartegen noch het uitspansel waarin maar een bedenksel van de vloer waarop ik onbeweeglijk lig de lucht rust als warm water tussen de muren buiten speelt de kleine jongen in zijn badje in golfjes die zijn moeder maakt haar hand wapperend in het lauwe water de jongen is een kleinzoon de moeder is een dochter de hitte zegt ik ben je jaren jij hun vader in het groot en in het klein * ik denk het is de heetste zomer sinds ik uit mijn moeder werd genomen in haar armen neergelegd ten slotte in een wieg het is mij meer dan eens verteld zodat ik het nu wel schrijven moet nog een keer in mijn leven mijn vlees onder haar sluier [pagina 276] [p. 276] het rag van mijn ophanden weefsel nabije geboorte haar haren waardoorheen de wind speelde als de adem van mijn vader of de latere antwoordteugjes van mijn moeder die zij koeler dan de buitenlucht over mij blies kleine briesjes de onzichtbare waaier van haar zo gewone voornaamheid * een wieg in de schaduw ver van vochtige grond en wortels en schimmels en het kleine gedierte dat kruipt en sluipt en boort en graaft maar volop in de wereld van wespen vliegen muggen toen tegen dit alles de sluier van de bruid maar gelet op de tijd die nununu tegen mij tikte met haar eerste reeds vele seconden minuten uren en dagen als wespen tegen de onderkant van wilde wingerd vooral toch tegen het bejag van vliegende insecten toen tegen dit alles het doorschijnende wit dat zij droeg op de dag in september dat iemand haar vroeg of zij wilde worden en blijven wie ik denk dat zij was met mijn vader de tengere sterke die ondergronds werkte in gordijnen van stof van steenkool en steen stof dat zich vastbeet naar ik later begreep in het diepst van zijn longen die hijgend hij sleet Vorige Volgende