Het Liegend Konijn. Jaargang 5(2007)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Voor wie omhoog valt Over het lichtmeer vol opwiekend goudgras, sereen in ondenkende stilte, maar nog altijd zenuwachtig mager en gelukziek, strekte ik mijn hand naar de nevel die bewees dat de zwaartekracht niet opgaat voor vele fenomenen, en kalm oprees uit een sloot in zichzelf gekeerde tinten rood. En waar de eerste sterren uit de einder kantelden als een kroniek van verkondigd begin, zou jij wel even het geraamte van een groter woord berijden en door de nachtval ratelen in een vonkenregen als de onttroonde koningin van mijn jonge jaren die duurden tot ik vijftig was, zonder te begrijpen dat ik je ook zo nog uitstekend kon gebruiken en je ijle rijdier smeerde tot het muisstil scheerde langs de opgewekte zomen van zomers eindeloos. Voorbij is het voorbije nu ik gearriveerd ben in verse en vergeelde krantenknoppen zonder tal, want net als God moet wat je doet ontelbaar zijn, wat je denkt elk ding doordringen en wat je zegt het niet te doordringen, niet te zeggen ding zijn - jij ondode veel te vlezen nimf op paardskelet jij uit kantelnova vouwende fonteinen slapeloos - tot je onderkaak met een doek wordt opgebonden. Vorige Volgende