Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Tussen alles en niets We hielden van de wreedste taferelen. Van gevilde heiligen, de verleidelijke Salome van Quinten Matsys de wonderlijke allegorieën waarin dieren musiceerden. En uiteraard hielden we van Bruegel en Breughel en Hieronymus Bosch. We hielden van moerassen, venen afvoerloze vlakten. Hydromorfe bodems, de dertiende eeuwse- in de kelder opgebaarde mummies uit de kerk van Wieuwerd. Door de turf beschermd tegen bederf. We hielden van de Markies van Sade die schreef dat poep naar olijven smaakt. In werkelijkheid smaakt het naar niets. Als uitgekookte vlasvezels met een bijsmaak die zeer bitter is, vanzelfsprekend: galbitter. We hielden van De Sade, wiens lievelingsdier de slang was (en wel de dodelijke Anaconda) en woonde in een vervallen kasteel te Lacoste. Nu een kledingmerk met als welbekend symbool een groene krokodil. (Is dit toeval? of bijt al het saillante zich zowiezo in de bil?) We hielden van de liefde; haar vrolijk vet [pagina 72] [p. 72] Maakte elke landing zacht. En kijk ons nu eens kaal als de grond! Tussen minstens en niets was het dak nog even een vlies voor het begon. Vorige Volgende