Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Snit De haargrens verzilvert, aan verdoving vreemd. Daarvoor de geknipte, neem ik bezit en zetel ik. En kijk me de ogen uit in een wintersalon, een spiegel waar straks een schaar door het beeld heen glijdt. Langzaam het lemmet de scalp, word ik vermalen onder schuim, masseer je me verhalen in. Schedelsneeuw. En rust hangt me om de hals. Langs armen der barmhartigheid en zeven smarten laat ik mij aanleunen, zinkt in een teil transparant het hoofd dat tot wasdom kwam. Onder een schort de romp in schemerzone. Wat in mijn ademenen beweegt, poreuze vacht, onder de tondeuse die het nekvel straft. Op doek leg je vast. Ik besta het. Veeg je weg, klit het verknipte. Leg mij in een later dan de handdoek af. Vorige Volgende