Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Dresscode Wat het heeft om lijf en leden te verkleden en uitgerust te zijn met afwezigheid. Binnen hangt een jas. Ik maak een pas op de plaats. Dan huist nog buitenmaats in de bloedbaan een ruisen en de tanden op elkaar. Verknoopt opent zich een bloementuil en vallen stelen zonder water. Suikerzoet dat wildgroei doen vergeten moet; sap is beknepen. Nu nog pluist boven de stof een opgeheven hoofd en bloeit in de voering de pen, vlekt de kalender open. In de jas de gaten. Daar horen armen door en schouders onder. En gaten in de gaten. De holte waarin deze jas mij heeft gehad. Op zolders kiert door kasten nog onverhoeds soms licht dat zo'n jas niet hebben kan. Valt het op mijn nieuwe, zie ik webben. Vorige Volgende