Het Liegend Konijn. Jaargang 3(2005)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Herfstige vrede In het scherprechtende kustlicht o zucht wijst de pijl van de vogels weer zuidwaarts hoe langzaam verweven zich webben en water en schuldig vibreert heel de menselijke spin Zo er al stilte heerst onder de dennen dan niet onder deze die uitzien op zee Toch goed dat er herfst is de zinnen ontlenen daaraan weer het einde waarmee zij beginnen Schuimkopje lichtmist zachtaardige pijnkreet sussende wiekslag verschoven verwachting Zie wel in het donker dat nadert het donker vaderlijk ademt een halo van kaarslicht wee onze schipbreuk de vloedgolf van tranen de matglazen ogen gericht op de kist Zie dieper vanonder de peinzende basten een enkele den met de zon in zijn harsmond alsof de ochtend een chillum opsteekt een hippie de hemel in kleurengewaden die vagelijk ruisen het eind van de zomer dus laten wij dansen en niet meer verscheuren de halzen der half afgekloven kadavers die iets ons toewerpt wij noemen het niet [pagina 19] [p. 19] De vermoeide angels in de slaap verbaast de taaiste dazen niet de wind die in de dennen zingt van mensenstappen op het water van o zucht de zee en o zucht hoog in de lucht het vertrek van de vrede. Vorige Volgende