Het Liegend Konijn. Jaargang 2(2004)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] 6. Het laatste bad heeft zijn blik afgeweekt. Ik lig op een zucht van zijn ogen, een veilig nachtdier uit zijn zicht. Hij heeft zich als een mol in mij verzet. Zie hoe stekeblind hij ademt nu, onvermijdelijk uit zijn zelfportret. Soms krab ik het al strelend tegen, schiet hij als een schaduwbokser wakker, op zoek naar het eerste gezicht. Zo is hij mij het liefst, geblinddoekt door het donker. Geen licht om naar te slaan. Geen lichaam in constructie. Gewoon zijn adem en het glimhout van de maan. Tot de klaarte ben ik nog zijn vrouw, een huisdier naast hem uit zijn zicht. Zodra het licht in de kamer komt en vraagt om zijn hand, vouw ik mij om. Nog in onze lakens keer ik mij van vrouw naar vorm. Vorige Volgende