Libertinage. Jaargang 5(1952)– [tijdschrift] Libertinage– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 323] [p. 323] [Alfred Kossmann: Alles is parodie] Alles is parodie 1 Staal, dachten ze, beton, glas, chroom, Blinkende machines, schreeuw van kracht, Dat zijn de kentekenen van de eeuw. Sliep uit, zij vergaten het vuil, De geeuw, het roestig bederf, De stinkende walmen, het roet, De alles verguizende plekken (Excrementen, bloed?), De vochtige drek, de verf, Afbladderend met een alle moed Verwoestende neerslachtigheid, De luizen In tochtige huizen die de armoe splijt. 2 Ik droeg de wereld gisteren ten grave. Er is geen reden om haar te beklagen, Zij was stokoud en ziek en zeer alleen Sinds God haar echtgenoot jaren geleden Ietwat macaber ratelend is gestorven. Aan 't graf is sober maar ontroerd gesproken. De geest, hun enige zoon, zei van zijn ouders Dat het heel moeilijk was om hen te missen En dat wij hun de doodsslaap haast benijdden. De rest van wat hij blijkbaar wilde uiten Ging in een waardig prevelen verloren. De dieren stonden troosteloos aan zijn zijde. Zij snuffelden aan het graf met teedre snuiten. [pagina 324] [p. 324] 3 De hond in mij Likt vol vertrouwen aan Gods hand en laat zich strelen, De valse kat Spint vadsig op Zijn schoot, loert, gaapt en wil niet spelen. O dierentuin, De rat knaagt aan Zijn teen, de raaf pikt Hem in de' ogen, De meeuw op vlucht Krijst over winterland dat Hij ons heeft bedrogen, De ijdle leeuw Tracht Hem met fors gebrul de sterren in te galmen, De papegaai Verdoezelt Hem geheel met zijn verbale walmen. 4 (Van Italië dromend.) Ietwat neerslachtig uit Genua komend, Na een snelle overnachting In Pisa uitgestapt voor Dom, Baptisterium, Campanile, Voor vegen avondlicht, uitzichten, stegen, Voor pleinen, sluitend als schelpen Om ons eendrachtig verzinken, Onze klinkende verwachting: Rome, Venetië, Florence, Streken op de viool der Renaissance, Pauwen die hun waaiers openvouwen, Een voor een, Voor ons prachtig oog, Vrouwen niet van steen maar van duur vlees, Vuren van zelfvertrouwen, Blauwe trompetten met machtig geschal, O Jeannette en toen al dat verval. [pagina 325] [p. 325] 5 Alles is parodie. Heel dit verdeeld en ontoereikend, Op weg naar het volmaakte na twee passen Vermoeid bezwijkend Leven, Dat zich tevreden stelt met een verveeld Herhalen Van overleden manualen En dat al in principe Tot niets in staat is dan een uit dépit Diepzinnig opgevoerde parodie Van mogelijkheden, Hoe heerlijk zou het zijn wanneer het ziende Wat het verdient Een opera maakte van zichzelf, een clownerie, Waarin men zingend copuleerde, Lachende zelfmoord pleegde in onweersnachten, Uit humor nadacht, zich wenend amuseerde. Alfred Kossmann Vorige Volgende