Libertinage. Jaargang 5(1952)– [tijdschrift] Libertinage– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 170] [p. 170] [Adriaan Morriën: gedichten] Recapitulatie Wij zagen neer op onze schone handen, Onze eindelijk voltooide nagels, onze te vrouwelijke pols. In de spiegel stemden wij onze glimlach af Op het belang van de avond, hel uiteenvallen van de nacht, De komende ochtendschemer, met of zonder taxi, Misschien dronken, zeker ontrouw, hongerig met klokkende magen, En met de pijn van onze voeten omhooggestegen. Dromers met bijziende ogen, hardhorende componisten, meisjes in baljapons, Die onder een lantaren in haar tas naar geld zoeken, De poederdoos aanraken, de huissleutel betasten, een dubbelgevouwen brief. Liefde werkt snel als vergif, of vriendelijker als aspirine. De begeleidende hoofdpijn zal zeker verdwijnen, De hongerige ingewanden komen tot rust, de voortplantingsdrift Resigneert, verandert in monologue intérieure, in gevoeligheid Van de vingers, de tong bij het kussen, in verhoogde reukzin, Afkeer te gaan slapen, vaderliefde, trek in sinaasappelsap. De bakkersknechts, die naar hun werk gaan, nemen er iets van mee, De schoonmaaksters weten er raad mee met bezem en dweil. De huizen brengen hoogte en diepte in onze gevoelens. Het water, de wind, het beginnende licht restaureren de rest. Adriaan Morriën [pagina 171] [p. 171] Toenadering De schoonheid van een vrouw, wanneer wij haar niet kennen, 't Vermoeden wat zij zijn kan, de lectuur van handen, ogen en gezicht. Haar voeten dragen schoenen, tot mijn spijt, want tenen, Wreef, hiel en zolen zijn aandoenlijker dan tranen, Beschamender dan vingernagels die te kort zijn of te breed. 't Is goed, dat vrouwen kleren dragen: 't zou te koud zijn, Maar ook te triest haar naaktheid dadelijk te overzien. Ik houd niet van een lichaam dat geen fouten heeft te bieden. Voor mij zijn grote, kleine borsten beter dan volmaakte. Make-up heeft zin door wat er onder ligt begraven En bloot komt na een kus, een nacht van liefde of van slaap: De eigen lippen onder lippenrood als van een dode, De bleke wangen met hun vlekken van vergelding, Een reddend puistje op een verder smetteloze kin. Adriaan Morriën [pagina 172] [p. 172] Pastorale De paarden mogen blijven leven Een aarde zonder mensen maar met hengsten merries veulens De boerderij verlaten maar de weide vol met vee Het bos weerklinkt van 't esperanto van de dieren De lanen en de paden worden overwoekerd Bloemen verdringen zich als engelen om een dode Geen leunstoel bij het raam geen fles met medicijnen Een wereld die haar hemd heeft uitgetrokken De tijd ligt als een veulen in het gras De koe vergeet de schaamte om haar uiers Het varken wordt weer mager als een filmster De kippen zoeken vaders voor hun kuikens De slakken huizen nu voor goed in alle keukens Het zout verdroogde of smolt weg tot tranen Een kudde olifanten snuffelt aan de dakgoot Een zebra raakt verdwaald in vroegere villawijken Een geit verandert zienderogen voor de spiegel De liefde is een samenscholing op de pleinen En God niet meer verstrooid door onze vaders Verandert zijn drievuldigheid in paarden Een merrie om zijn nederdaling te ontvangen Een hengst voor verre tochten op de aarde Een veulen voor de zondeval der slangen Een ezel voor de al te hete dagen Het leven keert terug naar oude wouden De kikkers kwaken in de late avond Er is geen voorkeur meer voor nachtegalen En ook de hazen halen ruimer adem De nacht verzamelt paarden en geluiden De wind verplaatst zijn grote schone handen Adriaan Morriën Vorige Volgende