| |
| |
| |
De Overtreffende Trap in Mexico?
Vanuit de lucht gezien lijkt Mexico-City op een tafelblad te liggen waarvan de lage opstaande randen gevormd worden door vulkanenreeksen; daarachter de leuningen van een paar hoge stoelen, de met sneeuw bedekte toppen van de uitgedoofde vulkanen Popocatepetl en Ixtaccihuatl. Deze stad van ongeveer 2 1/2 millioen inwoners ligt een heel eind boven de zeespiegel, bijna 2600 meter en na de warmte overdag waren de avonden er in de tijd dat ik er was, November, zeer koel. Dat was niet overal het geval; in Acapulco aan de Westkust bijvoorbeeld, behoorde de loodzware vochtige warmte met het dreunende krekelkoor en de kleine hagedissen die in de kamer rondliepen tot de voornaamste belagers van m'n slaap. Toen ik de historische toegangsweg tot de hoofdstad in de richting van Vera Cruz afreed, begon het tot me door te dringen tot wat voor een volslagen krankzinnige onderneming Hernan Cortès zich in 1519 had laten verleiden: de verovering van het hooggelegen Tenochtitlan, de hoofdstad van de krijgshaftige Azteken, nu Mexico-City, met een troepje van 400 armzalige avonturiers. Een daad als van een kind dat in de hoop de schatten op tafel te pakken te krijgen het tafelkleed naar beneden trekt en ongedeerd tussen de scherven op de grond blijkt te zitten. Met de scherven zit Mexico nog steeds; de tegenstelling tussen spanjaarden en indios is er door de eeuwen niet minder op geworden en de Picasso van dit land, Diego Rivera, achtte het geraden Cortès op zijn laatste muurschildering in het Palacio Nacional in de hoofdstad, zogenaamd op grond van recente onderzoekingen van diens schedel, af te beelden als een kobold. In de eerste taferelen is Cortés nog de edele held in een Karel de Vijfdepakje. De versaliteit van deze doorgewinterde oude communist leek mij maar matig te bewonderen; de taferelen uit de geschiedenis van Mexico waren vrij bombastisch en conventioneel en de schildering van de euvelen van het kapitalisme een soort schooljongensnachtmerrie van strafwerk en boze leraren. Weinig inhoud, maar wel een mooie vlakverdeling en sprekende kleuren; meer inhoud heeft, lijkt me Rivera's collega Orozco, die in een rauwe muurschildering in het paleis van Chapultepec Benito Juarez verheerlijkt. Met Rivera en Orozco werd de kunst van het muurschilderingen maken in Mexico echter op een niveau gebracht als thans nog weinig bereikt wordt in de rest van de wereld.
Het landschap, waar de Spanjaarden op hun eerste tocht naar het binnenland door heen trokken, is waarschijnlijk niet veel veranderd in de loop der tijden. Eerst de tropische hitte van Vera Cruz; daarna een subtropisch gebied met grote plantages, o.a. van president Alemán; Jalapa, een stad temidden van tuinen en vervolgens een gematigde zône met pijnbomen en een soort alpenweiden. Wanneer we verder klimmen komen we in het gebied van de vulkanenreeksen, ongelofelijk verlaten, met hier een hardgroen kratermeer en een eind verder roestrode rotsen die geleidelijk overgaan in de hoogvlakte van Mexico, een vrij kaal en zandig plateau waaruit de kegels van uitgedoofde vulkaantjes abrupt tot vlak bij de hoofdstad oprijzen. Langs de wegen de stoffige aanplantingen van de agave, het enige dat ook in de droge tijd - 's winters -, nog een beetje wil groeien en waaruit de mexicaanse nationale drank, de melkachtige pulque, een zeer
| |
| |
krachtige borrel, bereid wordt. Tenslotte Mexico-City, de stad die oorspronkelijk gebouwd werd op een aantal meren die nu grotendeels uitgedroogd zijn. Nu, na een aantal eeuwen experimenteren, begint Mexico-City bewoonbaar te worden, al zakken sommige grote gebouwen nog langzaam in de opdrogende bodem weg en staat een gedeelte van de stad soms blank in de regentijd. Misschien is in geen enkel land buiten onze grenzen Waterstaat zo belangrijk, niet alleen voor de hoofdstad zelf waarvoor de waterwerken bij Lerma nu overvloedig water, zelfs in de droge tijd, verschaffen, maar ook voor de rest van het land. Mexico-City heeft een aantal zeer mooie moderne wolkenkrabbers die veel speelser van stijl zijn dan hun stijve amerikaanse collega's; o.a. zag ik er één waarbij de gevel tot aan de top een binnenwaartse ronding vertoonde. Als de mexicaan eenmaal bezeten raakt door de moderne bouwkunst en techniek, durft hij veel meer dan de amerikaan. Getuige daarvan sommige onwaarschijnlijke wolkenkrabbers en een waanzinnige autorace die ik dwars door de straten van Mexico-City voorbij zag gaan: vóórop voor hun leven racende politie-agenten op motorfietsen met sirenes, - alles heeft hier sirenes en voor luchtalarm zal men tot de tom-tom moeten terugkeren -, en daarachter de race-auto's; wat niet uit de weg kon komen zal wel onherroepelijk overreden zijn, hoewel er in deze stad, waar het verkeer levensgevaarlijk heet, weinig ongelukken gebeuren. In het midden van de stad troont de kathedraal op dezelfde plaats waar de hoofdtempel van de Azteken stond. Het is een kolossaal laag en log gebouw, symbool van het katholicisme in dit land, dat triomfantelijk op de veroverde gebieden ging zitten. Alleen de gevel van de Sagrario naast de kathedraal heeft een zekere barokke sierlijkheid.
Oorspronkelijk was het land verdeeld over een aantal hacienda's, elk met een eigen bevloeiingssysteem, een grootgrondbezit dat een behoorlijke bron van inkomsten voor een handjevol spanjaarden betekende. Tengevolge van de haat die grootgrondbezitters waar ook ter wereld, blijkbaar niet na kunnen laten op te wekken, - Ramón uit D.H. Lawrence's The plumed serpent lijkt me een vriendelijke illusie -, werd het grootste gedeelte van de hacienda's in de verschillende revoluties verwoest, maar pas na 1934 onder president Cardenas kwam er iets terecht van de landverdeling onder de indios. De hervormingsijver van Cardenas, zelf een indio, vormt, nu de wind weer meer naar rechts aan het draaien is, het onderwerp van een aantal spijtige verhalen zoals wij die hier ook kennen. De president kwam eens in een dorp om het land te verdelen en terwijl hij daarmee bezig was riep een man hem toe dat hij hem zijn zuster aanbood. Officieel schonk de president geen aandacht aan deze uitroep, maar officieus liet hij na afloop de man bij zich komen en vroeg hem hoe hij dat eigenlijk bedoeld had. Tussen haken: Pancho Villa, de befaamde bandietengeneraal en rokkenjager, leeft blijkbaar nog steeds in de gedachten van de rechtsen. Vriend, zei de president, je kunt toch niet over je zuster beschikken? Kunt u dan soms over het land van anderen beschikken?, luidde het snedige antwoord, dat de man misschien een nette plaats bezorgd heeft in zijn dorpskerk, nu alom weer vrij de mis wordt opgedragen en men zelfs praat over hervatting van de betrekkingen met het Vaticaan, hoewel de tegenwoordige president een vrijmetselaar is.
Voor een goed begrip van de toestanden in dit land moet men zich in de
| |
| |
eerste plaats realiseren dat Mexico nog een overwegend agrarisch land is. De revoluties die zich hier hebben afgespeeld zijn voornamelijk uitgevochten in de agrarische sector. Door het uiteenvallen van het grootgrondbezit ontstond er een vacuum aangezien het land vaak in kleine stukken werd verdeeld zonder dat de noodzakelijke economische eenheid behouden bleef. In een land met een over het algemeen schrale en moeilijk te bewerken bodem bleek dit funest te zijn en in bepaalde streken levert de landbouw dan ook voor de indios net genoeg op om niet dood te gaan, maar ook niet meer. In sommige dorpen is zelfs bij vluchtige aanschouwing een ongelofelijke armoede te zien. De kleine indios die vóór het inrijhek van de Hacienda Vista Hermosa bij Cuernavaca gedeeltelijk naakt tussen de varkens in het stof ronddartelden schenen zich daar echter niet veel om te bekommeren. Deze hacienda, waarvan alleen de muren, gedeelten van het aquaduct en de klokketoren na de verwoesting waren blijven staan, werd kort geleden herbouwd als hotel; een groot, koel, wit gebouw in een prachtige tropische tuin met een zwembad dat door een warme bron gevoed werd. Zware gewelven, grote bruine tegels op de grond en in de kamers zware donkere houten stoelen, spaanse koloniale stijl, die een typische illustratie vormde van de onzekerheid van de westerling die zich in de tropen zoveel mogelijk ‘vastigheid’ wil verschaffen. Buiten de poort van dit massieve paradijs woonden de indios in leemhutten. Misschien waren ze er een beetje beter aan toe omdat het economische centrum van hun bestaan, zij het opnieuw in een voor hen weinig aanvaardbare vorm, hersteld werd. De enige werkelijke oplossing voor de indios moet echter, geloof ik, gezocht worden in de richting van coöperaties zoals president Cardenas die voor de katoenbouw in de provincie Sonora invoerde, waarbij evenwel niet vergeten mag worden dat het nog zeer lang kan duren voordat de nog grotendeels analfabete indios zelf verantwoordelijkheid zullen kunnen dragen. Dat de regering dit beseft, bewijst het ambitieuze scholenbouwprogramma van president Alemán en aangezien er sinds 1934 politieke rust heerst in Mexico, zijn de bestaande schoolgebouwen ook niet meer zo nodig voor het opsluiten van politieke tegenstanders als vroeger.
Het aandeel van de industrie dat thans op 25 à 30% van het nationale inkomen van Mexico wordt geschat groeit nog steeds, een ontwikkeling die eigenlijk pas dateert van ná 1940, toen president Camacho aan het bewind kwam en in tegenstelling tot zijn voorganger Cardenas bewust begon te streven naar een uitbreiding van de industrie. Behalve de mijnbouw, die o.a. door monniksorden direct na de komst van de spanjaarden ter hand werd genomen en de aardoliewinning die dateert uit het einde van de vorige eeuw, is de rest van de industrieën van zeer recente datum. In de omgeving van Mexico-City vallen de grote industriële vestigingen direct op. Het landschap ziet er uit als een woestijn met hier en daar een reusachtige cactus, en de lage hallen en loodsen rijen zich soms kilometers lang aaneen.
Met de vestiging van nieuwe industrieën wordt Mexico echter voor het probleem van een sociale politiek ten opzichte van de fabrieksarbeiders geplaatst. Het stelsel van sociale voorzieningen is nog weinig ontwikkeld en was tot 1940 eigenlijk alleen urgent in de olie-industrie. In 1937 werd de gehele olie-industrie wegens de buitengewoon slechte toestanden onder de arbeiders genationaliseerd. Evenals zijn ambtgenoot in Perzië in deze da- | |
| |
gen, haalde Cardenas zich daarmee onverdiend een slechte naam in de gehele wereld op de hals. De Petroleos Mexicanos, de nationale olie-onderneming, deed echter weinig aan researchwerk en men vond het, toen ik er was, blijkbaar nog een zeer belangrijk probleem dat de gevel van het gebouw waarin eerst de engelsen zaten en nu de Pemex, geheel vervangen werd door een nieuwe gevel teneinde de voorbijangers op de Avenida Juarez in Mexico-City geen aanstoot meer te geven. Op het ogenblik is er ook voor het eerst weer een gemengd mexicaans-amerikaanse maatschappij op zoek naar nieuwe oliebronnen, maar nu achter een echtmexicaanse gevel.
Mexico staat op de drempel van een industriële ontwikkeling, die gezien de zeer grote natuurlijke hulpbronnen van het land een grote vlucht kan nemen. Europese maatstaven zijn echter in dit land van contrasten moeilijk aan te leggen; enerzijds geven de landverdeling en de vorming van coöperaties, de nationalisaties en de syndicaten in verschillende bedrijfstakken de indruk dat het tijdperk van een kapitalistische maatschappij-orde voorbij is, anderzijds is de tegenstelling tussen rijk en arm er nog zeer groot en staat de industrie nog in de kinderschoenen, zodat Mexico eerder onder de jong-kapitalistische landen gerangschikt zou moeten worden. Ondanks de minder rooskleurige toestanden onder de indios en het stadsproletariaat van de hoofdstad, waarvan de film Los Olvidados een buitengewoon goed beeld geeft, heeft het communisme er weinig voet aan de grond gekregen omdat de mexicaan niet gediend is van een straffe partij-discipline. Een mexicaanse parade geeft ook meer de indruk van een optocht van een ‘volksleger’ dan van een straf gedisciplineerde stoottroep van loden soldaten, waarvan speciaal nazi's en communisten het geheim schijnen te bezitten. Daarmee hangt samen dat het begrip generaal in Mexico niet verbonden is met bureaucratische ijzervreter maar meer met condottiere. Ideologisch vormt het anarchisme er een factor doordat het als een zuurdesem gewerkt heeft in de opvattingen van de mexicanen omtrent staat en politiek.
Of de politieke ontwikkeling van het land zich helemaal zo geruisloos zal voltrekken als de regeringspartij de P.R.I. zich dat voorstelt is een vraag. In dit jaar worden er presidentsverkiezingen gehouden. De naam van de regeringscandidaat, Ruiz Cortines, is op alle muren gekalkt, de namen van de andere candidaten al of niet versierd met het woordje ‘traidor’ op vele muren, maar het staat vast dat president Alemán opgevolgd zal worden door zijn stadgenoot uit Vera Cruz. Hoe betrekkelijk het begrip dictatuur kan zijn voor latijns-amerikaanse landen bewijst ook Mexico, waar andere partijen naast de regeringspartij bestaan en niet alleen als ornament. De candidaten van de andere partijen voor het presidentschap worden voortdurend besproken in de grote bladen, maar uiteindelijk zal de verkiezingsmachine van de P.R.I. het pad wel effenen voor Cortines, die gezegd heeft dat hij de politiek van Alemán zal voortzetten, o.a. dus meer industrialisatie.
Met de religieuze toestanden en opvattingen is het in Mexico enigszins eigenaardig gesteld. Het katholicisme is de godsdienst van bijna 95% van de bevolking, maar het anti-clericalisme is er nog steeds zeer sterk, al is het minder geworden dan gedurende de regering van president Calles omstreeks 1927. Evenals de haciendero's met wie men vaak gemene zaak
| |
| |
maakte, heeft de priesterstand zich in het verleden in Mexico grondig gehaat gemaakt. Niet alle priesters waren echter de conservatieven toegedaan; Hidalgo, een dorpspriester uit Dolores, wordt beschouwd als de vader van de mexicaanse onafhankelijkheid. In 1810 hief hij de kreet aan die nu nog steeds op de onafhankelijkheidsdag vanaf het balcon van het Palacio Nacional door de president herhaald moet worden: ‘Lang leve onze Heilige Moeder van Guadalupe! Lang leve America! De dood aan de slechte regering!’ De Virgen de Guadalupe is de patrones van de indios en de progressieven zoals de Virgen de los Remedios dat is van de spanjaarden en de conservatieven. In het verleden hebben de beide Heilige Maagden enkele malen op het slagveld tegenover elkaar gestaan.
Van het begin af aan schijnt het katholicisme zich in Mexico gekenmerkt te hebben door een sterke bigotterie en een toenemende verstarring. Als oningewijde schrikt men enigszins wanneer men in de geheel verlaten kathedraal in Mexico-City plotseling een gemurmel achter zich hoort en een hele familie op de knieën naar het hoofdaltaar ziet kruipen. Een ander voorbeeld zag ik in het kerkmuseum dat de regering heeft laten inrichten in het klooster van Santa Monica in Puebla dat pas in 1934 ‘ontdekt’ werd en daarna als zodanig werd gesloten. Kloosters zijn al sinds lang verboden in Mexico. IJzeren doornenkronen, geselroeden met spijkers, loodzware houten kruizen, harten en tongen op sterk water met de naam van de donateur op de fles, een hele santekraam van de meest groteske voorwerpen waarmee de nonnen hun dag aangenaam plachten door te brengen, was in dit clandestiene klooster dat alleen via een ingenieus stelsel geheime deuren te bereiken was, bijeengebracht. Mijn gids trachtte uit te vinden hoe ik over dit alles dacht en tenslotte kreeg ik een papiertje van hem waarop stond dat alle mensen gelijk waren en in de grond van de zaak van goeden wille en dat degene die dit papiertje gaf een goed mens was. Ik ben er nog niet achter of hij een vrijmetselaar was of zo maar een goed mens.
Tegen de achtergrond van een dergelijk klooster stierf de priester uit Graham Greene's The power and the glory eigenlijk. Dit boek speelt in 1927 in één van de zuidelijkste en achterlijkste staten van Mexico, in Tabasco, midden in de strijd die president Calles op grond van de constitutie van 1917 tegen de kerk voerde. Volgens het bekende recept wordt Greene's priester als een groot zondaar voorgesteld om hem daarna des te triomfantelijker te kunnen redden toen hij eenmaal zijn lot voor het vuurpeloton gelovig wist te aanvaarden nadat de politie van de gouveneur, die jacht maakte op voortvluchtige priesters, hem te pakken had gekregen. Theoretisch is Greene's opzet niet onaardig, maar hij laat zijn roman nu eenmaal in Mexico spelen en voor een mexicaan denkt en handelt deze priester wel erg westers lijkt me, terwijl de luitenant die hem gevangen neemt zijn tegenlesje van Greene wel mag opzeggen, maar natuurlijk niet de gelegenheid krijgt om de olievlek van achterlijkheid die het katholicisme in Mexico eigenlijk was, geheel te belichten. Na een bezoek aan Mexico en een nadere beschouwing van de periode rond 1927 in de mexicaanse geschiedenis kan ik Greene's boek alleen nog waarderen als een knap propagandapamflet voor de kerk en dan ook nog maar matig.
Behalve Greene vond ook D.H. Lawrence in Mexico inspiratie voor een roman. Groter tegenstelling dan tussen The power and the glory en The
| |
| |
plumed serpent is er echter niet denkbaar. Lawrence ging naar Mexico in het geloof dat hij daar een natuurreligie zou vinden die een remedie zou geven voor alle ziekteverschijnselen van deze tijd. Anders dan Greene kwam hij terstond tot de conclusie dat het katholicisme de meest onnatuurlijke religie in Mexico was en verdiepte zich in de overleveringen van Azteken en Maya's met hun fraai klinkende godennamen Quetzalcoatl en Huitzilo-pochtli. Bij Lawrence, omgekeerd als bij Greene, een te waarderen bedoeling maar een onmogelijke vorm: The plumed serpent is practisch onleesbaar. Veel van de oude symbolen en overleveringen die Lawrence tot in het groteske overdreef leven echter inderdaad nog voor de bevolking; een vriend van mij vertelde me dat hij eens per ongeluk een heilige slang die door de indios werd gevoed, gedood had. De gevederde slangen in de Ciudadela van San Juan Teotihuacan en de geweldige pyramiden daar, de ruïnes van de tempelsteden bij Oaxaca en in Yucatan oefenen nog steeds een magische werking uit op het leven van de bevolking. Mexico is bezaaid met archeologische resten en de oude versieringen worden nog voortdurend bij het weven van de sarapes - een soort plaids om om te slaan met een gat er in voor het hoofd - gebruikt. De mensenoffers en moordpartijen van de Azteken moeten ook nog ergens leven in het onderbewustzijn van de mexicanen. Ze komen alleen niet naar boven in de gestyleerde vorm die Lawrence daaraan gaf, maar in de telkens weer uitbrekende bloedveten en in de verwoedheid waarmee de partijen elkaar in de verschillende revoluties te lijf gingen. Evenals voor de katholieke spanjaarden was het bloedvergieten voor de heidense indios een sacrament. Veel van wat Lawrence in zijn boek beschrijft is ongetwijfeld in het mexicaanse volkskarakter aanwezig, al is er bij de indios weinig te merken van de ingehouden oerkracht die Lawrence hun toedicht, maar meer van de geresigneerdheid van een volk dat eeuwenlang onderdrukt werd en de natuurlijke gesteldheid van het land tegen zich had.
De mexicaan is over het algemeen niet groot en beweegt zich langzaam, steeds opvallend rechtop alsof hij pas had leren lopen. Die traagheid kan echter plotseling overgaan in een verbazingwekkende beweeglijkheid zoals die vaak op de markt ten beste gegeven wordt. De huidskleur van de indios is donkerbruin tot heel matbruin wanneer zij veel spaans bloed hebben, maar een duidelijke onderscheiding zoals tussen indonesiërs, indo's en europeanen is er tussen indios, halfbloeds en Spanjaarden niet. De indio heeft hoge jukbeenderen, sluik zwart haar en een over het algemeen rond gezicht. Wanneer men een mexicaan ziet is men geneigd Atlantis terstond naar het rijk der fabelen te verwijzen omdat de verwantschap met mongolen, chinezen en koreanen veel opvallender is dan met enig ras in het oude werelddeel of in Afrika.
Het meest opvallend in Mexico zijn de grote breedgerande strohoeden die door alle mannen van jong tot oud gedragen worden, de sarapes en de donkere kleding en zwarte hoofddoeken van de vrouwen die scherp afsteken tegen de witte kleren van de mannen.
De indios zijn zeer gereserveerd en gesloten tegenover vreemdelingen als hoedanig zij ook de volbloed spanjaarden nog min of meer beschouwen. Mexico's nationale held is Cuauthemoc, de laatste Aztekenkeizer, die Tenochtitlan verdedigde tegen Cortés en bij wiens standbeeld op de Paseo
| |
| |
de la Reforma in Mexico-City ieder jaar een herdenkingsplechtigheid wordt gehouden door zijn nakomelingen. Na de Spanjaarden en fransen, - het mexicaanse avontuur van Napoleon III - kwamen de amerikanen naar Mexico, eerst de oliemaatschappijen, later om in Mexico in de opkomende industrieën te investeren en tenslotte de reusachtige stroom van amerikaanse toeristen. Tegenover hun noorderburen nemen de mexicanen een zeer gereserveerde houding aan, o.a. werd de M.S.A. hulp onlangs verworpen in het mexicaanse parlement. Men beschouwt de yankee's als parvenu's, beroept zich op Mexico's zeer oude culturen en praat graag over de veel grotere intellectuele belangstelling van de mexicanen tegenover de magazine-honger van de gemiddelde noord-amerikaan. Mexico-City heeft veel meer boekwinkels dan een amerikaanse stad en men beschouwt de boekhandel in dit land niet als een bijzaakje van de grote warenhuizen zoals in de U.S.A. het geval is. Tegenover de luidruchtigheid van de opdringerige noord-amerikaan stelt de mexicaan zijn hoffelijkheid, die zo ver gaat dat hij zijn gast de meest kostbare zaken zal aanbieden die de gast echter niet verondersteld wordt te accepteren; doet hij dat toch dan wordt dat als een bewijs van lompheid beschouwd. Ik wist dit niet en had bijna een verblijf in een luxueuze flat met drie dienstboden en een huisknecht aanvaard van een mexicaan die zelf op reis ging. Bij besprekingen met mexicanen wordt een groot deel van de tijd besteed aan accolades en plichtplegingen. De mexicaan heeft nu eenmaal de tijd en de boeren zitten het grootste gedeelte van de dag naast hun ezeltje in de schaduw van een boom te praten of liggen te slapen.
De sfeer in dit grote land - ongeveer 1/4 van de oppervlakte van de Verenigde Staten - met 22 millioen inwoners heeft een zeer eigen karakter. In November wordt één van de grote revoluties herdacht, ik geloof de omverwerping van de dictatuur van Porfirio Diaz in 1911. Onder de reusachtige oude bomen van het bos van Chapultepec bij de hoofdstad krioelde het die dag van de rondslenterende mexicanen. Aan kleine stalletjes werden de meest ongelofelijke gerechten opgedist, o.a. tortilla's, kleine pannekoeken met een scherpe rode saus en het hele bos was vervuld van de etenslucht. Kleine kinderen met sarapes over hun schouders en kolossale roze ballonnen gesponnen suiker liepen braaf aan de hand mee en op de vijvers verdrongen de indiaanse kano's elkaar. Of een ander beeld: bij het uitgaan van een volkstheater waar de populaire Agustin Lara de scepter zwaaide over een soort revue en de nieuwste liedjes gelanceerd werden; een onbeschrijfelijk gedrang, bedelaars met staatsloterijbriefjes, blinden en gebrekkigen die gebruik trachtten te maken van de milde stemming waarin de toeschouwers het theater verlieten. Typische vormen van mexicaanse volksmuziek zijn de mariachi en marimba, waarvan de eerste van de indios afkomstig is en waarbij de nadruk valt op strijk- en fluitinstrumenten, terwijl de marimba meer een importmuziek uit het bekken van de Caraïbische Zee is die sterk onder negerinvloed staat. Vooral de marimba wordt dikwijls onherkenbaar gestyleerd en is dan eigenlijk alleen nog jazz. Ook Lara maakte zich hieraan nogal schuldig maar in ieder geval bleven de klanken zeer opwindend.
Het is moeilijk te zeggen welke richting Mexico in de toekomst zal opgaan nu het land sinds 1940 een nieuwe fase in zijn economische ontwikkeling is
| |
| |
ingegaan. Ogenschijnlijk is alles rustig en komen er weinig arbeidsconflicten voor, maar de snel aangroeiende bevolking en de toenemende industrialisatie plaatsen de regering nu al voor grote problemen. Of een meer rechtse koers of zelfs een middenkoers op den duur in staat zal zijn het land stabiel te houden is een open vraag. Het is te hopen dat het land voor de tragedie van een nieuwe revolutie, die ongetwijfeld een veel ernstiger karakter dan de revoluties in het verleden zou aannemen, gespaard zal blijven. In de eerste jaren lijkt bij een verstandig beleid en een inperking van de corruptie weinig kans op een verandering.
Het mexicaanse landschap is groots, grootser nog dan het landschap in Spanje dat er veel op lijkt. Voordat de over het algemeen smakeloze barokkerken gebouwd werden, hadden de indios hun pyramiden en tempelsteden in dit landschap neergezet. Hun bouwwijze kenmerkt zich door een prachtig gebruik van de mogelijkheden die trappen bieden en door een groot meesterschap bij het scheppen van ruimtewerking binnen hun tempelplaatsen. De Ciudadela, de tempel van Quetzalcoatl in San Juan Teotihuacan is daar een goed voorbeeld van. De grote trappyramide van de Zon bij het zelfde dorp is zo gebouwd dat iemand die de trappen opklimt het volgende lichaam van de pyramide niet kan zien dat pas op de omgang geheel zichtbaar is. Mexico staat op het ogenblik op zo'n omgang en ziet een nieuwe opgang vóór zich. De pyramidebouwers van wie men graag de wonderlijkste dingen veronderstelt, hebben op de grote pyramide van de Zon echter óók een kleine trap aangebracht waar men achteruit naar beneden moet klimmen omdat de treden te smal zijn.
L.J. Pieters
November 1951.
|
|