short-stories, aforismenbundels, fabels en berijmde geschiedenissen, grotendeels geschreven voor het Zondagsblad van de San Francisco ‘Examiner’ - de kern van wat later het Hearst dagbladconcern zou worden - en tijdschriften met veelzeggende titels als ‘The Wasp’ en ‘The Argonaut’, welke deels onder zijn eigen redactie stonden.
Het zijn verhalen uit de Burgeroorlog, over bovennatuurlijke verschijnselen, enkele gruwelijke geschiedenissen, waarin oudermoord een centrale plaats inneemt, moralistische fabels, humoristische schetsen en een ‘Cynics Wordbook’, dat later onder de titel ‘The Devil's Dictionary’ in boekvorm gepubliceerd is; een verzameling cynische en sarcastische aforismen, spotverzen en ultra-korte verhalen, alles ter verklaring en illustratie van woorden, die Bierce zorgvuldig uitkoos en alfabetisch rangschikte.
Uit dit werk, nog tijdens zijn leven in twaalf delen verzameld, heeft men de cynicus Ambrose Bierce naar voren gehaald - met goede grond van bewijzen, want hij heetf zelf niets nagelaten om als cynicus en mensenhater geboekstaafd te staan. In een van de weinige publicaties over Bierce, een artikel in de Saturday Review of Litterature van 12 October 1946 (later herdrukt als inleiding op de in dat jaar verschenen ‘Collected Writings’) van de hand van Clifton Fadiman, wordt Bierce geheel uit deze gezichtshoek beschouwd. ‘Portrait of a misanthrope’ heet 't, en als misanthroop wordt Bierce door vrijwel alle litteratuur-historici gezien, inbegrepen prof. Kranendonk die in zijn geschiedenis der Amerikaanse letterkunde vijf pagina's Bierce geeft. Hoe genereus dit is beseft men eerst als gebleken is dat bijvoorbeeld de ‘Cambridge History of American Litterature’ van zijn 2000 bladzijden er nog niet één geheel aan Bierce wijdt.
Geboren uit zeer arme ouders in Meigs County, Ohio, schijnt Bierce zijn leven lang het ongeluk van zijn jeugd diep gehaat te hebben. Hij haatte zijn ouders, zusters en broers (op één na), hij haatte de armoede waarin hij opgroeide, hij haatte de religie, die hem met de paplepel werd ingegeven en van al deze aspecten van zijn haat vindt men in zijn werk de onverbloemde voorbeelden. Het lijkt overdreven Bierce's gehele leven het licht van de familiehaat te plaatsen, maar ongetwijfeld is deze haat een belangrijk element. In de verzameling van vier verhalen onder de titel ‘The Parenticide Club’, treft men de volgende beginregels aan:
‘Having murdered my mother under circumstances of singular atrocity, I was arrested and put upon my trial...’
(Uit: My Favourite Murder)