of te trekken, wiert nog harder genepen. De man d' oorsaak van de vrous schreeuwen verstaan hebbende, sloeg terstont met een vuurslag vuur, en een kaars aanstekende, sag dees gelegentheyd aan, en de kreeft soekende af te trekken, dede hem te harder nypen, so dat hy most aflaten, de vrouw seyde: Liefste, ik heb wel hooren seggen, dat dese Kreeften yets gevat hebbende, en daar men stijf op blaast, 't selve straks los te laten; Dat sal ik haast besoeken, antwoorde de man, en voegde hem met neus en mont soo digt by de Kreeft, dat hy beginnende te blasen, met d' ander schaar des kreefts, in d' onderste lip so dapper genepen wiert, dat hy also luyde als de vrou gedaan had, schreeude, welk schreeuwen door de vrouw verdubbelt wierdt, so haast den man, sig willende los trekken, sy beyde van de kreeft met de twee scharen te gelijk, so hard als hy kon aan wederzijde geknepen wierden. Hier over mosten sy so stille leggen, datse niet aan haar lijf dorsten verroeren, maar grynsde malkander seer leelijk aan, d' een met een mont vol, en de ander sonder tanden, dog beyde wel gebaard, maar d' een met geschooren en opstaande, de ander met ongeschoren en hangende knevels; en hoe seer de kreeft zijn best dede, om dese twee monden by mal-