Van een Man die met zyn Vrou twiste.
EEn Man, die alle dagen met zijn Vrouw overhoop lag, op seker dag met haar kijvende, seyde dat hy meester in huys wilde zijn, ende sy hem gehoorsamen most; en ik versta, antwoorde de vrouw, dat alle dingen hier in huys naar mijn hooft sullen gaan, en niet na het uwe, en gehoorsaamt my ook datelijk, of ik sal toonen dat het my leet is, ik sal het doen, sey de man, en greep voort na kannen, kandelaars, potten, ketels, tongen, roosters, en wat los was, en hem voor de hand quam, en wierp het haar na haar hooft, dat de stukken over de kamer heen vlogen; och ik ben verlooren, ik ben verlooren, riep de vrouwe, hy dit hoorende, nam een besemstok, en sloeg 'er so dapper datse begon te bloeden, ende schreeuw-