Een kranke Juffer ende een Klugtige Doctoor.
FRanciscus, Konink van Vrankrijk, zijnde niet wel te pas, ontboot terstont zijn Artz die hem de pols voelde, ende bevont dat de Majesteyt sig alleen een weynig ontstelt hadde, oordeelde derhalven goed, dat men hem eenig vermaak soude aandoen; terstont quam'er Marot: die, dewijl 'er de Koningin en hare Staat-juffers tegenwoordig waren, die tot een tijtverdrijfje voortbragt. Een klugtige Doctor, zijnde by een jonge Iuffer ontboden, begeerde om te beter van haar quaal te oordeelen, haar de pols te voelen; maar sy zijnde heel beschaamt, trok den arm na haar, wanende dat sulks sonder pijn en schande niet kon toe gaan: des trokse de hembsmouw heel over de hand, en leyde de selve so boven op het dek. Opstaande voet neemt den Doktor de sliep van zijn Mantel, en