schiedt dat ik met een van allen soo wijt van de mensch-wordinge in reden ben gekomen, dat ik daar door een soon, die my moy opgebakert wiert t' huys gesonden, heb overgewonnen? dit kindt is nog in't leven, en wordt op mijne kosten groot gemaakt: soo bidde ik dan, dat gy dit niet qualijk gelieft te nemen. Terstont gaf sy tot antwoort: mijn wel-beminde, gy verheugt, dus doende, my ten alderhoogsten? want nu is 'er gelegentheyt om onse begonne vrientschap vaster te maken, want ik heb over drie jaren, by een goet gesel, een dogtertjen, dat nog leeft, overgewonnen; soo dat we dese twee, te weten, u soon en mijn dogter, ter gelegener tijd aan elkander kunnen huwen; en alsoo, buyten verwijt, en misnoegen, te samen leven konnen. So haast had Clement niet uyt, of de Konink seyde al lagchende: hoerery en dievery konnen, so het schijnt, niet verhoolen blijven.