't Leven en Bedryf van Clement Marot
(1768-1794?)–Anoniem Leven en Bedryf van Clement Marot, 't– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
hoorde vertellen; des hy met een vrolijk gelaat dus uytvoer; Sire, het is een gemeyne plaag voor de mans, die de wijven, so haast als sy gehuwt zijn, haar best doen om de broek aan te krijgen, het geen haar dikwils gelukt, mits de mans daar in niet tijdts genoeg voorsien. Het is onlangs binnen uwe stadt Parijs gebeurt, dat een Timmerman, siende dat zijn wyf door over-geve boosheyt hem dagelijks na de kroon stak, soo dapper vergramde, dat hy zijn handen aan het stuk vleesch begon te leggen, en haar de huyt so lang met een maat-stok toude, tot datse, hebbende wel drie of vier gaten in de kop, siek te bedde gink. Hy spaarden geen kosten om haar wederom tot'er vorige gesontheyt te brengen? daaglijks quam'er een Doctor en Wont-heelder, daar by had hy een dienstmaagt gestelt, die niet anders dede dan op hare bevelen te passen: invoegen dat sy, siende dat 'er veel gelts wiert gespilt, by'er selven seyde; Ik wedde dat mijn man my naa dese tijdt wel ongeslagen sal laaten, en aan my den toom wat beter vieren dan hy tot nog toe heeft gedaan; dog sy vond 'er selfs daar na in 'er meeninge wel dapper bedrogen: want soo haast was sy niet weder op de beenen, of de man ontbood den Doktor, Wondt-heeler, en Apotheeker, | |
[pagina 21]
| |
seggende, na dat hy met haar hadt gereekent: Siet, daar is soo veel voor het voorgaande en daar is nog so veel, om, of ik u in het toekomende weder van doen had, te eerder geholpen te worden; want by aldien mijn wijf wederom den beest maakt, het sal gewis niet een hayr beter met haar af-loopen dan het nu gedaan heeft. Sy al dese woorden beluystert hebbende, hielt haar na die tijdt so wel te vreden als sy mogt en de deugdelijke Man behielt d' opper-heerschappy, die hem van alle regtswegen toequam. Des is het wel waer, gelijk het oude Spreekwoort segt, dat de Wijven ende Noote-boomen, nootsakelijk (sullense goet zijn) moeten geslagen worden. |
|