De Leiegouw. Jaargang 17
(1975)– [tijdschrift] Leiegouw, De–
[pagina 249]
| |
Verdwijnt het Goed ten Houte?Terecht hebben wij gemeend even de aandacht te moeten vestigen op het Goed ten Houte in Kortrijk. Deze eeuwenoude hoeve ligt aan de weg Kortrijk-Doornik, tussen de Schaapsdreef en de grens Kortrijk-Bellegem (Keibeek). In het voorontwerp van gewestplan (1969) was deze hoeve begrepen in een landbouwzone. Nu echter (oktober 1974) werd die bestemming gewijzigd en zijn de gronden van Ten Houte bestemd voor woonuitbreiding. Door het ingediende verkavelingsplan komt het bestaan van die hoeve nu in het gedrang. We menen dan ook dat het nuttig is het Goed Ten Houte, dat gelegen is op de percelen Sektie C 903-904-905, 906 en 907, even architekturaal en historisch te belichten. Het Goed Ten Houte bestaat uit twee voorname delen, nl. een (beschermde) hoeve van het gesloten type, en een mote. De mote meet ruim 100 m diameter en is bijna 5 m hoog. Zij is gelegen in een waterrijke depressie van de Keibeek binnen een circulaire gracht. Het is een kunstmatig opgeworpen heuvel. Dergelijke moten vormen een kultuurlandschappelijk verschijnsel, dat in de middeleeuwen algemeen verspreid was in onze gewesten. In het studiegebied van de Leiegouw is het echter een zeldzaamheid gewordenGa naar voetnoot(1). De hoeve bestaat uit een reeks gebouwen, die een min of meer vierkant en gesloten geheel vormen (zie plattegrond). In zijn huidige vorm dateert zij uit de 17de eeuw, hoewel enkele gedeelten inwendig sterk verbouwd werdenGa naar voetnoot(2). Het poortgebouw bestaat uit een inrijpoort en een duivenzolder. De voorgevel werd na Wereldoorlog II hersteld en bevat een kapelletje, dat een verdwenen datumsteen vervangt. De achtergevel, met muurvlechtingen en | |
[pagina 250]
| |
Inrijpoort van het Goed Ten Houte.
![]()
Plattegrond van het Goed Ten Houte in Kortrijk, met hoeve en omwalde mote.
(Tekening Ph. Despriet). | |
[pagina 251]
| |
waterboog, is vrijwel ongeschonden. De zoldering bestaat uit een vloer van moer- en kinderbalken en bezit nog de oude gebinten. ![]()
Gezicht op het Goed Ten Houte. Rechts is de mote duidelijk zichtbaar.
(Foto J. Vandeputte, 1975). Een zijvleugel van het poortgebouw bevat nog een zoldering, waarvan de vloer is samengesteld uit diametraal geplaatste houten balken, waartussen gemetselde baksteengewelfjes zijn aangebracht. In de vleugel tussen poort en woonhuis bevindt zich een stookplaats met draaiboom en koeketel. Het woonhuis dateert in zijn huidige vorm uit de 19de eeuw. Tussen het woonhuis en de grote bergschuur bevinden zich resten van een merkwaaardig poortgebouw, dat toegang verleent tot de mote. Het bestaat uit een hoofdingang en twee kleine doorgangen, die alle boogvormig afgedekt zijn. Een van die bogen rust op een opnieuw gebruikte gotische portaalzuil van hardsteen. De grote bergschuur is thans volkomen tot ruïne vervallenGa naar voetnoot(3). Zij is in baksteen opgetrokken en bezat vier inrijpoorten in de dwarsgevels. De zijgevels waren versterkt met zware steunberen, kraagstenen en muurvlechtingen. De stallingen zijn inwendig volkomen vernieuwd. Typisch is dat alle deuren en poorten met segmentbogen werden afgedekt. Bak- en natuursteen wisselen er af als bouwmateriaal. | |
[pagina 252]
| |
Opvallend is ook de aanwezigheid van heel wat opnieuw gebruikt materiaal. Vermoedelijk is dit afkomstig van een verdwenen mottoren of torenburcht naast de hoeveGa naar voetnoot(4). De oudste vermelding van de plaatsnaam Ten Houte vinden we bij DebrabandereGa naar voetnoot(5) in 1399: van den goede ten houte bider hant van Jacoppe van den Bussche. Daarop vinden we het goed vermeld in 1430 en 1439, in een lijst van adellijke bezittingen: ‘van zinen goede ten Houte in de prochie van Curtricke’Ga naar voetnoot(6). Het behoorde toen aan Gillis de Wervene. Het leen was acht bunder groot en hing af van het kasteel van Kortrijk. Het werd in 1768 uitvoerig beschreven in een landboek, opgemaakt door Cornelis Steur, maar de kaarten ontbreken erinGa naar voetnoot(7). Wel bestaat er een plattegrond van, in 1766 opgesteld voor de Staten van Vlaanderen in verband met de veepestGa naar voetnoot(8). Is de plaatsnaam Ten Houte eigenlijk slechts vrij laat geattesteerd, van de persoonsnaam - de toenaam - Van den Houte hebben we wel oudere vindplaatsen. De FlouGa naar voetnoot(9) noemt al in 1201 in Kortrijk ‘S(ignum) Rolini de Houte’. In een oorkonde van het Kortrijkse kapittel lezen we in 1267: ‘quod Guido de Houte fidelis noster et Gertrudis eius uxor de auctoritate dicti Guidonis sui legitimi curatoris’ en in 1268 ‘quam Guido de Houta tenuit’Ga naar voetnoot(10). Verder treffen we in Kortrijk aan: 1321 li feme Jehan de le Houte = 1327 Jhanne van Mosschere diemen seit van den Houte... manne der kerken voers. (OLV) = 1327 als scepenen van Curtrike... der | |
[pagina 253]
| |
Jhan van den Houte; ± 1300 in vico de Lisa... Lambertus de HouteGa naar voetnoot(11). In de tweede helft van de 14de eeuw komen ze in Kortrijk passim voor, b.v. in 1388 Boudin van de Houte berijders sbaillius van Curtryke; 1357 Rugger van den Houte als scepenenGa naar voetnoot(12); 1392 lakenen daer mede... meester Jan vanden Houte... ghecleet sijn. Ook na 1400 zijn er ontelbare vindplaatsen van: 1409 an de Eyermaerct tusschen Osts vanden Houte huus; 1422 Coppin vanden Houte... ghezent; 1442 Jaquemart van den HouteGa naar voetnoot(13). We besluiten deze korte bijdrage met de wens en de hoop, dat hoeve en mote vanwege de grote archeologische, architekturale en historische betekenis bewaard zullen blijvenGa naar voetnoot(14). Tot onze vreugde vernemen we zopas (De Standaard, 15 april 1975), dat het Kortrijkse schepenkollege over de geplande verkaveling ongunstig advies heeft uitgebracht. We hopen dat de hogere instanties deze wijze beslissing zullen bekrachtigen.
Ph. Despriet. |
|