Het individueele geluk
Tragedie is het individueele geluk.
Maar het scheppende leven dat aan zichzelf niet toe is, dat is niet tragisch. Het kan ongelukkig zijn en ook gelukkig en het is voor een groot deel indirect of direct afhankelijk van de resultaten van economische en politieke strijd. Het veranderlijk geluk van het scheppende leven gedijt of mislukt voor onze oogen in veler bestaan en meest algemeen in het samenleven van man en vrouw waar het kind uit groeit.
Het groote tragische geluk bestaat in het hart en mogelijk ook nog elders in de wereld. Dat geluk kennen wij als droom. Het is het geluk van de vervulde dagen. De beelden daarvan in het hart zijn van aardsche rijkdom en verscheidenheid, toch individueel als de af druk der vingertoppen. Verwezenlijking van die droom in aardsch samemeven is niet mogelijk. De droom straalt zich uit en is dan in leven's verwezenlijking anders: herkenbaar in gebrokenheid.
Komt het leven ergens voor in ongebroken schoonheid dan kan het niet zoo gedroomd zijn, omdat alles in de wereld eenig is.
Collectief zoeken wij het geluk van het scheppende leven en het is heel goed doenlijk zich daarbij staande te houden tegenover de knagende tijd. Wij kunnen zelfs heel goed innig bevriend worden met de voortdurende verandering die van de tijd uitgaat. Maar van het individueele geluk is de tijd de noodzakelijke en onafwendbare vijand. Deze tragedie is nagespeeld in de tragediën die geschreven zijn in de wereld. Men heeft de vervulde dagen, die alleen in 't hart bestaan, nagebootst in schoone tooneelen op aarde. De meest tragische dood van de vervulde dagen is de langzame vernietiging, alleen door de tijd. Doch de tragedieschrijvers zochten in een ander noodlot behulpzame vijanden die een snelle vernietiging veroorzaakten. Zoo zijn de tragediën ontstaan als verzachtingen: men ontnam het ideale geluk, de edele prooi, aan de langzaam-sloopende, verschrikkelijke tijd.
In ons hart, al de oogenblikken dat de klok van het geluk niet slaat en het scheppende leven niet tot blijven noodt, leeft een verlangen naar verre werelden. De ether wekt onze hartstocht der eindeloosheid. Mogelijk gaan wij uit elkaar tot ether en vermenigvuldigen wij ons tot bezielde wezens. Mogelijk speelt dit proces zich af in bevredigende verten, maar we