Leeuwarder Apotheek, volgens de Galenische en Chimische wyze; door den arbeit van t Genoodschap der Artzen dier stede opgemaakt, en door dachtbaarheid der Majestraat bevestigt
(1712)–Anoniem Leeuwarder Apotheek– AuteursrechtvrijNaer den tweden Latynschen druk in’t Nederduitsch vertaalt
Oleum Absinthii.
Na datze gesneden, en in een steene mortier gestampt zyn, zo giet ’er oly van olyven over tot een behoorlyke hoogte, en laatze zo warm eenige dagen lang staan weiken, daarna tot de waterige voght verteert is afgekookt, en by het sterk uitgeparste doorklenzel weder versche bladeren en toppies van Alzem gedaan, en dit zo tot driemaal toe hervat zynde, dan naar behooren uitgeparst worden. Deze verwarmt, versterkt de leden, de walgende maag, en dood de wormen: &c. uitwendig gesmeert, of in clysteren gebruikt, &c.
Op dezelfde manier maakt men van de versse bloemen. | ||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||
Oleum Chamaemelinum. Hyperici.Waar van de eerste pynstillende, verzachtende, ryp makende, de winden verdryvende is, &c. De laaste is heelende, de wormen verdryvende, dienstig op bezeerde en gepletterde plaatzen, en voor bevende leden, &c. Beide gebruikt menze om te smeeren, ook in kruidpappen, smeeringen, clysteren &c. | ||||||||||
Oleum Scorpionum.
Laatze in een glaze vat met een naauwen hals met een Pond Oly van Olyven overgoten zynde, eenigen tyd in de Hondsdagen in de zon staan weiken. Deze verzacht de pynen in de lenden, en de nieren, ook pynlyk wateren, &c. Men gebruikt ze om daar mede de lendenen, liesschen, buik &c. te smeeren. | ||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||
Oleum Carminativum.
De enkele dingen gesneden en gestoten zynde, weikt ze eenige dagen in den oly op een warme plaats; kookt het daarna tot dat de vogt vervlogen is, en bewaart den sterk doorgewrongen oly. Deze verwarmt, verdryft de windige steekingen in de buik, verdeelt soodanige dikte in de leden, over ’t lyf, &c. Men gebruikt ze ook om te smeeren, in clysteren, kruidpappen: &c. | ||||||||||
Oleum Castorei compositum.
| ||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||
Laatze volgens de konst in een badt, tot dat de wyn verteert is, gekookt, en dan sterk sterk als de vorige uitgeparst worden. Deze verdryft de krimpingen in de zenuwen, versterkende dezelve, verbetert de scharpe, taaye, pynverweckende humeuren in de leden, jicht &c. uitwendig daar mede gesmeert: &c. | ||||||||||
Oleum Nervinum.
| ||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||
Laatze na de weikinge en kookinge als de voorgaande styf uitgeparst worden. Deze verdryft de pynen in ’t hooft, versterkt de zenuwen; verjaagt de winden; &c. Men gebruiktze als de vorige. | ||||||||||
Oleum Stomachicum.
Laatze ook na een genoegsame weikinge en kookinge, als de vorige, styf uitgeparst worden. Deze versterkt de maag, en alle deelen in den buik, verbetert het heftig braken, den buikloop, ’t colyk, &c. Men gebruiktze als de vorige. | ||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||
Liquor Myrrhae.
Doetze in hart gekookte witten van Eyeren, die in ’t midden langs doorgesneden, en daar de dooyers uitgenomen zyn, laatze dan met een draad, wel ’t samen gevoegt, omwonden worden; en in een kelder opgehangen zynde, zal de olyachtige voght daar uit syperen. NB. Men moet die altoos versch maaken. |
|