| |
Uit de tijdschriften
Binnenland
Kinderboekennummer
Zoals immer ten tijde van de kinderboekenweek besteedt Boekblad een van haar 50 nummers geheel aan kinderliteratuur: in 1987 was dat nummer 38 (18 september). Een informatief gesprek van Joke Linders-Nouwens met vier boekverkopers (twee uit algemene, en twee uit kinderboekhandels). Een conclusie: ‘Het verkopen van kinderboeken vereist in vergelijking met bellettrie meer aandacht en tijd.’ Een interview van Wim Brands met auteur Ted van Lieshout, waarin die het vuur na aan de schenen gelegd wordt. John Kraakman inventariseerde uitspraken van Amerikaanse auteurs over censuur. Een terugblik van Joke Linders-Nouwens op de Stichting Boekwinkel op School, die nog steeds ‘een slapend bestaan’ leidt. Besprekingen, en een overzicht van locale activiteiten.
| |
Joke van Leeuwen
is onderwerp van het auteursportret achterin Jeugdboekengids juli-augustus 1987. Geboren 24 september 1952 in Den Haag. Verhuist op haar dertiende naar Brussel. Geschiedenisstudie en kunstacademies in Antwerpen en Brussel. Schreef als kind al schriften vol verhalen, begon na haar studies kinderboeken te maken, echter ook cabaret. Een aparte figuur, vindt Ria de Schepper: ‘Van bij het begin creëerde ze een heel eigen stijl, los van alle stromingen en modetrends, waarbij het geschrevene en het getekende elkaar prima aanvullen.’ En ze merkt op dat het ‘onderweg zijn, het reizen’ een steeds terugkerend motief is, ‘waarbij de hoofdfiguur dikwijls in een koele, onpersoonlijke omgeving terechtkomt’.
| |
Geertje Gort
is onderwerp van het auteursportret achterop Jeugdboekengids oktober 1987. Geboren 2 mei 1941 in Leeuwarden, journaliste geweest (o.a. Friesch Dagblad en Libelle), maakte van hobby (schrijven voor kinderen) beroep. Getrouwd met graficus Daan Gort. Marita de Sterck heeft waardering voor haar werk, maar is vooral nieuwsgierig naar wat nog komen moet: ‘(...) Dat belooft, want haar nieuwe boek gaat over de emoties van vrouwen en daarvoor staan het leven van haar oma, haar moeder, haarzelf en haar dochter model. Na de identiteitsvragen van Turkse meisjes lijkt het of Geertje Gort naar haar eigen wortels wil spitten: een eerlijke verkenning van andere culturele contexten leidt inderdaad onafwendbaar naar zelfconfrontatie.’
| |
Kleuterklassen: doorgaan
Een aansporing van ‘oude rot in het vak’ M.J.C. Mommers, onderwijskundige en onder meer auteur van de leesmethode Veilig leren
| |
| |
lezen, in het bulletin Maggezien, september 1987. ‘In het verleden had de kleurerschool een enorme betekenis voor het aanbrengen van concepten en het opbouwen van een netwerk van concepten (conceptuele kennis). Met dit facet moeten ze beslist doorgaan. Als ik als schoolleider of lerares van groep 2 moet kiezen aan welke aspecten ik mijn aandacht en tijd zal besteden dan kies ik niet in de eerste plaats voor het aanleren van lettertjes (dat mag wel) maar voor uitbreiding van de woordenschat, rijmpjes en versjes leren, rijmwoorden bedenken, vertellen van verhalen, werken met prentenboeken enz. Zeg niet: 'Kijk die kinderen krijgen een continue ontwikkeling want zijn zijn al bezig geweest met lettertjes. Dat is veel te eng.’ Het was maar een passage uit een interview over het waarmaken van ononderbroken ontwikkeling.
| |
Leren met prentenboeken
In De schoolmediatheek september 1987 ligt de nadruk op het informatieve aspect van het prentenboek. Julia Tiel Groenestege noemt wat boeken die werkbaar zijn als je de doelstellingen wil bereiken die Pieter Quelle noemt in Kinderen letteren leren. Tineke Goosens somt ook wat boeken op. Piet Augustijn hield een kort interview met Geertje Gort, die zegt: ‘Wat ik aanlever is zinnig, geen gefantaseer. Ik probeer de zaken wel zodanig weer te geven dat er een boeiend verhaal ontstaat, zodat lezenderwijs een groot brok informatie wordt opgedaan.’ Jan Smeekens en anderen berichten over het Zeeuwse project ‘Ik zie, ik zie wat ik niet lees’ (zie ook Leesgoed 1987/2). Cor van Baaren bepleit het gebruik van boeken bij Engels in het basisonderwijs. En, even buiten het thema, Piet Kleiss vertelt dat en hoe er plaats is voor een computer in ‘leesbibliotheek en documentatiecentrum’.
En zoals in elk nummer van dit half losbladige blad ook recensies voor kinderen (ter overname in schoolbladen e.d.), cursiefjes en bescheiden literatuuropgaven.
| |
Een dag Toonder Studio's
In Stripschrift het verslag door Wim Bakker en Baldi Dekker jr. van een bezoek aan de Toonder Studio's, grotendeels bestaande uit een interview met John van der Meulen (adjunctdirecteur en produktieleider animatie) en Bob kinschoten (hoofd in- en externe communicatie). Het interview is voornamelijk technisch. Elders in het nummer beweert Kees de Bree, lid van de redactie van het tv-programma Wordt vervolgd, dat dit een kinderprogramma is, en dat betekent: veel tekenfilms.
| |
Pleidooi voor het moeilijke kinderboek
Ter gelegenheid van de uitreiking van de Griffels en Penselen hield Aidan Chambers een lezing. Onder verwijzing naar de diepe indruk die verhalen op jonge leeftijd kunnen maken, stelde hij dat auteurs van kinderboeken een thische verantwoordelijkheid hebben, die auteurs voor grote mensen niet hebben. Dat wordt ook steeds meer gezien, vond hij, en vandaar de groeiende belangstelling voor en waardering van het kinderboek. En omdat kinderboeken zo belangrijk zijn, is het nodig om te bevorderen dat er goede kinderboeken blijven verschijnen, en een goed kinderboek mag van Chambers moeilijk zijn, want moet eisen aan de lezer stellen. Hij lichtte dit toe met Where the wild things are (Max en de maximonsters) van Sendak als voorbeeld van een boek dat kinderen beter kunnen begrijpen dan grote mensen doorgaans denken. Deze lezing werd afgedrukt (slechts licht bekort) in de Volkskrant 2-10-1987.
| |
Vrede en de bril van de schrijver
is het thema van Vrede augustus-september 1987: wat boeken kunnen bijdragen aan de vredeopvoeding van acht- tot twaalfjarigen. Het biedt van alles wat. Een verslag toont een auteur (Dolf Verroen) in gesprek met leerlingen, een interview belicht de ideeën van vredesopvoedster (uit Vrouwen voor Vrede) Helen van der Ven, er is een stukje interview met Lea Dasberg gelicht uit Achter de keukendeur, PABO-directeur Rien Haak houdt een pleidooi voor serieuze aandacht voor vredesopvoeding in school met boeken die graag ook nog leuk om te lezen zijn, er is een interview met auteur Jessy Marijn (laatste boek: Zand in de ogen, Lannoo), er is een indruk uit de praktijk van een basisschool, en er zijn vele lijstjes om boeken te kiezen. Dit nummer is ook los te bestellen, door overmaken van ƒ 4, - per exemplaar, plus ƒ 1,75 porto voor één of ƒ 2,50 voor 2-4 of ƒ 4,50 voor 5 exemplaren, op postgiro 552120 van Stichting Vredesopbouw, Utrecht, o.v.v. ‘boekennummer’.
| |
Buitenland
Das Kaufhausbilderbuch
Van Manfred Berger is een lang artikel in 1000und1Buch 4/1987 over een veronachtzaamd genre, de goedkope flodderige prentenboekjes die in warenhuizen te koop zijn. Het wordt nauwkeurig van kenmerken voorzien, in subgenres verdeeld, van een geschiedenis voorzien, en het artikel wordt gevolgd door veel noten en literatuuropgaven. Het verscheen overigens eerder in Informationen des Arbeitskreises für Jugendliteratur 1/1986.
| |
De Internationale Jeugdbibliotheek
Directeur Andreas Bode beschrijft in Bookbird september 1987 de geschiedenis, collecties en dienstverlening van de in het slot Blutenberg bij München gehuisveste door Unesco gesteunde Internationale Jeugdbibliotheek, waarover in Leesgoed met regelmaat bericht wordt, omdat het de enige grote internationale collectie van kinderliteratuur is, die bovendien behoorlijk ontsloten is. In hetzelfde nummer tevens een geschiedenis van twintig jaar Bienále Ilustrácií Bratislava, door Dusan Roll. Book-bird is het blad van de International Board on Books for Young people. Nederlandse sectie: NBLC, Joke Thiel, telefoon 070-141634. Belgische secties bestaan nog niet.
| |
Diana Wynne Jones
is onderwerp van de rubriek ‘Authorgraph’ in Books for keeps september 1987. Groeide op in gezin zonder boeken, met een vader ‘who could beat Scrooge in a meanness contest’. Zusjes vertelden elkaar verhalen, die niet altijd zachtzinnig waren, en waarbij ze elkaar fel beconcurreerden. Ze schrijft voor grote mensen (bijvoorbeeld Wilkins' Tooth) en kinderen, en wordt boos op mensen die zeggen, ‘I haven't read any of your books for children, of course’. Die twee laatste woordjes maken haar boos. Als ze bezig is een boek te schrijven wordt ze vaag en afwezig. ‘On one never-to-be-forgotten occasion her sons returned home from school, ravenous, to find that their mother had shoved a pair of muddy shoes in the oven for their tea.’
| |
De meelezende volwassene
Van 28 september tot 2 oktober werd in Keulen een congres over de verhouding van kinderliteratuur met literatuur voor grote mensen gehouden. Fundevogel augustus-september 1987 was een themanummer, gewijd aan hetzelfde onderwerp maar met een andere invalshoek: de volwassene als lezer van kinderboeken. Die komt volgens Hans-Heino Ewers niet altijd aan zijn trekken, en daarom vraagt hij zich af of zij die zich met kinderboeken bezig houden hun afwijzende houding tegenover dubbele bodems in kinderboeken niet moeten laten varen. Hans Ritte schenkt aandacht aan de uitgesproken opvatting van Astrid Lindgren dat volwassen critici ten onrechte veronderstellen dat kinderboeken voor hen volledig toegankelijk zijn. En aan de hand van het werk van Gudrun Pausewang bekijkt Maria Lypp perspectieven in kinderliteratuur. Buiten het thema is een artikel over kinderen en electronische media, deel 2. (Voor deel 1 zie Leesgoed 1987/5 p. 196.) Hierin vertellen Jürgen Barthelmes en Michael Ledig wat men kan doen om de volgens hen grote invloed van die media te beheersen, en dat hadden we zelf kunnen verzinnen: kinderen laten spelen met die media, en de ervaring, dus ook kennis van de wereld, van kinderen vergroten.
| |
Eric Hill
In The Horn Book Magazine september-oktober 1987 een interview met prentenboekenmaker Eric (Dribbel) Hill. Ook deze auteur verzon zijn verhalen (over Dribbel, op zijn Engels Spot) allereerst om zijn kinderen tevreden te doen inslapen, en bedacht later dat hij er boeken van kon maken. Deze verhalen zijn nu vertaald in zo'n vijftig talen in honderd landen, aldus de trotse Hill.
| |
Prentenboeken
werden besproken tijdens de ‘Bilderbuch-Workshop’ die april 1987 in Troisdorf (BRD) werd gehouden, en waarvan de verslagen terecht kwamen in Informationen des Arbeitskreises für Jugendliteratur 4/1987. Stijlen werden bekeken, de noodzaak tot afwisseling vastgesteld, de aandelen van ‘Sachlichkeit und Phantasie’ werden bekeken, over de bewerking van een prentenboek tot televisiefilm kwamen stellingen ter sprake, en er zijn nog diverse kleinere bijdragen te vinden, zoals bijvoorbeeld de criteria voor de Troisdorfer Bilderbuchpreis (die de winnaar 10.000 DM oplevert!).
| |
10 jaar Volkacher Akademie
worden beschreven in Jugendbuchmagazin 1/87, dat wil zeggen 10 jaar Deutsche Akademie für Kinder- und Jugendliteratur, het deftigste gezelschap dat zich in de Bondsrepubliek (of daarbuiten) met de bestudering van kinderliteratuur bezig houdt. Een kleine feestrede, meteen ook bedoeld voor de Internationale Jugendbibliothek in München, en de Friedrich-Bödecker-Kreis. Hierna een uitvoerig artikel van Hermann Bertlein naar aanleiding van de nieuwse biografie over Johanna Spyri, Johanna Spyri - Momente einer Biographie - Ein Dialog (Zürich, Arche Verlag, 1986). Moet nu Heidi opnieuw gewaardeerd worden? Nee, zegt Bertlein.
|
|