Goed gelezen
Uit de A-kast
Door Truusje Vrooland-Löb
Boeken voor (aanstaande) lezers van 0-8 jaar
Vanaf het begin van onze eeuw verschijnen zowel in kinderboeken als in kinderkamers langzaam zachte pluche dieren waar voordien alleen hard houten, porceleinen of metalen speelgoed aan te treffen was. Dat begon voorzichtig met de eerste Teddy (Roosevelt!)-beren, en had natuurlijk ook allerlei andere sociale en culturele oorzaken (zoals de industriële revolutie, een romantische hang van stadsmensen naar ‘de natuur’, en een veranderd kindbeeld). Maar het is vrijwel zeker dat de populariteit van de Peter Rabbit-boekjes van Beatrix Potter in Engeland daartoe hebben bijgedragen, omdat al vrij snel na hun verschijnen een Duitse speelgoedfabrikant, Steiff, dit konijn op de markt bracht en zelfs naar Engeland exporteerde. En dit verschijnsel, de metamorfose kinderboek-dier tot speelgoeddier, is iets dat tot op vandaag voortduurt (Paddington, Dribbel, Max en de Maximonsters).
Op 14 oktober 1926 werd Winnie-The-Pooh geboren; de beer van A.A. Milne en E.H. Shepard. En hij is sindsdien niet meer weg te denken uit de kinderkamer, en mèt hem inmiddels zoveel andere beroemde beren: Bruintje Beer, Beertje Paddington, Kleine Beer, Ollie B. Bommel, Bolke de Beer en het Beertje Pippeloentje. Ze worden allemaal nog uitgegeven, (voor-)gelezen, bewerkt en af en toe opnieuw vertaald. Zoals onlangs gebeurde met de twee Winnie de Poeh-boeken, die in de B-rubriek verder besproken zullen worden. (Voor geïnteresseerden: in de Vrij Nederland Boekenbijlage van 30-8-1986 pag. 5 bekeek ook Aukje Holtrop alle Poeh vertalingen kritisch.)
Opvallend is dat voor het eerst bij deze nieuwe uitgave, in de vertaling van Mies Bouhuys, ook de naam van de visuele schepper van Poeh op het omslag vermeld staat. Shepard dus! Hij ontbreekt nl. zowel bij de Nienke van Hichtum-versie, de Toos Blom-versie, de geannoteerde Engelse schooluitgave van D. van der Haar en ook bij de editie in het Latijn Winnie ille Pu, op het voorplat. Is dit een uiting van de maatschappelijke erkenning van de illustrator die zijn beelden geeft naast de tekst? Want het was toch Punch-tekenaar Shepard die in zijn ogenschijnlijk simpele zwartwittekeningetjes naast Milne's tekst deze beer zijn wereldberoemde uiterlijk mee gaf, en tegelijk diens karaktereigenschappen wist te versterken. Milne was zich dit zelf wel bewust, en had soms wel eens het gevoel dat zijn figuren haast de schepping van tekenaar Shepard waren geworden. Hij schreef er dit (jaloersige?) versje over:
Let Shepard decorate my tomb
And put (if there is room)
Two pictures on the stone
Piglet, from page hundred and eleven
And Pooh and piglet walkin (157)...
Will welcome me to heaven.
En die andere beroemde Engelse beer, Paddington, zal deze herfst in een nieuwe vertaling van Huberte Vriesendorp en met de oorspronkelijke illustraties van Peggy Fortnum bij uitverij Gottmer verschijnen. Onze eigen Nederlandse - inmiddels toch wel oubollige - Bolke de Beer is aan een soort tweede jeugd begonnen (Van Goor, ƒ 6,95/135 Bfr). Ton Hasebos gebruikte A.D. Hildebrands figuur Bolke en diens avonturen om er aardige kleine voorleesboekjes voor 4- à 6-jarigen van te maken. Hij baseerde zich voor een deel op het leven van die oude beer die het circus ontvluchtte om met zus Olke in het bos te gaan leven, maar geeft meestal een eigen draai aan diens avonturen. Zijn verteltempo ligt hoger dan dat van Hildebrand en zijn stijl is pittiger. In plaats van de vervelende illustraties van R.N. Bar (?) von Hemmersweil/J.R. van Reek maakte Fred de Hey veel nieuwe tekeningen - ook in kleur - bij deze Bolke de Beer teksten. Ze zijn niet overal echt ‘beregoed’, maar in ieder geval wel prettig van sfeer en passend bij het verhaal.
Rond 1905 maakte de Duitse illustratrice Ida Bohatta prentenboeken waarin zachte dieren (muisjes, poesjes) met een menselijk familieleven voorkomen. Gezien de kalenderuitgaven van haar werk kunnen we aan een Bohatta-revival denken. Bij uitgeverij La Rivière & Voorhoeve verschenen een viertal kleine boekjes van haar (De familie Bruin, Poespas, Muizenissen, Dokter Beter) met een tekst van Els van Delden (ƒ 6,95), Zij maakte pretentieloze, korte en wat lievige versjes bij deze goudeerlijke plaatjes. In De familie Bruin zien we hoe een Vader Beer een Ma Beer en het kindje Beer genoeglijk leven in het bos. Ook in hun totaliteit is deze serie misschien niet opzienbarend, maar wel plezierig probleemloos materiaal om voor te lezen aan 4- à 6-jarigen.
Bij uitgeverij Holland verscheen ook een prettig beren-prentenboek, Slaap lekker, Meneer Beer (ƒ 19,90), getekend en geschreven door Jill Murphy. En ook daarin treedt het haast klassieke berendrietal op: Meneer Beer, Mevrouw Beer en Baby Beer. Als het bedtijd is geworden, blijkt meneer Beer aan zijn slapeloosheid te lijden. Aan allerlei geluiden stoort hij zich, zodat hij op diverse plaatsen in huis zijn rust gaat zoeken - zelfs buitenshuis in de auto - om uiteindelijk toch weer in zijn eigen bed naast Moeder Beer terecht te komen, waar... juist de wekker afloopt.
Vriendelijk kleuterverhaaltje, dat het vooral moet hebben van de gedetailleerde illustraties in kleur op de rechterpagina, die een zeker talent verraden. Maar deze consequente - nogal hard aangezette - platen hebben te lijden onder de slechte lay-out (zie titelpagina). Overbodig zijn ook de zwart-wittekeningen op de linker-