| |
| |
| |
Ieder zijn eigen tijdschrift
Jongeren oordelen over voor hen bestemde bladen
Door Max Verbeek
Ergens in Nederland staat een gebouw waarin mensen verzinnen of er niet nòg een tijdschrift op de markt voor jongeren bij kan. Er zijn er al in veel soorten, maar je weet nooit of deze of gene vijftienjarige diep in haar of zijn hartje verlangt naar dat ene blad dat er nog niet is. Hoe dat met de leerlingen van de auteur van onderstaande bijdrage zit? Dat ene blad komt er niet zo uit, maar wel uitgesproken oordelen over het bestaande aanbod. Oordelen van een zestig veertien- en vijftienjarige leerlingen middelbaar onderwijs.
Welke jongerenbladen lees je regelmatig? Wat vind je van vormgeving en inhoud? Die vragen stelde ik aan 60 VWO leerlingen van 14, 15 jaar. Ook liet ik ze elkaars lijfblad lezen. De Kijklezers lazen voor het eerst (en vaak voor het laatst) van hun leven een Tina, de Popfotofans een Hitkrant, de Donald Ducklezertjes een Club. Zouden ze dat andere blad vaker willen lezen? Nee natuurlijk, iedereen bleef liever zijn lijfblad trouw, al werd er met name over de Kijk toch vaak positief geoordeeld door Yes- en Muziek Expreslezers. De lezers van serieuze bladen als Kijk en moeilijke als Computer + Video Games vinden muziek- en meisjesbladen echter maar saai. Hun oordeel heb ik hieronder naast het mijne gezet. U zult merken dat ik als ‘oudere jongere’ anders oordeel over bladen als Popfoto en Tina dan de doelgroep. Tenslotte vroeg ik hun mening over Tikker en Plug, bladen die door geen van hen uit vrije wil gelezen werden. Aan welke bladen gaven zij dan wel hun zakgeld uit? In volgorde: het meest aan muziekbladen, dan komen de meisjesbladen, op ruime afstand gevolgd door educatieve en stripbladen en als laatste de z.g. ‘special interest’-bladen, de hobby-bladen. Bijna alle bladen worden uitgegeven door VNU-dochter Oberon. Om te beginnen de muziekbladen: Popfoto werd het meest gelezen, dan Muziek Expres, Hitkrant nauwelijks, Oor door niemand. Deze volgorde klopt met de uitkomst van het Nationaal Onderzoek Jongerenbladen 1985. Vervolgens de meisjesbladen: Club voornamelijk, een paar meisjes lezen al Yes, een paar lezen nog Tina, al is dat eigenlijk een stripblad. Dan de populair wetenschappelijke en technische bladen: Kijk
(bijna alleen gelezen door jongens, klopt met het NOJ '85), Taper, TDK magazine, Computer + Video Games. In deze categorie worden overigens ook door een stel jongens volwassen bladen gelezen als Natuur en Techniek, Hobby Bulletin (modelbouw), Dossier Commodore, Grasduinen (voor natuurliefhebbers). Sportbladen, uitsluitend bestemd voor jongeren, bestaan (bijvoorbeeld Voetbal International Junior), maar werden niet gelezen. Volwassen bladen als Windsurfkampioen, Hockey en Tennis magazine werden echter gretig gelezen. Tenslotte de stripbladen: niemand kent nog het Stripschrift, des te beter de Donald Duck en Tina en een enkele freak leest Fantastic Four en Indiana Jones, SF bladen. Van elk blad vermeld ik enige technische gegevens, mijn oordeel en het oordeel van mijn leerlingen.
Popfoto, uitg. Oberon, maandblad, ƒ 3,50, 68 blz. (waarvan 18 blz. reclame).
Gelezen nr. 4, 8, 11 en 12 van 1986. Toegegeven, Popfoto ziet er ‘lekker’ uit, dankzij haar magazineformaat, kleurendruk, gladde, glimmende papier en vooral de vele foto's. Snoepje van de maand is de grote uitklapposter. Nr. 12 biedt als Kerstextraatje een sexy variant op de Maria-merchandising van Lourdes: ‘twee originele Madonna-uithaalpagina's waar je uren mee bezig kunt zijn...!’, Madonna-schooletiketjes, Madonna uitknip- en aankleedpop, Madonna-potloodvlaggetjes, Madonna-horlogelabels, Madonna-makeup-tips. Het blad bestaat voor eenderde deel uit advertenties, voor huidreinigers, bh's, gel, chips, melk, spaarrekeningen en cassettes; een redelijke indicatie van het bestedingspatroon van de lezers. Wat staat er onder en tussen al die mooie plaatjes? Onbenullige nieuwtjes, non-informatie over het wel en wee van popsterren, gelardeerd met wat vaste rubrieken: brieven (‘Hoe oud is Adam Curry?’ Veel ‘doei’ en ‘best wel tof’); interviews (een openhartig gesprek met George Michael en Andrew Ridgeley, U weet wel, over de brandende kwestie of het beroemde tweetal tijd voor ‘de liefde’ heeft, 25 persoonlijke vragen aan Paul Young: ‘Waar ben je dol op?’ P.Y.: ‘Het schone geslacht, vrouwen dus, en muziek’); een ruilrubriek voor en door lezers (‘Flip jij helemaal van Madonna, Samantha Fox en Bananarama? Mooi, want ik kick juist op die meiden’, ‘Wie ruilt een schitterende Michael Jackson-poster van 93 × 63 cm voor een even grote Madonnaposter?’); een contactrubriek met fotootje en hobbies; een miniroman, wat heet mini? Twee (twee!) hele pagina's, waarvan slechts eenderde deel in beslaggenomen wordt door een foto. De ‘roman’ is stuitend van onbenulligheid: jongen leert meisje uit ‘dure buurt’ kennen (‘Gek dat hij nou net op zo'n meisje viel, maar ze had gewoon verdomd veel
aantrekkingskracht’). Hij vindt haar echter ‘een over het paard getilde feministe’ omdat zij in het café voor hen beiden wil betalen. Tja. Verder wordt Popfoto gevuld met songteksten, een problemenrubriek (‘Hoe kom ik van hem af’, ‘Moet je naar de dokter voor de pil?’, ‘Help! Ik heb geen schaamhaar!’), puzzeltjes, de mop van de maand, Test jezelf (‘Hoe romantisch ben jij?’) en popmuziekweetjes. Water en wind, zou mijn goede moeder zeggen. De doelgroep is echter enthousiast. ‘Mooie, originele kleurenfoto's’, ‘Leuk die korte romans en brieven’, ‘Die mini-romans zijn iedere keer erg leuk. Verhaaltjes waar je geen moeite voor hoeft te doen om ze te begrijpen. De eerste paar regels vertellen al de kern van het verhaal’, zegt Judith Matthijssen, 14 jaar, 3 VWO, een overigens verstandig, redelijk kritisch meisje, ‘Interessante popnieuwtjes’, ‘Leuke artikelen, tenminste niet van die onzinnige verhalen’ (hier wordt de Hitkrant bedoeld), 'De teksten zijn altijd erg leuk geschreven. Zo lekker vrij, echt voor de jeugd. ‘Ter illustratie een stijlbloempje uit het redactioneel: 'Goh, en dan zit het er weer op voor dit jaar. Maar natuurlijk doen we in 1987 weer net zo hard ons best om Popfoto nog mooier en nog leuker te maken. Dat beloven we je’. ‘Interessante artikelen over bekende personen en niet over allerlei onbekende flutgroepjes’, zegt Maaike van Beek die ook Plug gelezen had. Kortom, de toptienterreur wordt kritiekloos geslikt. Muziek Expres, uitg. Oberon, maandblad, 60 blz. (waarvan 20 blz. reclame), ƒ 3,20. Gelezen: nr. 4, 10, 11 en 12 van 1986. Oberon laat Popfoto en ME met een paar weken verschil verschijnen. Redactie en medewerkers van beide bladen zijn gelijk. Die twee
verschillende namen zijn een verkooptruc, want inhoudelijk zijn de bladen verwisselbaar. Ook de lezers maken niet veel onderscheid. Ze zijn bijna even enthousiast over Popfoto als over Muziek Expres. Die paar dubbeltjes verschil zitten hem in een paar bladzijden minder en iets minder kleurenfoto's. Reden waarom de meesten toch liever Popfoto lezen (Zo gezellig hè, al die kleurtjes). Ook volgens het NOJ '85 wordt ME duidelijk minder gelezen. Zowel de jongens als de meisjes hebben veel waardering voor de vele kleurenfoto's, de ‘kanjerposter’, het toffe toontje waarin de redactie zich tot de lezers richt, de vaste rubrieken (‘Ik vind het leuk om te weten wanneer idolen jarig zijn’, zegt Patricia Schavemaker); het korte verhaal, zoals ME de twee pagina's tekst bescheiden noemt (‘Leuk, makkelijk te lezen en het gaat altijd over jongeren,
| |
| |
wat het aantrekkelijk maakt.’ Wie klaagde daar over de gestilde leeshonger van 14 en 15 jarigen?); de songteksten (‘Die kun je dan lekker meezingen’ b.v. ‘Do ya do ya wanna please me, Do ya do ya wanna please me, Please me now, oh oh oh’ bis) en de problemenrubriek (‘Ben ik lesbisch?’, ‘Mijn ouders moeten op school komen’, ‘Ik kom meestal dronken thuis’). Patricia: ‘Ik vind het wel goed dal dit erin staat, want misschien zit jij wel met zo'n zelfde probleem. Dan wordt er een oplossing voor gevonden en dan voel je jezelf gerustgesteld’. De antwoorden van ‘Lieve Ellen’ lijken me inderdaad zinnig. Misschien moet je dit soort problemen wel net zo serieus nemen als ‘Ellen’ en mijn lezers kennelijk doen. Laag scoort de corresprondentierubriek (‘geen behoefte aan een penvriendje’).
Hitkrant, uitg. Folie Groep, weekblad, ƒ 2,40, 52 blz. (waarvan slechts 6 blz. reclame). Gelezen: nr. 27 en 35 van 1986. Vergeleken met Popfoto en ME heeft Hitkrant een kleiner formaat, goedkoper papier, veel minder kleurenfoto's, nog rommeliger lay out. Inhoudelijk niet veel verschillen: dezelfde vaste rubrieken: ingezonden brieven, contactadvertenties, uitklapposters, songteksten, problemenrubriek (‘Waar haal ik de pil?’, ‘Die ander is veel leuker’, ‘Houdt hij van mij of van mijn borsten?’, ‘Ik word mishandeld’, ‘Ik heb zo'n grote puntneus’), het liefdesverhaal-van-betreurenswaardigniveau. Allemaal hetzelfde, misschien ietsje vrijpostiger. Anders zijn de besprekingen van elpees en singles, films en filmsterren (Rob Lowe, Hollywoods nieuwste filmheld: ‘Ik was niet altijd zo geliefd bij de meisjes’). Ook heeft Hitkrant niet één, maar liefst vier roddelrubrieken (‘Michael. Jackson wordt steeds mooier’, ‘Madonna en Sean hebben zich verzoend’, ‘Rob Stewart stal een piano’). Deze overmaat aan gossip deed veel van mijn lezers afhaken. Bovendien stoorden zij zich ook aan de rommelige lay-out, de slechte kwaliteit papier, de afwezigheid van paginering en inhoudsopgave. Ook volgens het NOJ '85 wordt Hitkrant weer veel minder gelezen dan de ME. Wonderlijk dat sommige jongens en meisjes het blad juist lekker afwisselend, boeiend en kleurrijk vinden. Zeer populair zijn de hitlijsten. Hitkrant geeft niet alleen maar de Nederlandse top 40, maar ook de LP top 50, de Tip parade, de Nationale Hitparade, de Europarade, de Single Top 10 van Engeland, de Single Top 10 van de USA de Elpee Top 10 Engeland, de Elpee Top 10 USA, de KRO speciale aanbieding, de NCRV favorietschrijf, de AVRO-rtv-tip,
de TROS paradeplaat en de VIDEO top 20 (CLIPS) en dat 4x per maand, 48 × per jaar!
Tot de muziekbladen zou je ook de reclamebladen Taper en TDK magazine kunnen rekenen. Taper, kwartaalblad voor opnemers en afspelers, uitg. Philips in samenwerking met VNU. Gelezen nr. 4, dec. '86 (‘Weer een te gek goed nummer’). Veel reclame voor Philips platen en cassettes, opgevrolijkt met artikelen over moetjes als Madonna en de Beatles; veel merchandising (‘unieke ventilatorpet voor persoonlijke verkoeling tijdens een popconcert, een onwijs gaaf Taper sweatshirt, te gekke airbrushstickers’ enz.) Taper ondervond gelukkig weinig waardering. Zoals Philips de jongerenmarkt bestookt met Taper, zo doet TDK dat met TDK Tape Club Magazine. Kwartaalblad, gratis toegezonden aan leden van de TDK Tape Club. Het moet gezegd, de vormgeving ziet er aantrekkelijk uit, glad glanzend papier, fraaie kleurendruk, niet te drukke opmaak. Het blad mikt op jongens en meisjes: make up tips van de Dolly Dots naast een interview met Ajaxied Frank Rijkaard. De combinatie sport en popmuziek doet het reclametechnisch heel goed. ‘Omdat TDK Ajax sponsort vind ik TDK ook goed’, bekent een eenvoudige lezer. Ook trouwe lezers van TDK worden beloond met allerlei TDK Tape Club artikelen, als sweaters, poloshirts e.d.
Over naar de meisjesbladen. Meisjes worden door de VNU vanaf 10 jaar met Tina, vanaf 13 jaar met Club en vanaf 15, 16 jaar met Yes grootgebracht, tot ze Viva- en daarna Libelle-rijp zijn. Club, uitg. Oberon, maandblad, ƒ 3,85, 68 blz. (waarvan 27 blz. reclame). Gelezen: nov. en dec. '86. Deels dezelfde vaste rubrieken als in de muziekbladen: een kort verhaal (veel minder onbenullige en onwaarschijnlijk), contactadvertenties (voornamelijk van meisjes op zoek naar' toffepenvriendinnen') de problemenrubriek (zinnige problemen en oplossingen, maar volgens mijn lezers vervelend omdat jaarlijks dezelfde problemen terugkeren); boek- en plaatbespreking (zeer summier); interviews, geen Veronica-bla-bla, de interviewer geeft blijk van enige kennis van zaken, al houdt men het graag simpel (Bv. met Maarten Spanjer over zijn debuut Eigen Schuld. Reactie van Clublezeres: ‘Ik zou het graag op mijn boekenlijst zetten, want het is dun, gelukkig nog leuk ook en toch zitten er genoeg dingen in waar jij en je leraar iets uit kunnen halen’). Informatieve artikelen, bv. over incest, over een cursus zelfverdedigen en over de voordelen van een vrouwelijke gynaecolooog. En dan natuurlijk heel veel informatie over schoonheid, make up, kleding, waarbij het verschil met advertentiepagina's moeilijk te ontdekken valt. Verder onderwerpen die ook in ME of in Popfoto hadden kunnen staan, over fanclubs en interviews met popzangers, maar de teksten zijn aanzienlijk langer en wat minder hol. Mijn Clublezeressen vinden de artikelen in de muziekbladen dan ook vaak gezwam. Afgaande op de brievenrubriek wordt Club ook door heel wat jongens gelezen, maar dat is misleidend. Volgens het NOJ '85 is het aantal mannelijke lezers tussen 13 en 19 jaar te verwaarlozen. Club doet
wel zijn best ook jongens te bereiken; in het oktober-nummer stond een openhartig artikel over jongens en seks, te openhartig volgens de moeder van een lezeres. Jan Kroezen (14 jaar), zelf een verwoed Kijklezer, las voor het eerst van zijn leven een Club. Hij stelde zich er tevoren weinig van voor (‘gewoon een van de vele maffe maandbladen voor meisjes’), maar ontdekte toch een paar leuke stukjes voor jongens. Een vaste lezer wordt hij echter niet, daarvoor staan er teveel stukjes in als ‘jouw borsten zijn uniek’, ‘borstel je blond’ en ‘jouw mond heeft oog voor details’. Die technische informatie van Kijk is heel wat veiliger dan de griezelige, ‘slijmerige’ gevoelens van Club.
Yes, uitg. Oberon, weekblad, ƒ 2,25, 64 blz. (waarvan slechts 11 blz. reclame). Gelezen: nr. 17, dec. '86. Yes mikt op iets
| |
| |
oudere lezeressen dan Club. De ingezonden brieven zijn van 15- tot 25-jarigen afkomstig. Uit die brieven spreekt veel waardering voor de openhartige wijze waarop Yes over seks schrijft, met name over de emotionele kant van vrijen. Inderdaad veel aandacht voor relaties. Temidden van een rubriek over mooie hebbedingetjes staat de wekelijks weerkerende vraag: Hoe oud was jij toen je voor het eerst met een jongen naar bed ging? Een ‘persoonlijkheidstekst’ staat naast recepten, boven de kerstversieringsideeën staan oorzaken van overspannenheid bij mannen en vrouwen. Elke week een foto van een trotse lezeres met haar vriend, een bladzijde uit een dagboek en ‘Mijn eerste liefde’. Kortom. Yes vult zijn kolommen moeiteloos met eigen bijdragen van lezers over hun hang ups: seks, verliefdheid en uiterlijk. Tessel de Nijs zegt het ongeveer zo: ‘Yes is een blad voor meisjes die onopvallend bij de geslaagde meute willen horen’. Yes stelt zijn kolommen open voor vragen aan deskundige medewerkers: een diëtiste, een ‘relatiedeskundige’ en een arts. En voor noodgevallen is er de ‘Yestelefoon’. Problemen als ‘Hoe krijg ik die wratjes van mijn handen’, ‘Vrijen met hem lukt niet’, ‘Ik voel me zo alleen in die flat’ worden met veel begrip voor de ernst van de situatie beantwoord. De ‘Yes-seksuologe’ schrijft over seks-fantasieën en zelfhypnose wordt aanbevolen als een afdoend middel tegen roken, examenvrees en liefdesverdriet. Het korte verhaal is heel erg flauw en dat doet (tesamen met de nog zoutelozere horoscoop) vrezen dat de advertentie voor Kiss-foto-romans in dit blad toch niet helemaal misplaatst is. De aankondiging van het volgend nummer belooft 25 schoonheidsdtips (‘Yes vindt het fijn als jij er mooi
uitziet’), zij over de spannendste momenten met hem en hij over die met haar en je bioritme voor 1987. De Yes-lezeres kan dus gerust zijn: gelukkig niets nieuws maar nog meer van hetzelfde.
Wat ponies teweegbrengen in het hart van 12- tot 14-jarige Tinalezeressen, doet de computer in de hersens van veel jongens van die leeftijd. Voor de computerfreaks is er het Engelstalige Computer + Video Games, maandblad, 164 blz. ‘Gelezen’: jan. '86. Alles wat de liefhebber wil weten over nieuwe computerspelletjes, ‘adventures’ die variëren van de Flintstones tot de klassieke pulpgenres Swords and sorcery, Science Fiction, Oorlog, Horror en Wild-west, aangeprezen in proza als: ‘Vs-Va-Vooommm!! The shell roared over my head. I dearly wanted to dive into the nearest pit for cover. Yeehah!’ Ook vermoeiende sporten als baseball, rugby, voetbal en boksen kun je op je gemak achter de computer spelen. Van recente succesvolle films als Back to the future wordt het computerspel aangeboden, inclusief een prijsvraag, waarmee weer allerlei software gewonnen kan worden. In de afdeling War Games is er ruime keuze uit de Slag bij Waterloo, de landingen op Normandië, de Slag om Engeland. Ook Walt Disney heeft zich met Mickey Mouse, Donald Duck en Winnie the Pooh op de personal computer software markt geworpen, onder het motto: ‘Playing for fun, learning for life’. Een vergelijkbaar Nederlands blad ken ik niet. Voor een stel jongens was dit maandelijkse kost.
Kijk, populair wetenschappelijk maandblad, uitg. Oberon, 76 blz., ƒ 5,75. Gelezen: nr. 9 en 12 van 1986. Kijk is een blad voor weetgierige wijsneuzen, die een ruime en diepgaande belangstelling hebben voor hoe onze wereld in elkaar zit. Eenzijdige of oppervlakkige lezers haken al snel af. 1986/9 beschrijft uitvoerig de psychologische problemen van het moderne renpaard, de consequenties van de ramp met de kerncentrale van Tsjernobyl, het biedt een historische schets van de positie van de nar aan Europese hoven, doet kond van Russische pogingen hagelbuien te bestrijden door middel van raketten met zilverjodide. En dat is nog lang niet alles. Er is een leesbare schaaken computerrubriek en vaste rubrieken over nieuwe scheikundige, biologische en natuurkundige onderzoekingen. Kijk is weliswaar vooral bêtagericht, maar uit het register op de jaargang 1986 blijkt dat het redelijk veelzijdig is. Wat vinden mijn lezers van Kijk? Yvonne Stokman is één van de weinige meisjes die regelmatig Kijk lezen. ‘Ik vind het een leuk blad, dat tegelijk heel interessant is. Over het algemeen begrijp ik de stukken wel, maar als ze te diep op bepaalde technische of scheikundige détails ingaan haak ik af. Ik vind het leuk om het blad te bewaren en achteraf te kijken of hun voorspellingen zijn uitgekomen’. Jan Kroezen leest Kijk ook regelmatig. Hij vindt de artikelen ‘interessant en uitvoerig uitgelegd, gericht op een brede groep lezers; sommige stukjes spreken 11, 12-jarigen aan, andere zijn interessant voor volwassenen; de tekeningen en foto's zijn fantastisch, bijvoorbeeld die over de werking van de maag’. Erg handig vinden ze de overzichtelijke inhoudsopgave en het jaarregister, erg prettig de duidelijke uitleg en de fraaie illustraties, maar ‘je moet je
koppie erbij houden’. Storend vindt iedereen de reclame.
De stripbladen. Op de eerste plaats good old Donald Duck, uitg. Oberon, een vrolijk weekblad, ƒ 1,85, 32 blz. Gelezen: nr. 51 van 1986. De hoofdmoot bestaat nog steeds uit de nimmer eindigende avonturen van Willie Wortel, Broer Konijn, Donald himself, Goofy en Mickey Mouse. De Nederlandse toevoeging bestaat uit een (aardig) kort verhaal, een melige brievenrubriek, veel klantenbinding middels de Donald Duck-club, merchandising als de Donald Duck-scheurkalender (elke dag een grap, hoe verzinnen ze het!); de rubriek van Nul tot Nu, de geschiedenis van een kikkerlandje, stripverhaal met tekst van Thom Roep en tekeningen van Co Loerakker. Een opa vertelt zijn kleinzoon hoe de wereld van nu ontstaan is. Een verhaal dat mank gaat aan grove vereenvoudiging en een eenzijdige Westerse kijk. Mijn lezers sloegen deze strip over (‘teveel kleine letterjes’). Zelfs 14-jarige lezers blijven Donald Duck leuk en spannend vinden. Ook volgens het NOJ wordt DD door zeer veel jongens en bijna evened meisjes gelezen. Naast Donald Duck laat Oberon ook nog het bijna identieke maandblad Mickey verschijnen.
Tina, uitg. Oberon, ‘het grootste stripweekblad voor meisjes’, ƒ 1,80, 40 blz. Gelezen: nr. 45 van '86. Tina is weliswaar een stripblad, maar zou ook tot de meisjesbladen gerekend kunnen worden. Tina mikt op 12, 13-jarige meisjes die nog niet aan Club toe zijn, maar al wel gek zijn op Madonna en de toptienterreur, als je uitgaat van de ingezonden brieven. Toch prijkt er op de poster nog geen Michael Jackson, maar wel een snoezig knuffelbeest. Tina-meisjes hebben nog nauwelijks borsten, wel al belangstelling voor make up en jongens, maar nog net iets meer voor ponies, en aankleedpoppen. Dat blijkt ook uit de problemenrubriek. Een 12-jarige vraagt zich wanhopig af of er een borstengroeimiddel bestaat, een ander schaamt zich rot omdat ze het lievelingetje van de leraar genoemd wordt, een 13-jarige babysit heeft een duur kopje bij de buren gebroken, een ander 13-jarige vindt zichzelf te dik. Mijn lezers zijn het Tina stadium al voorbij: zij vinden het saai, voorspelbaar en kinderachtig. Een enkel meisje (dat Kijk-abonnee is!) vindt het ‘toch wel leuk’.
Fantastic Four, uitg. Junior Press, kwartaalblad, ƒ 3,95, 66 blz. Dit ‘blad’ werd alleen door een verstokte Science Fictionfan gelezen; anderen vonden het te kinderachtig. Eigenlijk hoort het ook niet in deze verzameling thuis. Het is geen blad, maar een pulpstrip die in afleveringen verschijnt, net als de andere Junior Press uitgaven Indiana Jones, De X Mannen en Star Wars.
Tot slot twee jongerenbladen die geen van mijn jongeren vrijwillig leest: Plug en Tikker. Ik was toch benieuwd naar hun oordeel. Plug, cultureel maandblad voor houders van een Cultureel Jeugd Paspoort. Gelezen: okt. '86. Wat een verademing vergeleken met de eerder besproken muziekbladen. De interviews en artikelen zijn vele malen deskundiger, zinniger en creatiever. De redactie heeft geen last van de toptienterreur, maar toont belangstelling voor oude en nieuwe, alternatieve muziek en cultuur in het algemeen. Zo is er een artikel over kunst in de kazerne, met vragen als: ‘Is er tijd om Nabokov te lezen als je dat wilt? Draait er wel eens een film van pakweg Fassbinder?’ De verslaggeefster moet na een bezoek aan de bibliotheek en de filmzaal tot haar spijt vaststellen dat kunst voor ‘onze jongens’ zich beperkt tot Jan Cremer, Konsalik, strips en pornofilms. Sommige van mijn lezers zijn al wel CJP-lid, maar laten Plug ongelezen: te saai en te serieus, te weinig kleur, te grauw en te ruw papier. Judith Matthijssen zou het blad niet zo maar lezen. Ze denkt dat het voor ouderen bedoeld is, maar heeft bij nader inzien wel waardering voor de redactionele stijl en de veelzijdigheid van de artikelen (toneel, klassieke en popmuziek, kleding, make-up). Margot Hölscher: ‘Ik vind Plug niet echt ontzettend dom, maar ook weer niet onwijs
| |
| |
leuk. Ik lees toch liever de Popfoto’. Muziek Expreslezeres Adriënne de Rijk: ‘Cultuur, dat interesseert mij en de jeugd niet. We lezen liever een fleurig en muzikaal blad, uiteraard over eigentijdse muziek’.
Tot slot Tikker, magazine voor jeugdliteratuur, uitg. Wolters Noordhoff, kwartaalblad, ƒ 9,00, 52 blz. (geen reclame). Ook Tikker was geen eigen keuze, het staat op de boekenlijst. In tegenstelling tot Plug waren mijn lezers over Tikker wel enthousiast, vanwege de gevarieerde, originele lay out, de boeiende thema's met goed gekozen verhaalfragmenten (‘die maken dat je het hele boek wilt lezen’). De vaste rubrieken vallen minder in de smaak. Leesgoedlezers zullen Tikker wel kennen. Mijn ervaring is dat Tikker zich uitstekend leent voor allerlei leuke en zinnige lessen over jeugdliteratuur. Gelukkig zijn mijn Kijk- en Clublezers het eens over de kwaliteit van Tikker. Ik zal ze maar niet verklappen dat ook jeugdliteratuur cultuur is.
|
|