L'Ami des Enfants
Arnaud Berquin was Frankrijk's ‘Kindervriend’. Hij werd in 1747 in Bordeaux geboren, studeerde daar aan het Jezuïten-college, waar hij bevriend raakte met Dominique Joseph Garat, de opvolger van Danton. Beiden waren meer dan geboeid door de toenmalige moderne dichters en Berquin ging op goed geluk naar Parijs om die dichters te ontmoeten en andere talen te studeren. Daar verscheen in 1774 zijn eerste bundel, Idylles, het jaar daarop gevolgd door een tweede en in 1776 verscheen Romances, waarin al enkele gedichten voor kinderen waren opgenomen. In 1777 verscheen Lectures pour les enfants ou choix de petits contes. Het wordt waarschijnlijk geacht dat hij in 1776 gouverneur werd van Caroline en Pauline Panckoucke, drie en zeven jaar oud en dochters van de bekende uitgever-boekhandelaar Charles-Joseph Panckoucke. In de salon van diens vrouw zou Berquin d'Alembert ontmoet hebben, maar op wiens voorspraak dan ook, kort daarna verleende hij medewerking aan uitgaven van Panckoucke, met name aan Moniteur en Mercure de France. Dichtbij de villa van de familie vestigde Berquin eind 1782 het bureau van L'Ami des Enfants. Opmerkelijk is dat de ‘leeftijd’ van het tijdschrift gelijke tred hield met de leeftijd van zijn pupillen. L'Ami des Enfants (1782-1783) werd in 1784-1785 opgevolgd door L'Ami de l'Adolescente en in 1786 door L'introduction familière à la connaissance de la nature.
Zijn kindertijdschriften vulde Berquin aan met korte stukjes, voornamelijk proza en toneel. Dit genre werd langzamerhand zo populair dat in het Frans nog steeds de term berquinque bestaat als aanduiding voor een moraliserend verhaal, met de nu negatieve bijbetekenis van onbeduidend. Het tijdschrift L'Ami des Enfants verscheen maandelijks en werd als abonnement verspreid, in totaal 24 afleveringen met elk 144 pagina's. De antiquair Gumuchian beschrijft het als ‘un des plus charmants livres illustrés de cette époque’, met kopergravures van De Launey, Maillet, Delignon e.a. naar A. Borel.
Het werk had vrijwel onmiddellijk veel succes. Nog in 1782 werd het in Zweden geïmporteerd en verschenen roofdrukken in Zwitserland en Nederland (Amsterdam, Les Librairies Associées, 1782-1783, 4 delen). In 1783 volgden Londen en Leipzig, 1786 Verenigde Staten, 1792 Spanje, 1796 Italië. Dit internationale succes duurde tot eind 19e eeuw. Vanuit Frankrijk en Engeland werd het ook naar India en Tahiti verspreid.
Berquin schreef ook kinderverhalen en vertaalde o.a. uit het Nederlands De kleine Grandison van mevrouw M.G. de Cambon-van der Werken. Het werd als Le petit Grandisson in 1787 uitgegeven ‘au bureau de l'Ami des Enfants, rue de l'Université, au coin de celle du Bac’.
Er is niets bekend over contacten met de auteur en evenmin over zijn kennis ervan. In de eerste editie werd de naam van de vertaler niet genoemd op het titelblad (‘traduction libre du Hollandois’) maar in de Franse editie die in 1791 bij Isaac van Cleef in Den Haag werd uitgegeven komt zijn naam voor.
Kort voor zijn dood (1791) was hij kandidaat voor het ambt van gouverneur van de zoon van Lodewijk XVI.
In Nederland roemt Crito de Fransman in Over kinderboeken: ‘Een kinderschrijver die als zoodanig wordt aangemoedigd door de hoogste wetenschappelijke instellingen. Dit viel aan Berquin van de Académie Française te beurt, door de bekroning van zijn Ami des Enfants... Alleen van dezulken die op letterkundig gebied ook tot iets anders, en iets beters in staat zijn, kan men voor kinderen iets goeds verwachten. Het vereischt daarenboven een rijpen geest en een rijk gemoed. Het is geen kinderwerk... Maar dan zegt ook een Vinet: les bons livres d'Enfants sont les meilleurs parmi les livres d'hommes.’ Een Nederlandse vertaling verscheen in 1809, tenzij De vriend der jeugd, bevattende eene verzameling van vertellingen, Brieven, Gesprekken e.a. benevens een kleen maar aandoenlijk en leerzaam toneelspel druk, Amsterdam, J.R. Poster, 1803, volgens de catalogus van Rijn) een eerdere editie is.