Een lees- en zangboekjen voor de jeugd(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] No 93. De geboorte van den Zaligmaker (I A. 126). 't Was nacht: een lichtwolk daalde uit 's hemels transen neder, Terwijl een Engeldrom op bliksemsnelle veder Zijn vlucht koos naar deze aard, naar 't needrig Ephrata. Hoort gij dien lofzang niet, die boodschap van genaâ; ‘Lof zij aan God den Heer, de vrede zij den menschen ‘Van goeden wil: dees dag vervult hun vurig wenschen; ‘De Vredevorst, aan de aard zoo lang beloofd, daalt neêr; ‘Ja! vrede zij den mensch en lof aan God den Heer! Zoo zong een blijde stem in Judaas vruchtbre dreven, Toen Rome voor zijn macht heel 't wereldrond deed beven, Toen Cesar, op zijn troon als Godheid aangebeên, Den Janustempel sloot. Ach! Judaas glans vlood heen; De rijksstaf, eens door God aan Davids huis geschonken, Werd den Romein ten buit; in ijsren boei geklonken Droeg Isrêl, met de rest der volkren, 't slavenjuk, En zuchtte hardgepraamd in weergaâloozen druk. De misdaad troonde ook daar in schaâuw van Gods altaren, En werd om strijd vereerd door de ongetrouwe scharen, Die, ongedachtig aan hun Schepper en hun God, Van wufte menschengunst verwachtten 't heerlijkst lot. En Satan juicht; hij zal het laatste vonkjen dooven Van Godes dienst, in 't eind mag hij zich dan beloven Te zegevieren op dien Goël, dien hij haat. Maar neen! zijn rijk heeft uit; een schoone heilzon gaat [pagina 205] [p. 205] Voor 't zondig menschdom op; de tijden zijn verschenen, Door den Profeet voorzegd. Wil, Sion, niet meer weenen! Juich, aarde! heemlen, juicht! Emmanuël daalt neêr, Brengt aan de menschen vrede en lof aan God den Heer. Vorige Volgende