Kunst en Leven. Jaargang 1

[p. 11]

II. Over oude katalogen en inventarissen

I. - ‘Gerard Hoet, Catalogus of Naamlijst van Schilderyen, met derzelver pryzen, zedert een langen reeks van Jaaren zoo in Holland als op andere Plaatzen in het openbaar verkogt, enz., 2 deelen. - 's Gravenhage, M.DCC.LII.’

Dit werk, dat, in zijn beide delen, niet minder dan XII + 614 + 36 bladz. voor I, en IV + 538 + 24 bladz. voor II, bevat, laat ons kennis maken met de katalogen van 223 veilingen van schilderijen, welke, zowat van 1676 tot 1752 in de beide Nederlanden, doch voor het allergrootste deel in de noordelike, plaats hadden.

De oudste in datum van deze veilingen is die van de verzameling ‘van den Heer Reynier van der Wolf, Oud Schepen der stadt Rotterdam, en de Erfgenamen van Juffrouw M. Pessers, zyne kinderen, verkogt den 15. Mey 1676, in Rotterdam.’ De laatste is die ‘van Vrouwe Maria Beukelaar, Douariere van den Wel-Edelen Heer... Halungius, enz., alsmede van den konstschilder Anthony de Waart, verkogt den 19. April 1752 in 's Hage.’

In de zuidelijke Nederlanden vonden plaats de veiling ‘van den Grave de Fraula, verkogt in Wissel-Gelt, den 21. July 1738, in Brussel,’ die ‘van de Heer Joseph Sonsot, verkogt den 20 July 1739 tot Brussel’, en die ‘van Sieur Jacomo de Wit, 15. Mey 1741, te Antwerpen.’

Een overgroot aantal van de vermelde veilingen hadden plaats te Amsterdam; een noch aanzienliker aantal in den Haag; andere, in kleiner getal, te Rotterdam, Delft, Hoorn, Dordrecht.

In deze tijd, waarop, vooral in Zuid-Nederland, de aanzienlike verzamelingen van schilderijen zo biezonder schaars zijn, staat men eenvoudig verbaasd, wanneer men onder de ogen krijgt de inventarissen van deze 223 kolleksies, die, in het betrekkelik kleine tijdsbestek van 76 jaren, onder de hamer kwamen. Zeker waren er ook kleine, weinig beduidende verzamelingen onder; enkele omvatten slechts 58, 52, 36, 33, 29, 11, ja, 10 stukken; doch daarnaast leren wij er ook kennen van 117, 134, ja, 415 nummers (Grave de Fraula, 21. Julie 1738, Brussel), 375 (Seger Tierens, 23. Juli 1743, 's Hage), 344 (Maria Beukelaar en Anthonis de Waart. 19. April 1752, 's Hage), 289 (Kunsthandelaar David Jetswaart, 22. April 1749, Amsterdam, 273 (15. April 1739, Amsterdam), 264 (Jaques Meijers, 9. Sept. 1722, Rotterdam), 257 (M^r Willem Six, Burgemeester van Amsterdam, 12. Mey 1734, aldaar), 250 (van

[p. 12]

Zwieten, 12 April 1731, 's Hage), 239 (Kunstschilder Jacques de Roore, 4 September 1747, 's Hage), 224 (Quiryn van Biesum, 18. October 1719, Rotterdam), 218 (Sieur Jacomo de Wit, 15. Mei 1741, Antwerpen), 185 (Graaf van Hogendorp, 27. Juli 1751, 's Hage), 175 (Adriaan Bout, 11 Augustus 1733, 's Gravenhage), 173 (Pieter de Klok, 22. April 1744, Amsterdam), 155 (Hendrik vander Vlugt, 27. April 1745, Amsterdam).

Verzamelingen van 100, 150, 200 stukken schijnen geen zeldzaamheid te zijn geweest!

Zonderling is het, dat enkele namen in deze katalogen geheel ontbreken. Jan van Eyck. Memlinc of Hemlinc, Dirk Bonts of van Haarlem, Hugo van der Goes, Patinier, Marinus de Zeeuw of van Roemerswaal, Jeroen Bosch, Jan van Schoorl of Scorle, Barend van Orley, ontbreken geheel. Engelbrechtsen wordt een enkele; Bles twee, - Koningsloo, Quinten Metsijs, of, zoals hij dan heet, Quintyn Masseys of de Smit, en Jan Gossaert of van Maubeuge komen elk een viertal keren voor.

Vrij talrijk en volledig zijn vertegenwoordigd Cornelis van Haarlem, met 22-, en Lukas van Leiden, met 18 stukken. Lange Pier wordt 12 maal, Joost of de Zotte Kleef 16 maal, Pieter Breugel, de Oude, ook een dozijn maal genoemd.

Hans Holbein, Holbeen noemt hem Hoet, - schijnt bij de Nederlandse verzamelaars in zeer hoge gunst te hebben gestaan. Meer dan 40 maal komt zijn naam in deze lijsten voor, blijkbaar meer dan ééns op het zelfde schilderij. Die van Dürer is tienmaal vermeld.

Van de latere meesters zijn wel het schitterendst vertegenwoordigd, altans met het grootste aantal werken, P.P. Rubbens, Rembrandt, Jordaens, Antoon van Dijck, Teniers, Steen. Adrian van de Velde. Philip Wouwerman, Sanftleben, van Ostade, Metzu, Geiraard Bouw, Adriaan Brouwer, Fluweelen Breugel, Nikolaas Berchem, Jakob Ruysdaal, Melchior de Hondekoeter.

Ook Ietaljaanse en Franse schilderijen waren niet zeldzaam.

De prijzen, welke de liefhebbers besteden, mogen matig over 't algemeen genoemd worden. Vrij eigenaardig doet het aan, dat meer dan ééns werk, waarvoor onze tijdgenoten de hoogste bewondering koesteren, veel billiker ging dan schilderijen van in onze ogen heel wat minderen. Werken van Bamboots ‘heel puyck’, van Loo, ‘het capitaelste en beste’, Lairesse, ‘van syn alderbeste’, gaan resp. 255-0, 234-0, 208-0, in een veiling waar Pieter d'Hooge, 70-0 of 48-0, Steen, ‘syn alderbeste’, 130-0 of zelfs 91-0, Willem Kalf 52-0 of 21-0, en Rembrandt's ‘eygen Conterfeytsel’ 6-0 doet!

Blijkbaar waren de kopers milder jegens Ietaljanen en Fransen dan tegen de nasjonale kunstenaars. Werken van Michel Angelo delia Bataille gingen 351-0, 360-0, 460-0, van Claude Lorrain 310-0, van Poussin 270-0, van Borgognone 405-0, wanneer Een stuk van Rembrants, zynde een Kersnacht, seer fraey, 152-0 ging.

Wel is waar betaalde men, in de zelfde veiling, 24. Maart 1692. 120-0, 147-0, 161-0, 240-0, 422-0 en 900-0 voor werken van Adriaan

[p. 13]

Brouwer; de laatste som voor een stukje, genaemt hair om hair, een kroeggevecht ongetwijfeld. Voor een Poelenburg betaalde men er 300-0.

In de veiling van de Flines, 20. April 1700, bereiken werken van Titiano 230-0 en 315-0, van Castiglione 500-0, van Borgognone 440-0, van Coreggio 500, van Alexandro Veronese 2100-0, - en Rembrandt's Hanna onderwyseitde haer soontje Samuel 300-0, Een Pourtrait van Frans Hals, levens groote, 70-0, Een Kermisje met Vegtende Boeren van Brouwer 60-0 en Een Boertje van de zelfde 4-0. Een Tronitje, zynde een Munnix Kopje van Holbein 5-5, Een Tronitje van Quintyn de Smit 17-10, en .. noch een Kapitael stuk van Rembrand van Ryn 90-0.

Hoge prijzen werden gaarne betaald voor Douw, in een tijd, toen men voor de Delfse Vermeer slechts met blijkbare aarzeling durfde bieden. - 505-0, 770-0. 1000-0, 1100-0, ja, 4025-0 worden voor 't werk van de eerstgenoemde betaald in veilingen, waar stukken van de tweede 320-0, 113-0, en Rembrandts Portret op zijn Persiaens, door hem geschildert 59-0, een landschap van hem 48-0, een ander ‘Conterfeytzel’ van de zelfde, door hem geschildert, 30-0, ja, een Trony van R. 8-0 of 7-5 waard geacht werden. Voor zijn Besnijdenis, zynde een kapitael stuk, werd 230-0, en voor zijn Graflegging, ongemeen fraei, 290 0 betaald, in de zelfde vendietie, waarin Paris & Helena van Lairesse voor 500-0, Een Ryngezicht van Griffier de Oude voor 565-0 een koper vonden. In 1738, veiling de Fraula, betaalt men 50-0 voor Het Pourtrait van den Sone van Rembrandt, den Helm op 't Hooft, een Schildt ende Harnas, h. 4 v. 4 1/2 d., br. 3 v. 6 1/2 d., 160-0 voor Een Pourtrait van een Oude Vrouw met den Bybel of haar Knien, h. 3 v. 9 d., br. 2 v. 9 d, en 177-0 voor een ander Vrouwenportret; in 1739, te Amsterdam, 42-0 voor De Uitdryving van Hagar en Ismaël, extra konstig, 10-0 voor Een Vrouwe-Pourtrait met twee Handen en 9-0 voor Een oude Vrouw; in 1752, te 's Hage, 6-0 voor Een Philosooph, h. 3 v. 3 d., br. 3 v. 6 d.; in een veiling, waarvan Hoet het jaartal verzwijgt, staat bij Een Paracelsus, een half Figuur, 200-0, en, in de lijst van de veiling Jan van Loon, Juli 1736, Delk, Een Kaarsgesichtje, altijd van Rembrandt, h. 5 1/2 d., br. 5 d.. 105-0.

Doch, niet om beschouwingen over de waarde van de schilderijen was het ons te doen; maar alleen om ons een denkbeeld te vormen van de hoeveelheid werken van enkele van onze grootste Prae-Rubenianen, welke in die jaren noch in onze provinsiën voorhanden waren.

Wij geven de tietels op, zoals Hoet zelf die uit de door hem bijeengebrachte katalogen overnam; waar ze bij hem zelf te vinden zijn, geven wij ook de grootte van de gemelde stukken. Wellicht gelukt het later, vooral bij middel van deze laatste biezonderheid, de iedentieteit van zekere stukken, die tans van openbare verzameligen deel maken, vast te stellen.

Voor heden kiezen wij Metsijs, Jan van Maubeuge, Cornelis van Haarlem, Hendrik met de Bles,

[p. 14]

Pieter Breughel I of de Oude, de Vieze, de Koddige, Boeren-Breughel, Pieter Breughel II of Helse Breughel, Pieter Aertssens of Lange Pier, Joost van Kleef of de Zotte van Kleef, Lukas van Leiden, - en ten slotte Albrecht Durer en Hans Holbein.

Verkocht werden van:

I. Quintyn Masseys of Quintyn de Smit.
1^o Veiling Philips de Flines, 20. April 1700, Amsterdam,
n^r 89, Een Tronitje		} 17-10, grootte is niet vermeld
n^r 90, Een dito		} 17-10, grootte is niet vermeld
2^o Veiling M^r Willem Six, Burgemeester der stad Amsteldam, 12. Mey 1734, in Amsterdam,
	Het Pourtrait van Knipperdolling, konstig en kragtig geschildert in 't jaar 1509, grootte onvermeld,	107-0.
3^o Veiling Michiel van Hoeken en Theodore Hartsoeker, 1 Mey 1742, in 's Hage:
	Een Rentmeester Geld tellende, met veel Bywerk, h. 2 v. 8 d., br. 2 v. 2 d.,	7-0.
4^o Veiling Cornelis van Lill, 18. Junii 1743, in Dordrecht,
	Een stuk door Q. Messys, h. 2 v. 5 d., br. 1 v. 8 d.,	19-0
	Een dito, verbeeldende Christus aan 't kruys, uitvoerig en kragtig geschildert, h. 1 v. 6 d, br. 1 v. 2 d.,	16-10.

II. Jean de Maubeuge.
1^o Veiling van? (niet genoemd), 24. April 1716, Amsterdam,
	Drie Tronitjes in een stukje (grootte onv,).	18-0
2^o Veiling de Amory, 23. Juny 1722, ibid.,
	Maria met het Kindje en Joseph met de Drie Koningen, haer gaven offerende, half leeven, zeer fris en gaef, h. 4 v. br. 3 v.,	76-0
3^o Veiling Coenraad Baron Droste, 21. July 1734, in 's Hage,
	De Drie Koningen, h. 23 d., br. 19 duym.	10-5
4^o Gewichtige veiling Grave de Fraula, 21. July 1738, Brussel,
	Een H. Familie, h. 2 v. 5 d., br. 2 v. 10 en een half d.,	23-0

III. Cornelis van Haarlem.
1^o Veiling van? (ongenoemd eigenaar), 9. May 1696, Amsterdam,
	Adam en Eva, grootte onvermeld,	14-10
2^o Een veiling op 15. April 1699, Amsterdam.
	Een Tronie,	3-8
3^o Veiling van de H^r Schepen Pieter Six, 2. Sept. 1704, Amst.,
	Een Conterfeytzel,	3-0
4^o Veiling van een? (ongenoemd), 10. Juny 1705, ibid.,
	De Doping Christi,	20-0
5^o Veiling Burgemeester Nicolaes van Suchtelen, 17. April 1715, Hoorn,
	Een capitael stuk, de Af-val der Israliten door 't gulde kalf, konstig geschildert door C.C. van Haerlem,	58-0
	Venus en Adonis, door dezelve	31-0
	Twee laggende Tronien, door dezelve	14,0
Juno, door dezelve } Te samen of elk??		12,10
Pallas, door dezelve } Te samen of elk??		12,10
Venus, door dezelve } Te samen of elk??		12,10

[p. 15]

6^o Veiling 6. Mey 1716, Amsterdam,
	Josef, Maria en 't Kind, van Mr. Cornelis van Haerlem,	10-0
7^o Veil. Vrouwe van Ste Anneland, 6. November 1725, 's Gravenhage.
	Een Zee-Godt met Schulpen door C.C. van Haerlem, h. 1 v. 11 en een half d, br. 2 v. 7 d.	76-10
8^o Hilgonda Coninck, Weduwe van Jan Boterpot, Burgemeester der stad Hoorn, en Vrouwe Cornelia Coninck, Wed. de Heer Mr. Paulus Penningbroek, 24. Maert 1733, Hoorn.
	Twee vrouwe Tronien, door Mr. Cornelis van Haarlem.	8-0
	Adam en Eva in 't Paradys, door Mr. Cornelis van Haarlem.	8-10
In die veiling ook, van een ongenoemd gebleven meester:
	De Prediking van Johannes in de Woestyne door een Oud Meester,	15-0
	Joseph met zijn Broeders, door een Oud Meester.	23-0
	De Aenbidding van de Wysen uyt 't Oosten, door een Oud Meester,	6-10
9^o Veiling Coenraad Baron Droste, 21. July 1734, in 's Hage,
	Een Bacchus en Sater, h. 19 d., br. 13 d.	10-0
10^o Gewichtige veiling Johan van Schuylenberg, Burgemeester, 20. Sept. 1735, in 's Hage,
	De Liefkozing van Mars en Venus, door Cornelis van Haarlem zoo goet als van hem bekent is, h. 1 v. 10 en 3/4 d., br. 2 v. 7 1/2 d.	72-0
11^o Gewichtige veiling Mr. Samuel van Huls, Burgemeester van 's Gravenhage, 3. September 1737, aldaar,
	Drie Kindertjes met een Hondt speelende, h. 1 v. 1 d., br. 1 v. 4 d.,	10-5
12^o Baron Schonborn, 16. April 1738, Amsterdam,
	Een slapende Venus, met Psiche, levens groote,	15-0
13^o Gewicht. veil. van 15. April 1739, Amsterdam.
	Drie slapende naakte Vrouwtjes,	10-0
	Jesus en Johannes,	14-10
14^o Veil. 9. Augustus 1739, Amsterdam.
	Het laaste (sic) Avontmaal, krachtig geschildert,	31-0
15^o Jan de Gise, 30. Augustus 1742, in Bon,
	Een Goode Maaltijd, h. 3 v. 9 d., br. 4 v. 10 d.	55-0
16^o Seger Tierens, 23. July 1743, 's Hage,
	De verloore Zoon aan de Tafel sittende met eenige Vrouwen; h. 2 v. 10 d., br. 3 v. 8 d.	21-0
	De zelfde Historie op een ander manier geordonneert, door dito, h. 2 v. 2 d, br. 3 v. 8 d.,	20-0
	Een Vrouwspersoon geevende aan haar Dienstmaagt de Beurs van een bedaagt Man die by haar op het Bed sit, door dito, h. 3 v. 5 d., br. 4 v. 4 d.,	22-10
	Venus en Cupido, levensgroote, h. 2 v. 11 d., br. 2 v. 3 d.,	31-0
	De bedurve Weereld, vol Figuuren, met de Arke Noach in het verschiet, door dito, h. 3 v. 2 d., br. 5 v. 3 d,	68-0
	Simsom, door dito, h. 4 v. 10 d., br. 3 v. 3 d.,	8-5
17^o Gewicht. veiling Hendrik vander

[p. 16]

Vugt, 27. April 1745, Amsterdam,
	De eerste Waerelt, door Cornelis van Haarlem, br. 3 en een half v., h. 2 v 2 d,	9-5
	De Verloren Zoon, door denzelven, br, 4 v. 2 d., h. 3 v. 2 d.,	11-10
	Een dito, door denzelven, eersten Waereldt, br. 3 v. 9 d., h. 2 v. 8 d.,	8-10
	De Zeven Planeten, door denzelven, br. 1 v. 10 d. en een half, h. 1 v. 5 d.,	15-0
18^o Gewicht. veil. van den kunsthandelaar David Jetswaart, 22. April 1749, Amsterdam,
	Een stuk verbeeldende de Dooping van Joannes,	20-0
	Een stuk verbeeldende de Maaltijd der Goden en Godinnen,	39-0
	Een stuk verbeeldende een Gulde Eeuw, zeer uitvoerig door den zelven, zoo goed als van hem bekent is,	20-0
19^o Gewicht. veil. Maria Beukelaar, 19. April, 1752, 's Hage,
	Een stuk door C. v. H, met veel beelden, h 2 v. en een half d., br. 3 v, 4 d.,	45-0

IV. Hery Bles.
1^o Veiling 11. April 1698, Amsterdam.
	St. Antonis temptatie van Hery Bles,	18-0
2^o Veil. M^r Willem Six, Burgem. der Stadt Amsteldam, 12 Mey 1734, Amsterdam,
	De Vlugt naer Egipten, door Herri Bles,	5-0

V. Pieter Breugel.
1^o Verkogt 20. April 1695, Amsterdam.
	Een Wintertje.	31-5
2^o - 10. Juny 1705, ib.,
	Een Boere Gevegt	30-0
3^o - 6 Mey 1716, ib.
	De Heu gelade met volk, zeylende in de Schelde na Brussel,	20-0
3^bis 7. Juny, 1708,
	Een Boere-Gevegt,	36-0
4^o Vrouwe van Ste. Anneland, 6. Nov. 1725, 's Gravenhage,
	Vegtende Boeren, h. 3 v. 1 en een half d., br. 4 v,	235-0
5^o Veiling Samuel van Huls, 3 September 1737, 's Hage,
	Een Liereman met een Troup Kinderen, door de Boere Breugel, h. 1 v. 5 d., br. 1 v. 10 en een half d.,	51-0
6^o Baron Schonborn, 16 April 1738, Amsterdam,
	Een Boere Kermis door den Oude Breugel,	111-0
7^o Gewichtige veiling van Zwieten, 12. April 1731, 's Hage,
	De Seven werken van Barmhartigheyd door P. Breugel, zo goed als van hem bekend is, h. 1 v. 3 en een half d., br. 1 v. 9 en een half duim,	13-0
7^bis, Barm Droste,
	Een krytende Bruyt, h. 9 d., br., 11 d.,	10-0
8^o Pieter van Buytene, 29. October 1748, Delft,
	Een stuk daar de Krygslieden de Boeren plunderen in een Dorp door den Ouden Breugel,	51-0
	Een dito, daar St. Maarten de helft van zijn Mantel aan de behoeftigen geeft, door P. Breugel, h. 10 d.,br. 13 en een vierde d.,	100-0

[p. 17]

9^o Anna Theresia van Halen, 19. Augusti 1749, Antwerpen,
	Een stuk op paneel door Peeter Breugel,	23-0
	Een dito door denzelven,	18-0
10^o Graaf van Hogendorp, 27 July 1751, s' Hage.,
	Een camperende Armée aan de Schelde, met Tenten, Soetelaars, en verders daar toe Boorende (sic), zeer uitvoerig, door Breugel 1618,	112-0

In de inhoud staat deze post wel degelik op de naam van Pieter. Toch moet wel een werk van zijn zoon bedoeld zijn, vermits de Oude overleed in 1569. Volgens de zelfde inhoud nu is ook een stuk van Fluweelen Breughel op die zelfde bl. 300, II, vermeld. Dit is dus ongetwijfeld het pas gemelde, dat 112-0 ging. Het andere stuk is:

	Een Bedelaars gevegt in een Dorp, daar St. Maarten de helft van zijn Mantel geeft, Capitaal, door den Boere Breugel,	60-0
	In deel I komen noch voor, ofschoon in 't Register niet vermeld,
1^o Veiling 7. Juny 1708, Amsterdam,
	Een Boere-Gevegt van de Oude Breugel,	36-0
2^o Veiling de Fraula, 21. July 1738, Brussel,
	Het Sermoen van den Saligmaaker op den Berg, vol figuren, door den Ouden Breugel, h. 4 v. 4 en een half d., br. 6 v.,	22-0
	Een Boere-Kermisse, vol figuren, door den Ouden Breugel, h. 4 v. 5 en een half d., br. 6 v. 2 en een half d.,	30-15

VI. Den Koddigen Breugel.
1^o Philips de Flines, 20. April 1700, Amsterdam,
	Een stuk van den Koddigen Breugel,	44-0
2^o Jan van Beuningen, 13 May 1716, ib.,
Ofschoon de inhoud wel degelik naar deze veiling verwijst voor stukken van den Koddigen, vindt men op de opgegeven bladz. toch enkel 5 stukjes van den Helschen Breugel,
	Een Brand,	15-10
	Het Voorjaar verbeeld,	87-0
	De Soomer,	61-0
	De Herfst,	84-0
	De Winter, alle vol Beeldjes,	71-0
3^o Adriaan Bont, 11. Augusty 1733, 's Hage,

Ook hier weer verwijst de inhoud naar werken van den Koddigen op bl. 391; t.a. pl. komen echter alleen stukken voor van den Fluweel-Breughel en van den Helschen. Van deze stukken schijnen alleen de volgende onderwerpen, aan den Koddigen of den Boeren-Br. eigen, te behandelen:

Een capitael en heerlyk Stuk vol Beeldjes, verbeeldende Christus Predikende op 't Strant, uytvoerig geschildert, h. 10 d, br, 14 d.,	910-0
Een dito zynde een Landschap vol Beelden, mede zeer uytvoerig geschildert, verbeeldende een Harte-Jagtje,	1010-0
Een dito met Wagentjes & Paerden, vol gewoel, h. 8 d. br. 11 d.,	} 645-0
Een dito weerga tot het zelve.	} 645-0

[p. 18]

Een rond Ovael, van denzelve,

140-0

Of zou de Inhoud verkeerdelijk Koddigen voor Helschen vermelden? Dit is noch al waarschijnlik, daar, op al de bladzijden, waar er dus stukken van den Koddigen dienden genoemd te worden, er alleen van den Helschen of den Fluweelen voorkomen, namelik op bl. 391, 407, 424, 433, 513, 514, 585, enz, allen in deel I.

Ook ontbreekt, in de Tafel van dit deel, de vermelding Helschen. Blijkbaar bedoelde Hoet dus wel degelik deze laatste overal, waar hij, in 't Register op dit deel, verwijst naar de Koddige, overal, behalve in de veiling de Flines, en misschien ook met het eerste stuk veiling Bont.

Buiten de andere, hierboven al genoemde stukken, vinden wij dan nog in verdere veilingen van:

VII. Helschen Breugel.
1^o Veiling 2. April 1734, Amsterdam,
	Een extra uytvoerig Stukje vol gewoel,	120-0
2^o Veiling Baron Droste, 21. July 1734, 's Hage.
	Een uytvoerig Stukje verbeeldende een Spokerytje, hoog 6 d., breed 8 d.,	41-0
3^o Veiling Marinus de Jeude, 18. April 1735,
	Een aerdig Stukje, h. 15 d., br. 12 d.,	5-0
4^o Veiling Schonborn, 16. April 1738,
	Een Stukje met veel Figuren,	19-10
	Charons Boot,.	19-00
	Een Stuk met verscheyde Monsters,	71-00
	Een kleyn Stukje,	25-00
	De Brand van Sodoma en Gomorra,	25-0
	Een Boere Bruyloft,	15-10
5^o 15. April 1739, Amsterdam,		} 27-0
	De Hel verheelt op koper,	} 27-0
	Het laatste Oordeel,	} 27-0
6^o Jacomo de Wit, 15 Mei, 1741, Antwerpen,
	Een Schildery met koddige gedachten, h. 2 v. 3 d., br. 2 v. 10 d,	7-5
	Een stukje in 't ront, insgelykx drollig consept,	7-10
7^o Hendrik vander Vugt, 27. April 1745, Amsterdam,
	Een fraay Stuk van den helschen Breugel, verbeeldende Charons Boot, br. 9 en een d., h. 8 en een half d.,	7-10
8^o Ewout van Dishoek, Heere van Domburg, 9. Juny 1745, 's Hage.
	St. Anthony Temtatie, h. 9 d., br., 1 v. 1 d.,	70-0
	Een Spookerye, h. 10 d., br. 1 v. 1 d.,	27-0
9^o Veiling 6. Nov. 1749, Amsterdam,
	St. Anthonis Temptatien op een kopere plaat, h. 9 d., br. 1 v. 1 d.,	17-0
	Eneas in de Hel, op koper, h. 10 d., br. 2 v. 1 d.,	18-0
	In een op 6. Mei 1729, Amst., gehouden veiling komen voor, van Breugel, zonder nadere bepaling,
	Twee landschapjes, zynde de Historie daer Christus verzogt word, en het andere van de Samaritaen,	12-10

(Wordt voortgezet).