Kunst en Leven. Jaargang 1(1902-1903)– [tijdschrift] Kunst en leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] De zon Ik ben de wever aan des tijds getouw, en schik de gloeiend-bonte taferelen. Aan mij de macht, om werelden te delen! Ik schok der vorstenrijken vaste bouw. Ik ben de aleeuwig brandende flambouw, die 't groot Heelal gestaag kom toebedelen mijn licht en leven, die op aard kom spelen het wiss'lend spel van wolken en landouw. Ik, de vergouder van der aardë aanschijn, die lachen toover op haar lieve trekken, die mij weerspiegeld weet in blanke maanschijn; ik reis de wereld om in zegepraal, 'k weet leven alom, alom glans te wekken, breng licht en blijheid met mijn helle straal. Edward B. Koster. Vorige Volgende