Kunst en Leven. Jaargang 1(1902-1903)– [tijdschrift] Kunst en leven– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Mooie najaarsavond Hoor dat ruisen in de olmen, - hoe zacht! Hoor dat suizlen in de elzen, - hoe zacht!... - Is dat najaarswind? - Neen, 't is lentewind en de zon van de Lente lacht. Zie de hemel, hoe smetteloos blauw... Zie de hemel, hoe rein en hoe klaar... En de lucht is zo fijn en het luwtje zo zwoel alsof 't Lente, alsof 't meidag waar. O mijn hart, - het gaat open, mijn hart! Het gaat open van louter genot. En mijn oog - het staart op in 't azuur als staarde 't in deāogen van God. Ach! de Zomer, de Zomer is dood... Ach! de zonne, de zonne gaat dood, en zij bloedt elke-n-avond de heuvlen in 't West met het bloed van haar zonnehart rood... Ach! de zonne, de zonne gaat dood! Pol de Mont. Vorige Volgende