Kroniekje van Hoegaarden 1670-1759
(1986)–Anoniem Kroniekje van Hoegaarden– Auteursrechtelijk beschermd/fol. 10/A(nn)o 1697 den 2en martij is verheeven dit naerbeschreuen Leengoet onder den Heer Prelaet van vlierbeeck, voor Joa(nnes) fran(ciscus) van buggenhout, Guiell(mus) francois van(den) bossche Leemannen tot Louen ende voor sterffman gestelt b(roede)r franciscus Peeters in den Eersten vijf dachmael lant staende ten Leenboeck van Oirbeeck fol. 5 alnoch een half bonder aldaer geleghen staende fol. 33 alnoch een dachmael staende fol. 35.
voor Sterffman van Onsen bos tot Malim is gestelt Seruaes CillisGa naar voetnoot(22) alhier woonende in ons Clooster.
Alsoo den intendant van die commanderije van Pitsenborgh binnen mechelen is pretenderende, drij mechelse viertelenGa naar voetnoot(23) terf, op twee diferenten plexkens Lants, nochtans teghens allen costuime, ende oock erf brief onder die banck van Ouerlaer gepasseert, ende het selue plachte in voorighe tijden met reduccie betaelt te worden met twee guldens Jaerelijckx vti patet ex registris A(nno) 1601, 1602, 1603 et(cete)r(a) staende deen op een Plexken in het bonder op den hooghenwegh gaende naer ThienenGa naar voetnoot(24), dander op een dachmael in het block genoempt Lions block geleghen op ons molenstrate, het selue dachmael regenoten die goederen BullecomGa naar voetnoot(25): soo heeft P(ater) Guielmus van horne als Procurator een accordt gemaeckt, ende het selue voldaen aen den Jtendant voorss(chreuen): met neghentich guldens, daer hunnen pretencie was vier hondert vierenviertich guldens naer hunne calculatie, ende den inhoudt der quitancie is als volght. Aldus gehandelt ende op voorschreue aggreatie van den Heere Lantcommandeur geslooten, tusschen den Eerw. P. Guillelmus van Horne Procurator van Ouerlaer, ende den ongergeteeckenden /sic/ Jntendant van de Commanderije gedaen binnen Mechelen den jen aug. 1698 was onderteeckent Fr(ater) van Horne Procurator J. Scripkens
Bouen staende neghentich guldens sijn op date als bouen | |
[pagina 14]
| |
aen mij betaelt, dienende dese voor quitancie ende was ondertekent J. Scripkens |
|