Het Kouter. Jaargang 3
(1938)– [tijdschrift] Kouter, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 264]
| |
Indrukken uit Zweden
| |
[pagina 265]
| |
jonge groen de Zweedse vlag: een geel kruis op hemelsblauw veld. Voor een Nederlander, die gewend is om de gebieden van natuurgenot, folklore, kunst, sociale belangstelling, nationaal gevoel en godsdienst meestal gescheiden te betreden, was deze Midzomerdag een gebeurtenis, ontroerend door de vanzelfsprekendheid waarmee men vond, dat dit alles wezenlijk bij elkander hoorde. Sigtuna is een sprekend voorbeeld van wat het Zweedse volk en de Zweedse cultuur als zodanig kenmerken: harmonie en continuïteit. Voor een bewoner van ons verscheurd Europa, dat alle gevolgen heeft te dragen van rationalisme en saecularisatie, van hokjesgeest en militante autarkie, is een bezoek aan de overzijde van de Sont een genezende bevrijding. Reeds de urenlange reizen in de gerieflijke treinen door de eindeloze lieflijkheid en rust van dit land doen weldadig aan. Komt men nader met mensen en toestanden in aanraking, dan valt reeds spoedig de materiële welvaart op. Dit land profiteert op de wereldmarkt van zijn geweldige rijkdom aan hout en ertsen. Verder beslaat het een enorme oppervlakte, welke nog in allerlei streken op ontginning en exploitatie wacht, en heeft slechts 6 millioen inwoners te voeden, die tot voor kort gewend waren aan een vrij lage levensstandaard. Dank zij de rijkdom van Moeder-Aarde, dank zij ook een verstandige welvaartspolitiek der regering, die gevormd wordt door de sociaal-democraten en (sic!) de boeren, zijn lonen en prijzen hoog en komt werkloosheid nauwelijks voor. Men heeft voor het binnenhalen der oogst zelfs duizenden werkkrachten uit Finland nodig. Hoe lang deze hausse-periode nog duren zal? In elk geval zal men begrijpen, dat een dergelijke welvaart het de Zweden gemakkelijk maakt om den buitenlander een indruk van harmonie te schenken. Toch vindt deze harmonie haar oorsprong niet alleen in de omstandigheden maar ook in de geestelijke gezondheid van de volksaard, die in de loop der eeuwen door tal van gunstige factoren beïnvloed is. Misschien is er geen land ter wereld met zulk een natuurlijk gegroeide eenheid in bloed, taal, geschiedenis en beschaving. Allerlei spanningen, die andere landen verontrusten, ontbreken hier. Verder bestaat er in Zweden nog een nauwe band tussen volk en aarde. Men leeft er nog | |
[pagina 266]
| |
dichter bij de natuur. Feitelijk zijn er maar drie grote steden: Stockholm, Göteborg en Malmö en deze zijn uren en uren van elkaar verwijderd. Upsala bijvoorbeeld is toch eigenlijk geen stad, maar een groot dorp, vol tuinen en parken. En 's zomers gaat iedereen naar het land, soms maanden lang, naar de boerderij of het buitenhuis van vader en moeder. De urbanisatie, met alle sociologische en psychologische gevolgen van dien - collectivisme, nervositeit en snel verbruik van levenskracht - is nog lang niet zo ver voortgeschreden als bij ons en kan, nu een tegenwoordige generatie oog heeft gekregen voor haar gevaren, zelfs bewust worden tegengegaan. Het in hoge mate agrarisch karakter van dit volk is oorzaak van een natuurlijke rust, een evenwichtigheid, een gevoel voor juiste proporties en een‘common sense’, welke essentieel zijn voor de ontwikkeling van cultuur en kerk. Een zelfgenoegzaam conservatisme vloeit ook uit dit karakter voort, maar door de onafhankelijke positie der bevolking - de Zweedse boeren zijn altijd vrije boeren geweest - hielden de behoudende en vooruitstrevende krachten elkander in evenwicht. Het is te begrijpen, dat iemand als Harald Hjärne, de grootste Zweedse historicus († 1922), het verloop der geschiedenis van Zweden gaarne samenvat in de formule ‘frihet under ansvar’ (letterlijk: vrijheid onder verantwoordelijkheid). In de loop der eeuwen is dit volk zich zelf merkwaardig gelijk gebleven in zijn neiging zoveel mogelijk het juiste midden te houden tussen traditie en vooruitgang, gezag en vrijheid, boereneenvoud en beschaving. Natuurlijk heeft het ook zijn tijden van onrust en extremisme gekend (Karel XII) maar de rustige volksaard won het op den duur toch.
Bovendien bezit dit land een kerk, eensdeels vrucht van deze volksaard, anderdeels het karakter van het volk in geschiedenis en heden sterk meebepalend. Het is de trots van vele Anglicanen, dat zij in de Established Church een Kerk bezitten, die in verleden en heden, wat zij noemen, de ‘via media’ bewandelt. Het komt mij voor, dat de Zweedse Kerk ditzelfde gedaan heeft met nog meer resultaat. En ook met groter gemak. Want de ‘via media’ draagt in de Engelse Kerk veel meer dan in de Zweedse het karakter | |
[pagina 267]
| |
van een op Erasmiaanse leest geschoeide kerkpolitieke methode, terwijl de evenwichtigheid en de harmonie der Zweedse kerk meer organisch gegroeid is. Zij heeft zich ontwikkeld onder de gunstigste omstandigheden. In de eerste plaats is het Christelijk geloof op verstandige en weinig ruwe wijze geënt op de stam der Germaanse religie. In de tweede plaats drong in de Middeleeuwen het Romanisme - dank zij de afgelegen positie van Zweden - slechts oppervlakkig door, zodat de Reformatie veel minder het karakter droeg van een reactie dan in de meeste andere landen. Verstandige en vrome mannen brachten haar tot stand zonder dat er bloed vloeide, zonder beeldenstorm, en het gehele volk volgde. Is het niet kenmerkend, dat de belangrijkste Reformator, Olaus Petri, tevens een uitstekend historicus en jurist was ‘mit altschwedischer Sitte und Volkstum tief vertraut und die reine Predigt des Gotteswortes mit humanistisch-menschlicher Gesinnung verbindend - ein Volkserzieher ersten RangesGa naar voetnoot1). Aan zijn jongere broer Laurentius Petri, de eerste Lutherse bisschop, is het in het bijzonder te danken, dat alles, wat niet beslist in strijd was met de Evangelische leer, bleef bestaan. De Reformatie is in Zweden conservatiever geweest dan in enig ander land. Het bisschopsambt, het domkapittel, de Kerkinrichting, de priestergewaden etc. bleven bestaan. De Zweedse liturgie (de godsdienstoefening op de Zondagmorgen wordt nog steeds hoogmis genoemd, al is het misoffer verdwenen) is, naar kenners verzekeren, van alle liturgieën het meest in overeenstemming met de Middeleeuwse en ontroert door haar natuurlijke vroomheid (doet zij daarom zo modern aan?)Ga naar voetnoot2). De historische | |
[pagina 268]
| |
continuïteit bleef bewaard en is een der meest typische kenmerken van de Zweedse kerk. En toch zijn er heel weinig kerken, die zich zo verstandig aanpassen bij de nieuwe tijd met zijn nieuwe vragen en nieuwe mentaliteit. Men verandert, bedachtzaam en toch vrijmoedig, psalmboek en Bijbelvertaling wanneer dat nodig is. Een zeldzame vereniging van piëteit en vrijheid, van aristocratisch, theologisch goed-doordachte regering van bovenafGa naar voetnoot1) èn democratische contrôleGa naar voetnoot2) maken de Zweedse Kerk, welke nog steeds officieel bijna het gehele volk omvatGa naar voetnoot3), uitermate geschikt voor de godsdienstige beinvloeding van zieleleven en cultuur. Juist omdat er zoveel eenheid is in het ‘nodige’, zoveel wederzijds begrip en gezond verstand, kan men elkaar in het ‘onzekere’ zo vrij laten. Ketterprocessen kwamen de laatste tientallen jaren nauwelijks voor, ook al wordt dat misschien ook in Zweden in de toekomst anders. Een Nederlander kan er zeer weemoedig onder worden, als hij ziet hoe bijkans alle tijd en energie in Zweden gebruikt wordt om theologische, culturele en godsdienstige arbeid te verrichten inplaats van elkander het leven zuur te maken in een onophoudelijke kerkpolitieke strijd. We mogen daarbij nooit vergeten, dat de Zweedse Reformatie van zuiver-Lutherse aard was. Er bleef zo meer plaats voor religieuze inspiratie. De wettelijkheid van het Calvinisme vermocht niet door te dringen. | |
[pagina 269]
| |
Het is geen wonder, dat een man als Söderblom zeer optimistisch was ten opzichte van de mogelijkheden, welke de Zweedse Kerk in zich draagtGa naar voetnoot1). Hij heeft als hoogleraar en aartsbisschop in niet geringe mate het zijne er toe bijgedragen om de historische continuïteit te bewaren, zowel naar het verleden als naar de toekomst toe. Juist zijn verstrekkende arbeid is gekenmerkt door een zeer synthetisch samengaan van traditie en vrijheid. Hoeveel tegenstand hij ook in zijn jonge jaren ondervonden moge hebben van kerkelijke zijde, hij vertrouwde op haar toekomst. Daarom kon hij met zoveel hartstocht opkomen voor een innig verband tussen kerk en cultuur, kerk en wetenschap. En waarlijk, er zijn weinig landen, waar de bezonken resultaten der historisch-critische Bijbelstudie, godsdienstgeschiedenis en kerkgeschiedenis zo'n algemene ingang hebben gevonden en waar de kerkelijke leiders, het midden houdend tussen dialectische diastase en Amerikaanse synthese, zich zo verplicht achten, de cultuur van hun land te beïnvloeden, zonder daarbij de gevaarlijke weg der z.g. Christelijke politiek te betreden. Natuurlijk zal de een enthousiaster schrijven over de Zweedse Kerk dan de ander. De Calvinistische Barthiaan zal zich in dit land van harmonie en continuïteit nauwelijks thuis gevoelen. De kerken zullen hem 's Zondags te leeg zijn, de kerkelijke sfeer te rustig en te weinig hartstochtelijk. Hij zal misschien zijn schouders ophalen over bisschoppen, die hun geestelijke kracht gebruiken om het Psalmboek te verrijken met prachtige, nieuwe liederen. Hij zal weinig begrijpen van de ontsteltenis van Söderblom, toen deze, in een der Hollandse, door het Calvinisme geschonden kerken, ontdekte, dat op de plaats van het altaar de sarcophaag van een beroemd admiraal was opgericht. Maar voor vele anderen zal een bezoek aan Zweden een verkwikking zijn. Dat zullen zij zijn, die in ons land wel eens lijden onder de onwetenschappelijkheid, de leerstelligheid en het fanatieke clericalisme van ons kerkelijk Christendom. Of zij, die behoefte hebben in aanraking te komen met een kerk, vol van de rust en de rijkdom van eeuwenlange vroomheid, | |
[pagina 270]
| |
en toch ook midden in deze tijd staandeGa naar voetnoot1). Zij zullen met de schetsboekschrijver van de Nieuwe Rotterdammer ervaren, hoe verfrissend de natuur in Zweden is, hoe voortreffelijk men er eten kan. Maar, mocht er een dichter onder hen zijn, hij zal toch ook zijn Muze verzoeken, de lof te bezingen van de Zweedse volksaard, van de Zweedse cultuur en Kerk. Daar in het Noorden heerst een vorm van geestelijk leven, die, hoeveel gelijkenis er ook moge zijn met wat er in andere landen leeft, toch een geheel eigen type vertoont. Naar het mij voorkomt, is het een type, dat voor een gezonde ontwikkeling van onze Westerse cultuur van de grootste waarde is. |
|