voor hem een bevrijding van de ziel, een dankzegging, een offer aan God. Ja, hoezeer hij deze ‘edle Gabe’ waardeert, blijkt ons uit het feit, dat Luther ‘nach der Theologia, der Musica den nähesten Locum und höchste Ehre’ toekent.
De natuur is ten aanzien van hem niet karig geweest met haar gaven. De vele muzikale uitspraken, die in zijn brieven en Tischreden voorkomen, toonen ons onomwonden Luthers uitgesproken muzikale zin. Het is niet onmogelijk te veronderstellen, dat mocht deze schitterende figuur in andere omstandigheden zijn opgegroeid, hij als musicus dezelfde eer had mogen oogsten die hem nu toekomt als schrijver en theoloog.
Reeds in zijn kinderjaren op de latijnsche school te Mansfeld was hij opgevallen door zijn heldere en zuivere, hoewel zwakke altstem en zijn belangstelling voor de ‘christlichen Gesänge’ die hij volgens Mathesius ‘fein fleissig und schleunig gelernt’. Werd reeds hier zijn liefde voor de toonkunst gewekt, in zeer hooge mate zal deze aanleg gestimuleerd worden in de Georgschule te Eisenach, waar de jonge Maarten van 1498-1501 Kurrendschüler is geweest. Op dit instituut werd aan het muzikale onderricht, naast dat in latijn en wiskunde, veel aandacht besteed. In hoeverre deze oefeningen hem een inzicht hebben gegeven in de figurale muziek, is moeilijk te zeggen. Intusschen kan deze invloed niet genegeerd worden, daar Luther zelf hieromtrent opmerkt ‘da wir, ich und meine Gesellen - zu der Zeit, als in der Kirche das Fest von der Geburt Christi gehalten wird, auf den Dörfern von einem Hause zum andern umher gegangen, und in vier Stimmen zu singen pflegten’.
Zijn muzikale ontwikkeling, al mogen we niet met Dr. Carl Anton beweren dat hij ‘eine fachmännigsche Ausbildung in seiner Jugend genossen hat’, is voor zijn later leven zeer weldadig geweest. Zelfs de meest drukkende zorgen van het dagelijksche leven zijn niet in staat gebleken zijn liefde voor de muziek te verstikken. ‘Musicam’, getuigt Luther, ‘habe ich allzeit lieb gehabt. Ich wollte mich meiner geringen Musica nicht um was grosses verzeihen’.
Luthers woning is dan ook zeer vaak getuige geweest van kleine vocale concerten. Een dergelijke ‘Musicam’ werd gegeven door Luther, zijn zoons en vrienden, onder wie Melanch-