Boekbesprekingen
Dr. P.D. Tjalsma, Wat de wereld overwint. Zeist, Ploegsma, 1937. Ing. f 2.25, geb. f 2.90.
Dit boek heb ik met genoegen gelezen, en toch teleurgesteld uit handen gelegd. Het genoegen kwam voort uit het warme getuigenis, den helderen stijl, de climax der uiteenzetting: de bedreiging - het eene noodige, de eeuwige sleutels (geloof, God, Jezus Christus, het teeken des kruises), de rijkdom van het geloof, ons overwinnend wapen, de weg tot het geloof, de kerk van Christus. De teleurstelling is het gevolg van de bedoeling zelve van het boek: getuigenis van geloofsverzekerdheid. Dit boek van dr. Tj. staat tot de dogmatiek van prof. Heering als praktijk tot theorie. En de praktijk maakt, gelijk elders zoo ook hier, de zwakke plek der theorie duidelijk. Die zwakke plek is niets bijkomstigs, maar het thema zelf: wat overwint de wereld? Hoofdstuk V (blz. 137-175) stelt het probleem duidelijk: wereld en geloof staan tegenover elkander; het geloof alléén kan de wereld overwinnen. Zie nu de praktijk aan, en men bemerkt: ‘de wereld’ wordt nooit werkelijk en geheel overwonnen. De ‘wereld’, dat is trouwens een samengestelde grootheid, waarvan het eene aspect wèl, het andere niet, tegenover het geloof staat. Schrijver houdt ze echter niet uit elkaar, en daardoor ontstaan stoere maar on-wijze tegenstellingen. Ditzelfde kan men ook ontdekken van den anderen term uit: het geloof, wenschelijk vooral om zijn verzekerdheid (blz. 51 v.v.; 64 vooral), is een innerlijke gesteldheid. Dank zij haar kan men de vijandschap der wereld, de successen der ongeloovigheid, en wat dies meer zij, uithouden door de geloofsbeelden van Overwinning, Rijk Gods, enz. Somtijds zelfs meer dan dat: geloofsmoed kan ongeloofstirannie wel eens verdrijven en overwinnen. Maar de wereld? Dat staat op 'n ander blad geschreven. Er zijn aspecten aan de wereld, die alleen door sociale hervorming, andere die alleen door kosmische of biologische evolutie kunnen worden overwonnen. Zelfs moet men zich afvragen: waarom moet
men de wereld overwinnen? Wat beteekent dat eigenlijk? Ik acht het een ernstig bezwaar, dat de Schr. zoo grif op dat populaire verlangen naar overwinning heeft voortgebouwd, zonder genoegzame kritische bezinning op de waarde van dien term. Zoo ontstaat een stichtelijk pleidooi, dat ondanks zijn warmte niet iedereen zal overtuigen, ook dezen recensent niet. Maar het boek is léérzaam voor wie de typisch geloovige reactie op de bedreiging der moderne wereld wil verstaan.
v. H.