Het Kouter. Jaargang 1
(1936)– [tijdschrift] Kouter, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 490]
| |
Vergadertechniek en persoonlijkheidsvorming
| |
De Democratische Methode:Geven we nu eerst een generaliseerende beschouwing van de gebruikelijke vereenigingstechniek, die we ruim gesteld de ‘democratische’ zullen noemen, omdat practisch alle statuten en reglementen een zeer volledige medezeggenschap der leden vaststellen. Uitgegaan wordt van de gezonde bedoeling, de leiding der vereeniging toe te vertrouwen aan de meest geschikten, aan hen, die boven de ‘massa’ uitsteken en het vertrouwen der leden weten te verwerven. | |
[pagina 491]
| |
Uit deze domineerende personen kiest men een bestuur en uit het midden daarvan tot Voorzitter de meest op de voorgrond tredende, meestal een handig overtuigend spreker met vergaderroutine, kennis van zaken, leiderstalent. De macht nu van deze leidende groep (bestuur) is van den aanvang af reeds vrij groot, zij het onder controle der vereeniging, maar heeft de eigenschap automatisch te groeien, omdat deze groep: alle gegevens, als ingekomen stukken, voorstellen, enz. uit de eerste hand ontvangt; actief wordt gehouden door verrichten van het organisatiewerk, en zich dus noodwendig grondig op de hoogte moet houden; als zij haar werk naar wensch verricht, het passieve vertrouwen der ledenvergadering verwerft, daar deze onbewust geneigd is zich (te) rustig aan leiding toe te vertrouwen. Verder neemt die macht toe, omdat de ledenvergadering gaarne verantwoordelijkheid van zich afschuift; zij is afkeerig van moeite en zorg, waarom zij verantwoordelijkheid graag op de schouders van het bestuur laadt. Immers: hoeveel moeite kost het meestal om uit de leden de meest geschikt geachte te bewegen, leiding te aanvaarden (tenzij dit zekere voordeelen biedt!) Ook weet het bestuur het meestal in letterlijke zin het beste, omdat tijdnood op vergaderingen en de slechte opkomst der leden vaak een behoorlijke voorlichting beletten. Getracht wordt dan via krant of circulaire schriftelijk in te lichten, maar we weten het allen (en zondigen uit zelfbeveiliging mede!): lezen doet men die dingen meestal half, of heel niet! In 't algemeen wordt zoo het nemen van een beslissing door stemming een formaliteit welke reglementaire volmacht aan het bestuur geeft. Het aantal uitgebrachte stemmen is in verhouding tot het ledental meestal zeer gering. Alleen voor meer opwindende kwestie's groeit de belangstelling, maar dan is 't overwicht der leiding door hierboven aangegeven omstandigheden zoo groot, dat de vergadering na fel betoog tòch de voorgeschreven weg gaat. Een numeriek zwakke oppositie, haast steeds aanwezig, wordt meestal gemakkelijk (langs de ‘wettelijke weg’) tot | |
[pagina 492]
| |
zwijgen ‘gestemd’. Soms is 't een spel van vernuft en intelligentie, elkaar ‘flink op hun nummer te zetten’.
Nog steeds werd uitgegaan van de gedachte dat het bestuur wordt gevormd door menschen van goede wil. Maar wat zien we gebeuren als egoistische motieven, strebers-instincten, of fanatieke bezetenheid een tactiek gaan voeren van dwang en suggestie? We kennen het: ‘vurige’ toespraken, hoerastemming, stellen der portefeuillekwestie, spreektijdbeperking, weren van oppositie, rekken der vergadering tot het psychologisch-juiste moment om een stemming er door te halen, maandenlang eenzijdig hameren op 't zelfde aambeeld om de leden murw te maken, zelfs royeeren van weerspannigen en beperken van vrijheid in woord en schrift! De gevaren, liggende in deze machtstoespitsing zijn te grooter, naarmate het bestuurder-zijn, om welke reden ook, aantrekkelijk is, en vooral dan daar, waar het ledental zeer groot is en niet direct actief geïnteresseerd (vakbonden, politieke partijen, kerkelijke lichamen) enz. en treden minder fel aan den dag in kleinere en actief-levende gemeenschappen, maar de tendenz tot machtsvergrooting maakt van de democratische grondidee vaak een karikatuur. De democratische methode bouwt verder op de idee dat de meerderheid in elk geval de meeste kans heeft gelijk te hebben, en drijft met haar beslissingen dus in de richting van meerderheidsvorming. Teleurgestelden denken echter aan het raadplegen van een orakel en plaatsen achter deze meerderheidswaardeering een aantal vraagteekens, maar... ‘het is toch de eenige rechtvaardige methode, nietwaar?’ Wie echter nagaat, hoe een stemming kan worden voorbereid (zie boven) zal het een poovere methode kunnen vinden. In 't algemeen is er een element van forceeren in, van dwang vaak, in plaats van overtuigen. De afstand tusschen minderheid en meerderheid wordt telkens kunstmatig vergroot en de verhoudingen verscherpt. De eenzijdigheid viert vaak triomfen en vruchtbare scheppende ideeën worden niet benut of doordachte raad niet opgevolgd omdat de atmosfeer door vijandschap bedorven werd. Na elke stemming zijn er overwinnaars en overwonnenen, èn de mentaliteit, die daardoor wordt opgeroepen. | |
[pagina 493]
| |
Conclusies:1o. Hoe democratisch de gebruikelijke vergadertechniek ook is bedoeld, zij voert automatisch tot een autocratische wijze van besturen. Dit vast te stellen is zeer belangrijk, omdat deze autocratie geen open karakter heeftGa naar voetnoot1). Uit de practijk blijkt deze paradox, dat de meest volledige democratie tevens de meest volstrekte autocratie is. 2o. De machtstoespitsing in handen der leiding is ook voor het karakter der bestuursleden niet zonder bedenking. Weinigen kunnen de weelde dragen, zich boven de massa verheven te weten. 3o. De activiteit der leden wordt meestal slechts geprikkeld, ev. opgezweept, tot propagandistische doeleinden. Hun verantwoordelijkheidsgevoel wordt afgestompt (‘op een paar lui komt alles aan’). | |
[pagina 494]
| |
4o. De oppositiegroep wordt een vijandige houding opgedrongen, waardoor de eenheid herhaaldelijk wordt verbroken en scheppende ideeën onbenut gelaten. Het gevaar dat onrecht wordt gedaan is groot. 5o. De grondgedachte, dat de meerderheid gelijk heeft, is een zéér aanvechtbare. In 't meest ongunstige geval kan het gevolg zijn: regeering door een verbond van geraffineerden plus dommen. 6o. Min of meer onbewust wordt aangenomen dat de ‘massa’ noodwendig ongedisciplineerd is, en stevige leiding eischt, wat althans paedagogisch een onjuiste stellingname is. | |
De Quaker-methode:Deze, minder bekend zijnde dan de democratische, eischt eerst een nadere omschrijving. Wie zoekt in de literatuur stuit direct op dit verschil: elke vereeniging heeft een ‘wetboek’ waaruit men althans de theoretisch-organisatorische opzet kan leeren. Bij de Quakers ontbreekt dit, door gebrek aan waardeering daarvoor. Het is daar alles traditie in den goeden zin van het woord, n.l. enkele eenvoudige regels, die door eeuwen heen bruikbaar bleken. Graham zegt in zijn ‘Faith of a Quaker’ als hij aan het hoofdstuk ‘organisatie’ toe is, dat hij dit schrijft zonder eenig enthousiasme, als zijnde van zéér ondergeschikten aard. De Quakermethode is bovendien niet algemeen, maar zuiver religieus ingesteld, zoodat deze niet zonder meer met de democratische te vergelijken is, al zijn er zéér essentiëele punten naast elkaar te stellen. Elke bijeenkomst van zakelijken aard begint en eindigt met een ‘stilte’Ga naar voetnoot1), terwijl ook voor moeilijkheden, die door praten niet direct opgelost kunnen worden, een stilte gevraagd wordt. Hierdoor is een geestelijke sfeer bepaald. Een bestuur kent men niet. De schrijver (‘clerk’) fungeert als secretaris-voorzitter, d.w.z. hij is 't administratie-adres en behartigt de correspondentie, terwijl hij de vergadering in | |
[pagina 495]
| |
zooverre leidt door de te behandelen punten onder instemming der vergadering aan de orde te stellen. Verder noteert hij in het ‘minuten’-boek de besluiten, die het ‘gevoelen der vergadering’ vertolken, welke ‘minuten’ direct daarna in de bijeenkomst ter goedkeuring worden voorgelezen. Verder dient hij op te letten, dat de discussie niet van de hoofdzaak afdwaalt en acht te geven op het oogenblik dat uit de bespreking blijkt dat er eenstemmigheid gegroeid is. Van debat is nooit sprake, omdat de idee ‘oppositie’ niet aanvaard wordt. Er wordt nooit gestemd, uit eerbied voor de andersdenkende mensch, die ook dat ‘iets van God’ in zich draagt, wat dan letterlijk ‘overstemd’ zou worden. Er wordt zeer zelden gesproken over voorstellen die te voren bindend geformuleerd zijn, zoodat deze in de aanvang een zuiver persoonlijk karakter dragen en gedurende de discussie wijzigen en groeien, zoodat het aangenomen voorstel of besluit soms belangrijk afwijkt van het aanvankelijk gegevene, zoo gemeenschappelijk bezit wordt, zonder zich verongelijkt voelende zielen. Kan geen eenstemmigheid worden bereikt, dan dient te worden gewacht - wachten, de zoo moeilijke daad vooral voor emotioneele of zakelijke naturen, die opschieten willen! Wachten eischt geoefende zelfbeheersching! Een bespreking tusschen de afwijkend denkenden kan nu in kleinere kring plaats hebben, of een commissie onderzoekt de zaak nader om rapport uit te brengen, zoo noodig schort men de zaak een langen tijd op. Tenslotte volgt eenstemmigheid òf een vrijwillig terugtreden van een groep, die gaat inzien, niet voldoende tot beoordeelen in staat te zijn, òf de betreffende zaak wordt ter hand genomen door een groep, die dan zelf de verantwoording wil dragen. Dit alles is soms moeilijk - valt meestal mee - en waarborgt meer waarheid. Omdat de minderheid volledig recht geschiedt, soms zelfs een leidende rol ontvangt als haar wijzere inzicht aanvaard wordt, is een vrijwillig terugtreden der aanvankelijk andersdenkenden gemakkelijk mogelijk in de geest van wederzijdsch vertrouwen en zonder een zich gegriefd voelen. | |
[pagina 496]
| |
Na het nemen van een besluit wordt de uitvoering niet aan een bestuur overgelaten - immers dat is er niet - maar op de vergadering zelf aan een uitvoerende groep toevertrouwd, waardoor steeds velen persoonlijke verantwoording dragen. Het verantwoordelijkheidsgevoel wordt trouwens toch sterk opgewekt door het onder algemeene stille afwachting opstellen der minuut, die daarna ter goedkeuring wordt voorgelezen. Dat is vaak een oogenblik van door allen gevoelde spanning, bezielend werkend op schrijver en bijeenkomst. Omdat er geen personen zijn gekozen, die het recht en de plicht hebben, altijd te domineeren, kunnen zij, die wegens speciale kennis op een gegeven oogenblik de aangewezen personen zijn, eenvoudiger ingeschakeld worden, zullen zich gemakkelijker spontaan kunnen aanbieden. Bij deze methode van gemeenschappelijke verantwoording vindt de handige spreker-zonder-meer niet zooveel bijval, en doordrijvers worden met een korreltje zout genomen, herzien hun houding meestal gemakkelijk, omdat ze niet tot reactie geprikkeld worden. Deze methode, door George Fox in 1672 ingesteld, bleef practisch ongewijzigd en voldoet nog steeds, ook voor grootere bijeenkomsten als b.v. de London Yearly Meeting, waar enkele duizende personen te beslissen hebben. De door de methode aangekweekte zelfdiscipline én de geestelijke sfeer maken dit mogelijk. | |
Conclusies:1o. Hoewel niet met name democratisch genoemd en bedoeld, is het resultaat van de Quaker-methode een democratie van hooggestemden aard, omdat door het niet-toelaten van onderdrukking allen een waarde vertegenwoordigen naar kennis en geestelijk bezit en niet op een forceerend moment volgens hun stem alleen. Het gevolg kan een resultaat zijn, grooter dan de som der individueele bijdragen. Het is nu mogelijk de hoogste potentie te vinden door samentellen van alle positieve ideeën, zonder dat iemand het gevoel heeft een nederlaag te lijden. 2o. Niemand wordt tot schade van z'n persoonlijkheid op een verleidelijke ‘eerezetel’ geplaatst. | |
[pagina 497]
| |
3o. De activiteit der leden wordt geprikkeld tot scheppende daden en niet afgeleid op reclame of propaganda, die zoo vaak tot zelfoverschatting voeren. Op het verantwoordelijkheidsgevoel wordt een voortdurend practisch beroep gedaan door het actief inschakelen van steeds anderen, én door de bebeschreven methode van besluiten nemen. 4o. Door geen oppositiegroep te erkennen wordt de voorwaarde geschapen tot vriendelijke gedachtenwisseling in grooter eenheid, en worden geen vijandige gevoelens opgewekt. Er wordt geen onrecht gedaan aan de menschwaarde der individueele leden, omdat geloofd wordt in het ‘zaad Gods’, ook in hen aanwezig. 5o. Verworpen wordt de gedachte dat de meerderheid het meest juiste besluit neemt, en haar wil door meerderheid van stemmen dwingend op kan leggen. Daardoor wordt een verkeerd gevoel van zelfbewustzijn niet gestreeld, is de verleiding een speciale tactiek te gaan voeren om een besluit te forceeren minder aanwezig, en toch worden besluiten met de grootst mogelijke meerderheid genomen. 6o. Gewerkt wordt uit het geloof dat een groote groep vanuit haar innerlijke kracht een groot mate van zelfdiscipline kan bezitten. En dit geloof is ook paedagogisch een zéér positieve kracht.
Toch kunnen en mogen we deze Quakermethode niet loslaten op de bestaande gemeenschappen, zonder meer. Deze veel minder mechanische, niet op routine berustende en niet van tactiek en speculatie op menschelijke feilen gebruikmakende werkwijze is ontegenzeggelijk moeilijk te dragen door allen die er niet in gegroeid en opgevoed zijn. Zij eischt een zeker geestelijk bezit, geloof, sfeer. Wie op deze methode niet ingesteld is, voelt zich in den aanvang hopeloos onzeker, heeft een gevoel van onmacht, twijfelt aan den goeden afloop en denkt dat alles vervaagt en zweeft. Als afschrikwekkende herinnering wordt gedacht aan een aantal openbare debatvergaderingen, gehouden in de na-oorlogsche jaren te Amsterdam gedurende een week van speciale vredespropaganda. Deze bijeenkomsten waren met opzet leidingloos gehouden, met | |
[pagina 498]
| |
onbeperkte spreekvrijheid voor elken bezoeker. Al wat zonderling, fanatiek of geëxalteerd was, en reeds lang overal onderdrukt, brak los en drong naar het podium. Het resultaat was een helsche chaos.
Rufus Jones, z'n geloof in de Quakermethode belijdende, zegt dan ook: ‘Het eenige wat de beschreven werkwijze onmogelijk maakt is een geest van verdeeldheid, strijd en oneenigheid. Vanaf het oogenblik, dat liefde, welwillendheid, het streven tot wederzijdsch begrijpen, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid en het verlangen naar eenheid verdwijnen, faalt de methode onherroepelijk daar zij alleen vruchtbaar kan werken wanneer de gezindheid en de sfeer werkzaam zijn. Het is een geestelijke werkwijze, welke noodwendig faalt wanneer de geestelijke sfeer uit de bijeenkomst verdwijnt.’
Kort samenvattend zijn dus nu naast elkaar gesteld: 1o. De gebruikelijke democratische methode, die vaak opportunistisch is en neigt naar de miskenning van het individu. Deswege bouwt zij niet krachtig en bewust genoeg aan de persoonlijkheidsvorming en loopt gevaar deze afbreuk te doen door prijs te gaan stellen op het lijdelijke beheerschbare massatype. Verkeerde menschelijke neigingen als heerschzucht, hoogmoed, gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, weinig eerbied voor de persoonlijkheid van den medemensch, worden door deze methode vaak versterkt. 2o. De Quakermethode leeft uit de bewuste erkenning van het individu, deze activeerende en steeds persoonlijke verantwoording opleggende. Eerbeid voor de medemensch, waarin ‘iets van God’ leeft, is een bewust leidend beginsel. Daardoor, en door alles in een geestelijke sfeer te behandelen, wordt intenser gestreefd naar waarheid. Verkeerde menschelijke eigenschappen als onder 1o. genoemd worden door de methode vaak gecorrigeerd.
Niettegenstaande het voorbehoud, dat reeds gemaakt werd, meenden wij dat in de Quakermethode zooveel positieve elementen aanwezig zijn, dat wij deze graag ter overdenking willen aanbieden in deze tijd van vaak louter afbrekende kritiek. | |
[pagina 499]
| |
Ervaring leerde dat gedeeltelijke toepassing in kleinere godsdienstige gemeenschappen en jeugdvereenigingen tot waardevolle resultaten leidde. Mogelijk dat de democratische Quakermethode in den grond meer een ‘theocratische’ blijkt - wat alles én moeilijker én gemakkelijker tevens te aanvaarden en toe te passen maakt. De Quaker gelooft, dat in de stilte niet alleen de gemeenschappelijke overeenstemming der menschen wordt gevonden, maar ook de leiding Gods, wanneer men dit verwacht, en er in gelooft. Eén deel der leden behoeft zich niet te onderschikken aan een ander deel, maar alle leden te zamen onderschikken zich aan God. Aangezien die leiding niet buiten het zoeken en denken der menschen omgaat, maar in den loop daarvan haar werk doet, komt zij niet als iets vreemds van buiten af, maar als de diepste overtuiging der verzamelde groep. Het bewustzijn der vrijheid blijft bewaard te zamen met de hoogste gebondenheid. Zoo zien wij dat, ook al valt deze methode reeds op een hoogen zedelijken basis toe te passen, zij haar grootste rijkdommen eerst ontvouwt bij een geloof aan een onmiddellijk contact met de Eeuwigheid en de daarmee samenhangende diepere intuïtie. Maar het aanvaarden van dat geloof is een zaak van persoonlijk onderzoek en van een persoonlijk overtuigd worden, en een gegrepen zijn door wat de eigen persoon te boven gaat. |
|