Het Kouter. Jaargang 1

[p. 337]

[Het Kouter, nummer 8/9 1936]

Woord vooraf

Met de voorbereiding van dit dubbel-nummer, hetwelk ook als afzonderlijke uitgave het licht zal zien, is de Redactie sinds het voorjaar doende geweest. Onder vele vraagstukken, die een behandeling vanuit verschillende gezichtspunten in een dubbelnummer van Het Kouter wettigden, was naar hare meening ‘de plaats der intellectueelen in de huidige samenleving’ belangrijk door zijn actualiteit. Herhaaldelijk bemerkte zij, bovendien, dat wanneer zij een auteur haar wenschen trachtte kenbaar te maken in zake keuze en omgrenzing van een onderwerp, haar aandacht éénzelfde richting uitging. Uitging naar de vraag: hoe zijt ge in uw dagelijksch werk? En vooral: Hoe ziet ge uw dagelijksch werk in het verband van de maatschappij in haar geheel? Het plan rijpte, deze vragen eens tegelijkertijd voor te leggen aan een aantal vertegenwoordigers van geestelijke of intellectueele beroepen in den ruimsten zin des woords. In den rondzendbrief stond op den voorgrond het verzoek: Schrijf een artikel ‘naar den aard van uw persoonlijkheid’, en ook: geef ons iets dat gerijpt is in de praktijk van uw leven en uw beroep. Wèl werden, om der wille van de éénheid en concreetheid, enkele richtlijnen gegeven, welke tevens de bedoeling der redactie moesten verduidelijken. Verzocht werd onder meer zich uit te spreken over de al dan niet ervaren verbondenheid van ieders beroepsarbeid met de menschenmaatschappij in het algemeen, alsmede over de beteekenis van dien arbeid voor deze. En vertoonen deze vragen een bijzonder aspect, als men dien beroepsarbeid ingeschakeld ziet in het verband der huidige samenleving? Gaat van het bewust doorleven van dezen samenhang een inspireerenden dan wel een ontmoedigenden invloed uit op het vervullen des dagelijksche beroepstaak? Van groot belang ook zou het, zoo scheen het de Redactie, kunnen zijn indien de gevraagde auteurs iets mededeelden over den stempel welke hun religieuse levensbeschouwing drukt op hun inzichten in de beteekenis van hun werk - en op de keuze van doelstellingen en methoden daarbij. En evenmin mocht, bij dezen prak-

[p. 338]

tischen opzet, ontbreken de vraag hoe bepaalde tijdsproblemen - waarvan enkele bij wijze van voorbeeld werden genoemd - vanuit de dagelijksche beroepstaak kunnen worden beschouwd en aangepakt.

Bij het vragen van personen moest natuurlijk een keuze worden gedaan, die noodzakelijk beperking meebracht. Een afgrenzing van ‘intellectueele’ of ‘geestelijke’ werkers van anderen, op wie deze epitheta niet toepasselijk zouden zijn, bedoelt deze keus allerminst. Slechts werd gestreefd naar een vruchtbare verscheidenheid, terwijl het door allerlei omstandigheden niet gelukte een vertegenwoordiger van enkele andere, mede gewenschte groepen, aan het woord te laten.

Het stemt de Redactie tot groote erkentelijkheid dat zij een dichter, een rechter, een officier, een professor, een leidster van maatschappelijk werk, een tooneelregisseur, een architect, een medicus en een ondernemer bereid heeft gevonden tot medewerking, een medewerking welker resultaat zij met voldoening thans openbaar maakt. Mag het soms den schijn hebben of de medewerkers (wier bijdragen in ongedwongen volgorde zijn afgedrukt) wel zéér persoonlijk en dus onderling sterk afwijkend hun taak hebben opgevat en uitgevoerd - bij langduriger en dieper beschouwing zal de lezer bemerken hoe sterk in den opbouw en vooral in de sfeer der bijdragen elks houding juist t.o.v. de vragen waarom het in deze enquête gaat, naar voren treedt. Sterker dan het geval geweest zou zijn in een reeks van artikelen waarin op slaafsche wijze de vragen der Redactie één voor één zouden zijn behandeld.

De Redactie hoopt van harte dat deze uitgave niet slechts velen die in de vervulling van eenige beroepstaak met deze vragen leven en strijden, verheldering brengen zal, doch ook, dat het gevariëerd resultaat van zooveler medewerking de jongeren onder de lezers van ‘Het Kouter’, en wij denken hier vooral aan de studenten, op zinrijke wijze eenigszins den weg zal wijzen in de bonte wereld der beroepen - en hun tevens zal doen zien wat bij 't uitoefenen van onderscheiden beroepen verbinden kan. Want aan door werk en geestelijke atmosfeer volkomen verschillende menschen kunnen - zoo blijkt toch hopelijk ook uit deze uitgave - de diepere levensvragen gemeenschappelijk zijn.

De Redactie