Boekbesprekingen
Jan Engelman. Tuin van Eros en andere gedichten. Em. Querido, Amsterdam.
‘Tuin van Eros en andere gedichten’ is een verzamelbundel, waarin Engelman's verzen verschenen in ‘Het Roosvenster’ (1927), ‘Sine Nomine’ (1930) en ‘Tuin van Eros’ (1932) zijn herdrukt, terwijl later werk werd toegevoegd.
Engelman's ‘Tuin van Eros’, die in dezen bundel de hoofdschotel vormt, wordt beheerscht door de spanning: erotiek - charitas, aardsche liefde - vroomheid. Voor ieder mensch, voor wien het onmogelijk (geworden) is, te leven naar principes, zedelijke dogma's, beginselen, die zooals Johannes Müller het uitdrukt: Vergewaltigungen des Lebens zijn, bestaan er van die groote spanningen, die zijn leven, en ieder's leven weer op andere wijze, beheerschen. Het aardsche leven, op elk zijner gebieden, heeft zijn eigen wetten en eischen en het dwingt den mensch, wil hij geestelijk en materieel vruchtbaar, scheppend leven, deze wetten en eischen te eerbiedigen, hun recht te doen wedervaren. Het leven eischt van den mensch en voedt hem op tot aanpassing, invoeging, tot behendigheid en overmacht (beheersching). Doch de in wezen religieuse mensch vermoedt achter alle verschijningsvormen den dieperen oergrond van alle bestaan en de invoeging in het leven is voor hem pas gelukt, niet als hij een aesthetisch evenwicht gevonden heeft, doch wanneer hij tot dien oergrond is doorgestooten en zijn hart, zij het ook, dat deze steeds weer opnieuw moet worden veroverd, dien vrede vindt, die alle verstand te boven gaat.
Men is wel eens geneigd zich af te vragen, of er nu wel werkelijk verschil bestaat tusschen zich noemende religieuse en z.g. vrije dichters. Het komt toch in het leven, en dus ook in de kunst, ten slotte niet aan op programma's, op bewuste strevingen en voorstellingen, doch op het diepere, grootendeels onderbewuste wezen van den mensch. Vergelijkt men echter Jan Engelman met Marsman, wiens laatsten bundel ik hier kort geleden besprak en wiens verzen ook grootendeels in den tuin van Eros zijn gegroeid, dan treft ons, dat Marsman's erotische verzen, wat de poëtische waarde betreft, sterker, origineeler zijn, hoe Marsman wellicht meer dan Engelman uit het echte dichterhout gesneden is. Doch aan den anderen kant: Marman's werk is aesthetisch, in dien zin, dat men vaak verlangend zoekt naar den dieperen toon van het hart en deze slechts zelden meer dan aarzelend hoort doorklinken.
Engelman's erotische verzen daarentegen zijn een voortdurende worsteling om den zin der aardsche liefde. Al deze poëzie wordt