toch zeer fijn en zuiver wezen kan. Juist waar religie wordt gezien louter als een kinderziekte der menschheid of als een machtsmiddel der grooten, kan een zelfverloochening, een trouw, en een doelbewuste energie zijn, die ons met diepen eerbied vervult. En als hier dan somtijds geleefd en gehandeld wordt op een wijze die mijn diepste impulsen van gerechtigheid en naastenliefde bevredigt, waarom kan ik dien godsdienst dan niet missen? Is het niet veel beter, ‘de aarde trouw te blijven’ en den menschen, en alles te begrijpen vanuit die aarde en vanuit die menschen - dan, als een soort van lastige, kriebelende hoofd-tooi, een geloof mee te torsen dat overal vraagteekens zet en mij vervreemdt van velen mijner medemenschen?
Zóó vraagt wellicht menigeen zich af, en ons antwoord moet luiden: Welaan, probeer het! Durf te leven ook in een periode waarin uw geloof, waarvan ge zeker begon te worden, in stukken op den grond ligt. Aanvaard deze vernietiging ten volle, schaam u niet voor uw humanistische gezindheid nu het religieus Humanisme u niets meer zegt. Een periode van volstrekt ongeloof kan een innige verheugenis schenken en een opleving der zuiverste levensenergie.
Maar achter deze aansporing, om het ongeloof als het in ons leven komt eerlijk aan te durven, zonder valsche schaamte, staat een overtuiging. De overtuiging, dat wie zijn blik en zijn begripsvermogen wil richten op wereld en menschen, en op deze alleen, exact en nuchter en consequent, juist dank zij deze felle eerlijkheid tot het besef kan komen van een hoogere tegenwoordigheid, van het wonder eener hoogere leiding. De overtuiging, dat wie menschen dienen wil, en hen alleen, en hen ‘in hun geheel’, plotseling zal komen te beseffen, dat hij in dienstbaarheid is gekomen van een lichtende Macht die, hoezeer in menschen onontkoombaar verankerd, nochtans boven menschen uitgaat.
En daarom kan een voorstelling van Vondel's Gijsbrecht zulk een vervulling zijn voor den huidigen mensch, omdat het gebeuren op het tooneel van deze hoogere tegenwoordigheid getuigt, en deze diepere dienstbaarheid doet zien als werkelijkheid.