De koninginne van Hongaryen
(1746)–Anoniem De koninginne van Hongaryen– AuteursrechtvrijStem: Heeft Iemand door gestadig draaven.
Wanneer sal ik die vreugt ontfangen,
Dat gy bekoorlijke Engelin,
Uw minnaars leeven sult verlangen,
Die nu door een Stantvaste min:
Leeft in u schoot wiens leeven dood:
En ’t leeven ’t geen hem ’t leeven dat hy leeft:
Meer smert dan vreugd meer dood van leeven geeft
U heldre flankerende oogjes straalen:
Volmaakt, uw net gevormde leen,
Doen mijn somtijts eens adem haalen,
| |
[pagina 93]
| |
Dog steeken my door d’aaderen heen:
Het ambroosijn het schoon robijn,
Op d’ugtent morgen van u lieve mont,
Ontsielt dog maakt mijn t’elkens weer gesont.
Sal ik u eeuwig moete derven,
Myn tweede ziel mijn waardste pant?
Gy doet mijn duysent dooden sterven,
En hebt mijn leeven in u hant:
Ag lieve ziel voor wien ik kniel:
Hebt gy dan vreugt in mijn verdriet en smert?
Wiens dood en leeven U geoffert wert.
Wel aen ik sal u egter Minne,
Soo lang mijn Boesem adem haalt,
Hoe wel ik niets op u kan winne,
Maar als ik ben in ’t graf gedaelt,
Dan bid ik Schryft op myne serk:
Dit vers, hy die hier legt op aard en stee,
Door Een veel meer dan duysent dooden lee..
|
|