De koninginne van Hongaryen
(1746)–Anoniem De koninginne van Hongaryen– AuteursrechtvrijStem: Ik vryde op een tyd.1.
Schep moed mijn ziel, Schep moet; ô Schoo
-ne! ik wil u zweeren,
Schoon ’t wankelbaar fortuin my schynt de nek
te keeren,
En ’t vuur van uwe min al sints te dempen tracht,
Dat gy mijn leeven zyt daar steeds mijn hoop
op wagt.
2.
Gy zyt mijn Noordstar daar mijn oogen hier
op steren:
Mijn vuurbaak, die het Schip mijn s’levens
ligt van verre:
Gy zult alleen het doel van mijn gedachten zijn;
Uw byzijn al mijn vreugd, uw afzijn al mijn
Pyn.
3.
Gy zult terwyl ik hier, in s’waerdys zee
gedreeven,
Dat tuimel heen en weer, ’t kompas zijn van
Mijn leeven,
Waar by ik zeilen zal, tot ik genaak, met rust,
’t Land van uw Lieven Schoot, de haven van
mijn lust.
|
|