Mevrouw Betsy brengt de Koningin der Poppen een bezoek.
Op hare beurt kwam Mevrouw Betsy eenigen tijd in het speelgoed-magazijn
doorbrengen.
‘Het leven in de groote wereld zal u zeker wel goed bevallen?’
zeide de koningin tot hare bezoekster. ‘Gij bewoont een prachtig en
gemakkelijk huis en zijt omringd door lieve vriendinnetjes, die u allerlei
oplettendheden bewijzen!’
‘Uwe Majesteit schijnt zeer goed onderrigt te zijn!’ antwoordde
Betsy. ‘Ik moet dikwijls visites maken en terug ontvangen. Dat gaat
zoo, als men een zekeren rang in de maatschappij bekleedt. Gij zult
u wel kunnen voorstellen, Vorstin, hoe moeijelijk het mij daardoor
wordt, voor mijne huishouding te zorgen. Gelukkig, dat de meisjes, die
mij omringen, zoo vriendelijk voor mij zijn en mij zoovele beleefheden
bewijzen, zoo dat alles steeds in de beste orde bij mij is. Mijn linnengoed
ligt altijd netjes gevouwen in de kast. Nimmer ontbreken er