Het tweede deel van de koddige olipodrigo
(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij
[pagina 81]
| |
Die pleite als voorspraak voor zijn leven,
Heeft met zijn geest de geest gegeven.
De meeste zwaar'gheit die hy zag
Te moet, als hy op 't sterven lag,
Was dat hy 't gelt niet meê mocht nemen,
Op dat het goet niet zou vervremen,
Dat hy, die wrekkig heeft geleeft,
Zich zelf en and're onthouden heeft.
| |
Een Ander.HIer rust die nimmer ruste, en meerder hiel van Gout
En Zilver als van Tin. Hy sturf, niet out, te out
Voor menig Weeuw en Wees; schoon 't lichaam hier vergaat,
Zijn naam zal stinken, al zò lang de Werelt staat.
P. Dubbels.
|
|