Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Quik. MOnsr. De B. wou al om zen Juffer doen wat men zou meuge bedenken: Om Haar, wou hy hem zelf de strot af-bijten, vergeven of verdrenken. Om Haar, wou hy hem laten tot huspot kappen, en laten 't hart torrenen uit zen borst. Om Haar, wou hy hem laten steeken, snijden, villen, en braden as ien worst. Om Haar, wou hy hem late lubben as ien hongkt, hengst, kat, of verken. Om Haar, wou hy hem laten hange, geesselen, Yken, of Brand-merken. Om Haar, wou hy vretten en zuipen dat hem de luizen zoude barsten op zijn kop. [pagina 79] [p. 79] Om Haar, wou hy honger lijden dat hy zwart wierd, en drinken niet een drop. Om Haar, wou hy 't huis schrobben, feilen, boenen, wrijven, en stoffen van onder tot boven. Om Haar, wou hy als een Ezel, of Buffel, torssen, dragen en sloven. Om Haar, wou hy zingen, en springen, veelen, en speelen den Baffon, of Marot. Om Haar, wou hy lezen, en wezen in het kerk-uils of pylaarbijters Rot. Om Haar, wou hy Huis, Hof, Langt, Zangt, en al den horlement uit een duits hart verteeren. Om Haar, wou hy as een Smautzes rapen, schrapen, schagheren, snuiten, en scheren. Om Haar, wou hy as een Schoijer of Schobbejak loopen, of pronken en pralen as ien Graaf. [pagina 80] [p. 80] Om Haar, wou hy zijn zwavel-staarts baart, en zappige knevels laten parfumeere braaf. Om Haar, wou hy zijn muis-vaal-hair, dat hem as ien pont lange twaleve krulden, (Uit puir steken liefde) mer klink-klaar gout, op snee laten vergulden. Doe hy ze dus lang genoeg evrijt had, zeize: loop gek, loop, we diene malkaar niet, je staat my niet an; Wangt tussen ons vier ooren ezeit: Monsr. ik moet 'er een hebbe die 'er mijn wat IN doen kan. W.S. Vorige Volgende